John Cage behoort zonder meer tot de belangrijkste componisten van de vorige eeuw en zijn volstrekt unieke stijl is nog steeds van grote invloed op hedendaagse componisten en musici. Gelukkig wagen ook weer steeds nieuwe solisten en ensembles zich aan de uitvoering van zijn werk en blijft het aantal opnames groeien. Recent verschenen er twee albums bij WERGO en één bij Another Timbre met stukken die zo ongeveer de gehele carrière van Cage omspannen. Alle reden dus om John Cage hier weer eens in de schijnwerpers te zetten.
In chronologische volgorde verschenen er opnames van ‘Four Dances’, stammend uit 1942 / 43, ‘Chess Pieces’ uit 1944, beiden opgenomen door het Trio Omphalos en verschenen bij WERGO; ‘Winter Music’ uit 1957, in een versie voor vier piano’s en verschenen bij Another Timbre en tot slot ‘Organ2 / ASLSP’ uit 1987 voor orgel, gespeeld door Dominik Susteck en eveneens verschenen bij WERGO.
In 1942 staat Cage nog aan het begin van zijn carrière. In de jaren ’30 heeft hij na een rondreis door Europa les gehad van Henry Cowell en Arnold Schönberg en inmiddels is hij druk aan het experimenteren met diverse stijlen, wat we in de ‘Four Dances’, dat Cage schreef voor de choreografe Hanya Holm, volop terugvinden. In de eerste dans vinden we de invloed van Ierse volksmuziek en Afrikaanse ritmes, duidelijk geïnspireerd door Cowell en in de tweede zet Cage de piano in als snaarinstrument, in een mooie combinatie met de klarinet. Overigens een prima vondst van het Trio Omphalos: Cage schreef het stuk voor een sopraan die klanken zingt, maar een klarinet werkt misschien nog wel beter. In de derde dans, voor piano, horen we de invloed van de romantiek en in de vierde komen de drie instrumenten voor de eerste keer samen. Een wervelend begin en einde worden afgewisseld met een intiem middendeel. ‘Chess Pieces’, een schilderij, is door Cage nooit bedoeld als muziekstuk. Hij schilderde het voor de tentoonstelling ‘The Imagery of Chess’. Het is pianiste Margaret Leng Tan die in 2005 aan het puzzelen slaat en het schilderij omzet in een muziekstuk, dat hier dus in een nieuw en bijzonder arrangement door Trio Omphalos wordt gespeeld. De drie instrumenten versterken elkaar in dit stuk dat eveneens klinkt als een dans. Dat is niet vreemd, want Cage was hier in die jaren duidelijk door gefascineerd. In ‘Goal: New Music, New Dance’ uit 1939 schrijft hij dan ook: “Sound and rhythm have too long been submissive to the restrictions of nineteenth-century music. Today we are fighting for their emancipation.”
Begin jaren ’50 verdiept Cage zich in het zenboeddhisme en Indiase muziek en gaan kans en toeval een grote rol spelen in zijn muziek. ‘Winter Music’ is hiervan een mooi voorbeeld. Cage gaf de volgende aanwijzing bij het spelen van deze compositie: “The notation, in space, may be freely interpreted as to time. An aggregate must be played as a single ictus. Where this is impossible, the unplayable notes shall be taken as harmonics prepared in advance. Harmonics may also be produced where they are not so required. Resonances, both of aggregates and individual notes of them, may be free in length. Overlappings, interpenetrations, are also free.” Daarnaast kan het stuk uitgevoerd worden door één pianist, of door twintig, of door alles wat daar tussenin zit en behoeven de twintig bladzijden muziek niet allemaal gebruikt te worden en al helemaal niet in de goede volgorde. De uitvoering van ruim veertig minuten die Mark Knoop, Catherine Laws, Philip Thomas en John Tilbury ons hier presenteren is dan ook maar één van de mogelijkheden. Opvallend in dit stuk is tevens de rol die stilte is gaan spelen in Cage’ composities. Het is muziek die ademt.
In ‘Organ2 – ASLSP’ heeft de organist eveneens een zeer grote mate van vrijheid. De enige échte eis ligt in de afkorting ASLSP: As slow as possible. Bijzonder is het orgel dat Dominik Susteck hier bespeelt. In het Kunst-Station Sankt Peter in Keulen staan twee orgels, een hoofdorgel en een koororgel die echter tegelijkertijd bespeeld kunnen worden middels één klavier wat een ongekende klankrijkdom oplevert. De invloed van het zenboeddhisme is in dit late werk van Cage, het stamt uit 1987, bijzonder groot en middels de orgelklanken creëert Cage een ongekend niveau van introspectie.
De twee cd’s van WERGO bevatten ook nog een aantal andere stukken van componisten die zich duidelijk schatplichtig aan Cage betonen. Trio Omphalos speelt ‘Rational Melodies’ en het zeer korte ‘Counting Duets, nr. 11’ van Tom Johnson en Susteck vert ‘Cloudscape’ en ‘Sen IV’ uit van de Japanse componist Toshio Hosokawa en een drietal composities van hemzelf.
Beluister hier een fragment van ‘Winter Music’: