Stadstheater, Arnhem – 15 januari 2018
Hoeveel invloed had u erop waar, wanneer en hoe u werd geboren? U zult waarschijnlijk met mij eens zijn dat toeval hierbij de allesbepalende factor was. Wij bepalen het niet of onze wieg in Syrië, Nederland of Noord-Korea staat. Heeft u zich in het verlengde ooit afgevraagd hoe het zou zijn om te moeten vluchten? Nederland of België verscheurd door oorlog en je besluit weg te gaan. Via diverse omwegen kom je terecht in het veilige, maar oh zo andere Syrië. Absurd? Ja, dat vonden ze in Syrië ooit ook. Dit en meer zat ik mij allemaal af te vragen tijdens Ontheemd!, een nieuwe opera van componist Kaveh Vares, zelf afkomstig uit Iran en librettiste Marjolein Bierens die afgelopen zaterdag zijn première beleefde.
Ontheemd! kwam tot stand in opdracht van het in Apeldoorn gevestigde Orkest de Ereprijs in samenwerking met het Fonds Podiumkunsten en verhaalt van een echtpaar uit een niet nader genoemd land uit het Midden Oosten. Ze zijn hier veilig, maar duidelijk niet gewend, voelen zich niet thuis. Niet dat ze zich niet aan willen passen, maar dat blijkt niet genoeg. De vrouw, een rol van mezzosopraan Merlijn Runia, maakt huizen schoon en geniet daar van de rust. De bewoners zijn niet thuis en zij heeft het rijk alleen. Ze probeert in het heden te leven, maar wordt continu overvallen door herinneringen en de bijbehorende onrust. De man, gezongen door bariton Arash Roozbehi, kan niet tot werken komen. Hij dwaalt door de stad. Hij wil de herinneringen niet wegduwen, maar koesteren. Zij is voor de helft hier en voor de helft daar, hij is nog helemaal daar. Het verschil wordt met name duidelijk aan het eind van de opera als ze samen zijn in hun flat en elkaar letterlijk uit de weg gaan.
We zijn allemaal mensen, maar deze opera maakt prachtig duidelijk hoe groot de cultuurverschillen zijn tussen hier en daar en hoe groot de afstand. Maar vooral hoe groot de pijn is die gepaard gaat met alles achterlaten. Alles wat samenhangt met je identiteit. Bierens giet het in prachtige zinnen. Reeds in het begin als ze de metafoor van de boom opvoert: “Zie de boom voor het huis, haar wortels geschroefd in aarde onder steen. In oorlog of noodweer is dit haar plaats.” Orkest de ereprijs acteert in dit krachtenveld met vloeiende, maar ook melancholieke lange lijnen van de blazers – hét kenmerk van dit unieke ensemble. De toon is gezet. En dan dit: “Vooruit kom dan maar binnen met je goedkope schoenen, je gekregen mantel, je agressieve geur van mielie en amasie, van citrus en van hars.” Ja, je moet blij zijn dat je nog leeft en hier mag wonen! En: “Hoe was je naam ook alweer?” Net daarvoor heeft ze gezongen hoe belangrijk het is die naam, “Goed uitgesproken op de manier zoals het hoort, met de klemtoon op de juiste klanken, van de naam die bij mijn voorouders hoort.” Want een naam is als die boom, hij verbindt je met je verleden. En zoals ze terecht aanvult: “Hier opent mijn naam geen wereld.”
En het leed dat Roozbehi bezingt van het verwoeste huis en dat vurig wordt verklankt door het ensemble met zware paukenslagen die het geluid van de blazers doorklieven. “Deuren die grendels hadden. En toch lukte het niet de buitenwereld buiten te houden.” Nee, tegen bommen richt je niet veel uit. “Alles wat vroeger kon horen was doof. Alles wat vroeger kon voelen was lam.” En dan de herhaling van “Schreeuw zonder geluid”. In het hoogste register dat deze bariton haalt. Schrijnend. Terug bij de vrouw. Als intermezzo’s tijdens het stofzuigen beklaagt ze zich erover dat die Nederlanders eigenlijk niets van hun weten en dat voel je erbij: dat ze dat ook niet willen weten. Maar ze moet door, zoveel is zeker, ze wil er niet bij stil staan en vertelt haar man over haar huizen. “En wij dan, wie zijn wij?” is zijn reactie waar zij geen antwoord op heeft.
Beklemming dus alom in deze kameropera. Het Nederlands met accent van de beide vocalisten die de intense poëtische zinnen van Bierens voordragen, deels gesproken, deels gezongen, past hier prachtig, evenals de muziek van Vares die de Oriënt in zich draagt. De repeterende patronen, de stijl van zingen het heeft onmiskenbaar de invloeden die zo goed passen bij dit thema. Maar bovenal is dit een opera die ontroert en tot nadenken stemt.