De Australische componist en pianist Anthony Pateras, sinds enige jaren woonachtig in Berlijn, voegde onlangs weer twee nieuwe albums toe aan zijn steeds verder uitdijende muzikale universum. ‘Music in Eight Octaves’ is een stuk voor twee piano’s dat Pateras hier uitvoert samen met Chris Abrahams en ‘The Slow Creep of Convenience’, dat eveneens een gehele Cd beslaat, is voor kerkorgel en elektrische viool. Pateras neemt het orgel voor zijn rekening en op viool horen we Erkki Veltheim.
Chris Abrahams kennen we natuurlijk als de pianist van The Necks, het pianotrio dat sinds decennia jazz met minimal music verbindt tot een geheel eigen, direct herkenbare stijl. Maar de muziek op ‘Music in Eight Octaves’ is slechts ten dele te vergelijken met die van The Necks. Ook hier is zeker een repetitief element aanwezig maar Pateras houdt het daar niet bij. Zoals hij zelf stelt in het wederom bijzonder mooi uitgegeven sobere artwork: “I want there to be things that I’m out of control of, and I think this is related to the human experience of time passing, of musical material being modulated by that; time.” Pateras heeft een punt en muziek is zeker een kunstvorm dat hier gestalte aan kan geven. Dit stuk is dan ook een oeverloze vorm van muzikale expressie waarbij de twee pianisten over elkaar heen buitelen met een bijna nerveus aandoend klankspectrum. Maar al komt het lang niet altijd zo over op de luisteraar, het stuk heeft wel degelijk een structuur, maar dan wel die van het dagelijks leven dat eveneens vol verrassingen en voetangels en klemmen zit.
‘The Slow Creep of Convenience’ is een zeer sfeervol stuk waarin zowel het orgel als de viool mysterieus aandoende klankwolken produceren, waarbij de klanken van de beiden instrumenten zodanig met elkaar verweven worden dat niet is uit te maken welk instrument we op een zeker moment horen. Veltheim, oorspronkelijk afkomstig uit Finland maar woonachtig in Australië – Pateras en hij woonde op enig moment beiden in Melbourne – en Pateras blijken in dit stuk volledig aan elkaar gewaagd en dompelen ons onder in een bad aan geluid. Maar er is meer aan de hand. De heren geven met dit album, en de titel duidt er reeds op, ook een statement af. Het bijgaande boekje dat een interview bevat van Pateras met Veltheim werpt daar meer licht op. Veltheim stelt reeds aan het begin dat “the official culture of any society is necessarily a direct reflection of the current social and economic hegemony”. Voor het neo-liberalisme betekent dit, volgens Veltheim “that the whole creative process begins from a premise of consumption and marketability”. Het zal u niet verbazen dat beiden niet bijster enthousiast zijn over dit gegeven. In dit licht moeten we de zin ook zien die afgedrukt staat in het Cd hoesje: “Convenience and user-friendliness shape society into their own image. So that anything that falls outside instant gratification becomes alienating and repulsive.” Het geldt zeker ook voor deze muziek die ons overrompelt en tegelijkertijd op geen enkele wijze houvast geeft: er is geen ritme, geen melodie, louter geluid.
De conclusie is weer duidelijk. Of het nu verrassend is of verontrustend. Pateras voegt hier wederom een paar interessante bouwstenen toe aan zijn muzikale universum. Hopelijk zullen er nog vele volgen.
Van beide albums is een stukje te horen via Bandcamp. Hier zijn de albums ook te koop: