In het voorjaar van 2016 brachten het Nederlands Kamerkoor en Cappella Pratensis onder leiding van Stephen Layton een bijzondere serie concerten rondom de uit 2008 stammende ‘Missa Unitatis’ van de Engelse componist Antony Pitts. Beide koren zongen dit stuk gezamenlijk, een primeur en brachten daarnaast afzonderlijk een gevarieerd programma. Bijzonder was ook dat aan ieder concert een plaatselijk amateurkoor deelnam. Tijdens het concert in Tilburg waarvan hier verslag is gedaan was dat Kamerkoor Ad Parnassum. Inmiddels is deze mis van Pitts op Cd uitgebracht bij Challenge Records. Een reden om er nog eens uitgebreid bij stil te staan.
Pitts schreef ‘Missa Unitatis’ ter gelegenheid van het jaar van het religieus erfgoed in opdracht van de in ‘s-Hertogenbosch residerende Illustere Lieve Vrouwe Broederschap dat reeds 700 jaar bestaat en een rijke geschiedenis kent. Bijzonder aan deze broederschap is dat het al eeuwen lang een oecumenisch uitgangspunt heeft. Dat wortelt in het gegeven dat ‘s-Hertogenbsoch in 1629 door Fredrik Hendrik veroverd werd op de Spanjaarden. Aansluitend hierop verzocht de protestante gouverneur van ‘s-Hertogenbosch in 1641 met enige van zijn vrienden toelating tot de Broederschap. Zoals de website van de broederschap aangeeft werd hun verzoek gehonoreerd en kwamen er aansluitend nieuwe statuten, die onder meer bepaalden dat de Broederschap voortaan zou bestaan uit 18 leden (broeders) in de Rooms Katholieke en 18 leden in de Reformatorische lijn. Dit is tot op heden het geval. Vandaar ook dat Pitts het stuk schreef voor twee afzonderlijke koren, een groot koor en een klein en het als ondertitel ‘a mass of unity’ meegaf. Tijdens de première in 2008 waren dat het koor van de Sint Jan en het eerder genoemde Cappella Pratensis.
Ook op de Cd vinden we naast deze mis een keur aan andere werken, uitgevoerd door het Nederlands Kamerkoor, Cappella Pratensis en het Nationaal Vrouwen Jeugdkoor, dat één van de amateurkoren was dat deelnam aan de tournee. Pitts’ mis is als een rode draad door dit album verweven. Dat is wel even wennen maar er is veel te zeggen voor deze keuze. Het is zo een symbool van de onderlinge verwevenheid van de stukken en de deelnemende koren. Bij het vijfdelige ‘Missa Unitatis’ stonden we natuurlijk reeds uitgebreid stil in de recensie naar aanleiding van het concert. Deze hernieuwde kennismaking maakt echter nog duidelijker wat een prachtig en ook tijdloos stuk Pitts schreef en bovenal hoe geweldig hier gezongen wordt door de twee koren en hoe goed de klanken van de beide ensembles op elkaar aansluiten. De bijdragen van Cappella Pratensis op dit album, ‘Nasciens mater’ van Jean Mouton en ‘Ego flos campi’ van Jacobus Clemens Non Papa kwamen eveneens reeds aan bod in de recensie naar aanleiding van het concert.
Interessanter, in het licht van de doelstelling van deze blog, zijn de bijdragen van het Nederlands Kamerkoor en het Nationaal Vrouwen Jeugdkoor. Het Nederlands Kamerkoor, ook hier onder leiding van Layton en met James McVinnie op het orgel brengt de uit 2014 stammende ‘Spiral Mass’ van de Amerikaanse componist Nico Muhly. Muhly zelf noemt het stuk “in a sense a love-letter to Stravinsky’s own Mass.” De mis die deze componist schreef in 1948. Een hoogtepunt in deze vierdelige mis is het ‘Gloria’ dat begint met een ritmische, repeterende orgelpartij en dat verder bijzonder harmonieuze en bijna liefelijke samenzang biedt. Het ‘Sanctus’ is daarentegen donker van aard en heeft iets gejaagd. Tot slot is er het verstilde ‘Agnus Dei’ op een drone van het orgel.
Het Nationaal Vrouwen Jeugdkoor, geleid door Wilma ten Wolde zingt allereerst ‘Ave Verum’ van Francis Poulenc uit 1952. In de ruim twee minuten dat het stuk slechts duurt weet deze componist met drie stemmen te ontroeren. Poulenc toont zich hier duidelijk schatplichtig aan de Renaissance polyfonie maar voegt tevens moderne elementen toe. Bijzonder is ook ‘Spring, the Sweet Spring’ dat de Letse componist Ēriks Ešenvalds voor dit koor schreef ter gelegenheid van hun vijftiende verjaardag. Ešenvalds zet hier de vrouwenstemmen op onverwachte wijze in om de lente te verklanken. Het vormt een welkome aanvulling aan de sereen klinkende missen van Pitts en Muhly. Dat geldt op een andere manier ook voor de twee traditionele Zweedse stukken die het koor zingt. ‘Den sinade dag’ en ‘Hemlig stod jag’ blinken uit door hun verfrissende eenvoud. Met deze stukken levert dit koor een interessante en boeiende toevoeging aan deze rijke Cd.