Kunstencentrum Vooruit – Gent – 25 november 2017
Voor de vierde keer op rij vond de afgelopen dagen het festival Eastern Daze plaats in de Gentse Vooruit. Met dit keer een minder imposante bezetting dan de voorgaande jaren, maar nog steeds met een aantal mooie acts. Tevens werd er dit jaar wat afgeweken van tot nu toe gevolgde muzikale lijn. Het festival bood immers de afgelopen drie edities muziek uit alle windstreken met repetitieve ritmes, trance en de drone als gemeenschappelijk kenmerk. Dat etiket, zo bleek gisterenavond, is nu lang niet meer op iedere act te plakken.
Sterker nog, het festival gaat niet alleen meer over muziek. De openingsfilm ‘Zerzura’ van Christopher Kirkley, de grondlegger van Sahel Sounds is een mooie mythische film spelend onder de herders van Niger maar gaat niet over muziek. De soundtrack voldoet weliswaar aan alle verwachtingen, maar dit is niet het type film dat je in eerste instantie verwacht bij dit festival. Dat was vorig jaar wel het geval met de film ‘A Story of Sahel Sounds’ over het gelijknamige platenlabel van Kirkley. Ook de muziek van Susan Alcorn past niet echt in het tot op heden gehanteerde kader. Al doet dat niets af aan de intrinsieke kwaliteit van haar muziek. Alcorn heeft een achtergrond in de traditionele country & westen muziek waar haar instrument, de pedal steel zich natuurlijk uitstekend voor leent. Maar bij haar vindt je die kenmerkende zingende resonantie vrijwel niet terug. Ze herdefinieert het instrument en produceert een geluid dat vaak meer weg heeft van dat van een gitaar en soms ook wel wat lijkt op het geluid van de theremin. Daarbij zoekt Alcorn de verstilling en de meditatie, zowel in een aantal eigen stukken – ‘Mercedes Sosa’ opgedragen aan de gelijknamige zangeres en ‘The Healer’ voor haar acupuncturist – als in stukken van Olivier Messiaen, ‘O Sacrum Convivium’ en Astor Piazzolla. Al met al een bijzonder concert waarin Alcorn ons met name de ogen opent voor de mogelijkheden van die eenzijdig gelabelde pedal steel, met ‘O Sacrum Convivium’ als hoogtepunt. Of Messiaen het voor pedal steel heeft geschreven zo klinkt het. Zo verstild als Alcorn klinkt zo buitenissig is het optreden van de Japanse Keiko Higuchi met bassist Louis Inage. Higuchi is een zangeres die zo weggelopen lijkt uit een Berlijnse nachtclub in de jaren ’20. Dit is expressionisme met een vleugje dada. Extravert, theatraal en lichtelijk over de top. Maar met haar heftige pianospel, dito zang en speciale effecten middels loopingtechnieken weet ze zeker te imponeren.
De uit Zimbabwe afkomstige Stella Chiweshe die het avondprogramma mag openen weet eveneens te imponeren maar heeft daar al die theatrale middelen niet voor nodig. Deze dame die de ‘Queen of Mbira Music from Zimbabwe’ wordt genoemd zou je met recht een minimalist kunnen noemen. Haar instrument is de mbira, een kleine duimpiano die je op schoot speelt. Daar werkt ze al veertig jaar mee. Het simpele instrument brengt een meditatieve, ritmische klank voort en Chiweshe brengt het festival dan ook weer naar zijn bestaansrecht: trance. Naast die mbira bespeelt Chiweshe het publiek. Met haar aanstekelijke wijze van doen krijgt ze ons aan het meezingen, meeklappen, zelfs tot het imiteren van vogels. “Imagine you are a bird” draagt ze ons in het laatste nummer op. Afework Nigussie, afkomstig uit Ethiopië en in onze contreien geen onbekende door zijn samenwerking met The Ex, kan de vergelijking met Chiweshe prima doorstaan. Ook hij maakt het allemaal niet vreselijk ingewikkeld. Zijn instrument is de, in onze ogen zeer primitieve, masingo, ofwel de éénsnarige luit. Maar op de juiste wijze bespeeld en laat dat maar aan Nigussie over produceert dit instrument een verrassend aanstekelijk geluid. Dat heeft alles te maken met de linkerhand die die ene snaar ritmisch beslaat terwijl de bard met de rechterhand de strijkstok hanteert. Traditionele ritmes vermengt hij met prachtige zang die vaak opvallend goed samenvalt met de klank van zijn instrument.
Richard Dawson komt van dichter bij huis. Van de andere kant van het kanaal. Deze Brit, die tijdens het optreden zijn ongenoegen over de Brexit niet onder stoelen of banken steekt, verraste nog maar onlangs met zijn album ‘Peasant’, een opmerkelijke conceptplaat over een middeleeuws dorpje. In ‘Soldier’ laat Dawson horen wat hem groot maakt. De soldaat, weggerukt uit zijn gewone bestaan wil maar één ding: terug naar huis en naar zijn lief. “I’m tired. I’m afraid” zingt Dawson ingetogen en met compassie om dan gierend uit te halen met “My heart is full of dread”. Hier trekt je ziel zich samen. In deze twee zinnen zit de essentie van Dawson: ingetogen, breekbare zang, tegen het valse aan en ja, soms er ook overheen versus gierende uithalen, getormenteerd, gruwelijk, vergezeld van stevige rock. Het vormt één van de hoogtepunten van dit nog altijd boeiende festival.
Bekijk hier een eerdere opname van de uitvoering van ‘O Sacrum Convivium’ van Olivier Messiaen door Susan Alcorn:
En zie hier Stella Chiweshe aan het werk op de mbira in ‘Rwavasekuru’
En bekijk hier de originele video van Richard Dawson’s ‘Soldier’: