De titel ‘Black Dawn’ zegt natuurlijk reeds genoeg over wat we op het laatste album van het Duitse Phallus Dei mogen verwachten. Weliswaar dit voorjaar reeds uitgebracht, moet deze hier toch nog voorbij komen, simpelweg vanwege de ruige schoonheid die deze heren weten op te roepen. Het trio bracht in 1991 het debuutalbum uit, ‘Pontifex Maximus’ en schudt sindsdien met grote regelmaat de muziekwereld wakker met zijn duistere klanken.
Wat wil je ook met een groep die zich vernoemde naar het legendarische album uit 1969 van Krautrockers Amon Düül! Zoals vaker, ontmoetten de drie mannen van Phallus Dei elkaar tijdens een optreden van één van de leden, in dit geval multi-instrumentalist Richard van Kruysdijk. Sindsdien vormen Oliver St. Lingam, oftewel Oliver Strahl, Mk. E. – het alias van Marc Ernsting en Van Kruysdijk een trio dat zo ongeveer alles bespeelt wat los en vast zit en de elektronica geenszins schuwt. Zo lang het maar in dienst staat van het gewenste geluid. Op ‘Black Dawn’ leveren daarnaast een aantal onverwachte gasten een bijdrage.
Nee, dit is geen album voor tere zielen, de vijf nummers hakken er daarvoor iets te stevig in. Opener ‘Slewed’ begint dan ook met een geluid dat nog het meest weg heeft van een op hol geslagen cirkelzaag. Een diep doordringende, monotone dreun die vergezeld gaat van het geluid van wegspringende vonken staal. Een louterende ervaring. In ‘Starman’ neemt het trio ons samen met gast solist Peter Brötzmann mee op een bizarre en zeer ritmische trip. ‘Starman’ begint als een stomend, dwingend en overrompelend stuk dat je als luisteraar mee de diepte in trekt, waarna er een omslag plaats vindt en het ritme iets weg krijgt van minimal music, aangevuld met een zeer kenmerkende Brötzmann solo. Op het scherpst van de snede blaast deze de longen uit zijn lijf. Het geheel kan omschreven worden als een eclectische mix van metal, techno en freejazz.
En dan is er het prachtige, stemmige ‘Zauberwald’. Het doet zijn naam eer aan. Het is het woud dat op de achterkant van de hoes staat afgebeeld. We horen een diepe drone, een Duits sprekende stem, vol drama, waarna het ritme, gruizig en doordringend zijn intrede doet. Een ritme dat mede voortgebracht wordt door een andere onverwachte gast, celliste Jacqueline Hamelink. Kennen we haar vooral uit de klassieke wereld, met dit idioom blijkt ze ook prima raad te weten. De cello levert hier net dát betoverende extra element. ‘Krieger’ speelt het trio op eigen kracht en ook hier vinden we dat nietsontziende, gruizige geluid. Als de zwarte pek die van het beeld op de door Richard van Kruysdijk ontworpen voorkant van de hoes afdruipt.
Om ons te verleiden tot het kopen van Cd én LP heeft Phallus Dei ervoor gekozen om de Cd met het stuk ‘Stigmata’ te laten eindigen en de LP met ‘Corpus’. Aangezien we hier de Cd bespreken richten we ons dus op ‘Stigmata’ waarop we als gasten Niels van Hoorn op bas saxofoon aantreffen en Merzbow op elektronica. En het twintig minuten durende ‘Stigmata’ is in alle opzichten een verrassing, zeker gezien de eerste vier stukken op dit album. Want ‘Stigmata’ klinkt aanvankelijk ingetogen en vol licht. En dat hebben we nog niet eerder gehoord. Dit is dan ook de zon die doorbreekt en de duisternis verdrijft. Tegen de helft sluipt ook hier echter iets onbestemd naar binnen, iets dat beklemt. De heren kunnen het niet laten, denk je dan. Maar tegelijkertijd verleent het aan dit nummer de benodigde spanning. Het zet zich door en ja hoor, na ruim elf minuten is er geen ontkomen meer aan. De duisternis is weer terug en donkerder dan daarvoor! Donker zwart zullen we maar zeggen.
Het album is te koop via de platenmaatschappij Dark Vinyl.