Verkadefabriek – ‘s-Hertogenbosch – 11 november 2017 (November Music)
Twee concerten minimal music in de Verkadefabriek deze zaterdag, één met de muziek van Philip Glass en festival-in-focus componist Anthony Fiumara, uitgevoerd door Slagwerk Den Haag en één met de muziek van die andere grondlegger van de minimal music, Terry Riley, waarvoor we naast hetzelfde Slagwerk Den Haag, het Ragazze Quartet, dit jaar de artist in residence op November Music en Kapok aantreffen. In beide gevallen schudden de dames en heren de traditie aardig op!
Geldt voor de meeste componisten dat hun werk aan kwaliteit en diepgang wint naarmate ze ouder worden, voor Philip Glass geldt zo ongeveer het tegenovergestelde. De vroege stukken die Slagwerk Den Haag hier brengt: ‘Music in Similar Motion’, ‘1+1’ en ‘Mad Rush’ laten weer eens horen hoe goed de vroege Glass was en hoe weinig hier nog van over is. Dat ligt overigens ook aan de uitstekende bewerkingen die Slagwerk Den Haag maakte, met name van ‘Music in Similar Motion’ en ‘Mad Rush’. Het kenmerkende geluid van Glass in die vroege jaren komt hier perfect tot uiting. De eindeloze reeks patronen die met een bedwelmende regelmaat over elkaar heen worden gelegd en daarmee met elkaar vervloeien tot één verdicht weefsel van klank. Op een manier die we van alle minimal music componisten alleen bij Glass tegenkomen. Drie noten en je weet het, dit is Glass. Van Fiumara speelt Slagwerk Den Haag ‘Vitreous Body’, de losse delen verweven met de stukken van Glass. Het werk van Fiumara heeft zonder meer kenmerken van dat van Glass, maar Fiumara’s muziek is eclectischer. Hij betrekt meer stijlen in zijn werk, zo horen we in één van de delen onmiskenbaar elementen uit de barokmuziek.
Die andere godfather van de minimal music, Terry Riley, staat centraal in het avondprogramma. Het Ragazze Quartet speelt samen met Kapok een bewerking van het strijkkwartet ‘Sunrise of the Planetary Dream Collector’ en samen met Slagwerk Den Haag een bewerking van het beroemde ‘In C’. Net zoals overigens op het in 2016 verschenen album ‘Four Four Three – Music of Terry Riley’. Nu biedt Riley zelf veel mogelijkheden om een eigen draai te geven aan zijn stukken. Zo laat hij bij ‘In C’ het aantal spelers, als de keuze van de instrumenten vrij. Maar zoveel vrijheid als deze musici nemen zal zelfs Riley verbaasd hebben. Hij gaf er zijn goedkeuring aan, maar van de oorspronkelijke stukken is weinig meer te herkennen. U moet hier dan ook meer ‘in de geest van’ lezen. Dat is overigens geen diskwalificatie maar wel een constatering. De minimal music is hier verrijkt met een flinke dosis folk, rock en jazz en op het einde van ‘In C’ wanen we ons eerder op een dance festijn dan bij een klassiek concert. Maar het moet gezegd: hier wordt gemusiceerd met een grenzeloze drive en overgave en Riley’s muziek wordt aaneengesmeed tot een superstrak en zeer enerverend ritueel. Je moet er van houden en de puristen zullen het niets vinden, maar knap is het zeker.