STUK, Leuven – 22 oktober 2017
De twee afsluitende concerten van het Transit Festival betreffen die van het uit Berlijn afkomstige Ensemble Adapter, dat stukken brengt van Sarah Nemtsov en Simon Løffler en van het Belgische gitaarkwartet Zwerm dat stukken speelt van Christopher Trapani, Joanne Bailie en Alexander Schubert. Beide concerten zijn, ieder op hun eigen wijze geslaagd te noemen en brengen dit boeiende festival hiermee tot een goed einde.
Ensemble Adapter heeft qua opzet wel wat weg van het eerder genoemde Yarn/Wire. Ook hier betreft het een kwartet, ook hier bestaand uit twee mannen en twee vrouwen en ook hier zijn de musici multi-inzetbaar en ook hier valt het afwijkende instrumentarium op. De keuze voor de componisten is echter een heel wat gelukkigere, waarmee dit optreden ook een prima onderbouwing vormt voor de eerder geventileerde mening over het concert van Yarn/Wire. Slechte musici kunnen een goed stuk verknallen, maar goede musici kunnen nooit van een slecht stuk een goed stuk maken, integendeel, de onvolkomenheden van het stuk zullen alleen nog maar meer opvallen. De Deense componist Simon Løffler is geen componist van het grote gebaar en de theatraliteit. In tegendeel, in de drie stukken die het ensemble hier speelt, kortweg ‘a’, ‘b’ en ‘d’ geheten neemt Løffler telkens één simpel idee als uitgangspunt dat hij verder uitwerkt. Zo wordt ‘a’ dat geschreven is voor kinderen die geen muzieknotatie kunnen lezen een bijzonder simpel stuk dat door de vier musici, in een cirkel, op de grond wordt gespeeld. Het instrumentarium bestaat uit twee speelgoed xylofoons, een speelgoedpiano en een klein keyboard. De melodietjes zijn verrassend eenvoudig en toch werkt het. Ook in ‘b’ staat een eenvoudig gegeven centraal. De muzikanten geven middels statische elektriciteit geluid aan elkaar door. Alleen is de muziek hier geheel anders. Knetterende noise en schurende distorsie pijnigen onze zenuwen.
Sarah Nemtsov creëert in ‘Haus’ een bijzondere klankwereld. Zelf ziet ze het als een soort van sluitstuk nadat ze de kamermuziekcyclus ‘Zimmer’ voor dit ensemble schreef, samen met drie solo-uitbreidingen. Het stuk klinkt, naar analogie van de titel, intiem en rustgevend, maar behelst ook die andere kant van een ruimte, het afgesloten zijn en het benauwde. Dankzij de inzet van een basfluit en een basklarinet weten de musici deze sfeer prima neer te zetten. Het meest bijzondere zijn de licht repeterende, meanderende momenten in het stuk, dat versterkt wordt door de inzet van metalen gongs die de muziek tevens een exotisch karakter verleent, op enige moment zelfs culminerend in een tribaal aandoend ritme.
Het concert van Zwerm, onder de naam ‘Our Ears Felt Like Canyons’ valt allereerst op door de setting. Het podium staat in het midden van de ruimte omgeven door een gordijn. De leden van dit kwartet zijn dan ook in de stukken van Trapani en Schubert in het geheel niet te zien en in het stuk van Bailie wel, maar dan slechts als vaag uitgelichte gestaltes. De Franse componist Pierre Schaefer doopte dit ooit ‘Acousmatic Listening’, refererend aan de leerlingen van Pythagoras die hun meester hoorden vanachter het gordijn. Het grote voordeel van deze benadering is dat in wezen niets je hoeft af te leiden van de muziek aangezien er niets te zien valt. De Amerikaanse componist Christopher Trapani, die op de laatste editie van het Gaudeamus festival nog in de jury zat komt hier met een nieuw werk voor dit kwartet, ‘Shotgun Shoegaze’. Ook hier haalt Trapani zijn inspiratie weer uit de populaire cultuur. Deels uit het gebruik van de slidegitaar, die een grote rol speelde in de blues en deels uit de shoegaze, een stroming uit de pop. Het levert subtiele, lang uitgesponnen en vliedende muzikale lijnen met een bedwelmend effect. Een sfeer van weemoed wordt daarbij ons deel tot Trapani het geheel laat uitmonden in een doordringende en overweldigende geluidsstorm.
Joanna Bailie baseerde haar compositie, ‘Last Song from Charleroi’ op veldopnames die zij in die stad maakte van metaal- en schrootverwerking. Dat materiaal wordt gedurende het stuk steeds sneller weergegeven. Aan het begin hoort de luisteraar dan ook een zeer lang uitgesponnen toon, als een nevel boven een surrealistisch klanklandschap. Het nodigt dan nog uit tot wegdromen. Met de versnelling neemt ook de onrust toe. En de nevel wordt een bries, wordt een stevige wind. Met ‘WAVELET A “Societies / Sciences”‘ componeerde Alexander Schubert de meest bijzondere compositie van deze avond. Zoals vaker in zijn werk komen ook hier weer een grote diversiteit aan muzikale stijlen samen: Postrock, dance, veldopnames en experimentele elektronica verrijken zijn compositie. Tevens heeft hij gesproken passages van ‘Sonatas for Mac Voice’ van Gordon Krieger in zijn stuk verwerkt. Schubert componeerde een alleszins vervreemdende wereld in dit stuk waar we nog lang op kunnen kauwen.
En hiermee kwam ook de editie van 2017 van Transit weer ten einde. Maar de data voor volgend jaar zijn al bekend. U bent van 12 t/m 14 oktober weer van harte welkom in Leuven. Het zal u goed doen!