STUK, Leuven – 21 oktober 2017
Op de tweede dag van het Transit Festival worden we direct getrakteerd op de eerder genoemde componisten die zich begeven op het snijvlak van muziek, performance en multimedia. De ‘Lecture about Sad Music and Happy Dance’ van Matthew Shlomowitz is daar wellicht wel het mooiste voorbeeld van, maar ook in het concert van het kwartet Nordic Affect zitten een tweetal werken waarin het niet meer alleen om muziek gaat.
Met de woord ‘Lecture’ in de titel zet Shlomowitz ons bewust op het verkeerde been. Want kennisoverdracht, ook al is daar wel sprake van, is zeker niet zijn hoofddoel. Zijn stuk gaat kort gezegd over muziek en het oproepen van emoties. Op zich een bijzonder fenomeen aangezien noten op zichzelf staand geen betekenis hebben. Toch herkennen wij allemaal vrolijke en droevige muziek, wat overigens voor een deel ook nog cultureel bepaald is. Naar de achtergronden van dit fenomeen zijn inmiddels kasten volgeschreven en daar is het Shlomowitz ook niet om te doen. Hij wil niet zo zeer kennis overdragen als wel laten ervaren. Middels danseres Shila Anaraki en violiste Aisha Orazbayeva, die volgens hun biografieën overigens meer in hun mars hebben dan deze rollen, test Shlomowitz onze emoties op onverwachte wijze en toont hij ons tevens dat onze reacties lang niet altijd zo voor de hand liggend zijn als we vaak denken. Een violiste die droevige muziek speelt, dus langzaam en zacht klinkend, want dat zijn kenmerken in combinatie met een ingetogen dans roept de bijpassende emoties op. Tot zover is het duidelijk. Maar wat als één van de twee iets tegenovergesteld doet? Wat als de dans past bij wat we onder vrolijk scharen? En wat te denken van het begrip infrasound. Geluid dat we niet horen, maar dat wel degelijk invloed op onze emoties uitoefent? En waarom werken ‘de wetten’ die psychologen hebben ontdekt in de praktijk vaak ook niet? Waarom voelen we ons soms juist somber bij een opgewekt stuk? Of waarom kun je als je in de put zit vaak beter nog somberder muziek opzetten? Ja, waarom hebben we überhaupt vaak een voorkeur voor sombere muziek? Antwoorden geeft Sholomowitz niet, daar moeten we zelf naar op zoek. Eén ding wordt echter, alle ontdekkingen op dit terrein in ogenschouw nemend wel steeds duidelijker: hoe wij muziek appreciëren, de emoties die we er bij voelen en hoe we daar weer mee omgaan, we hebben er allemaal bijzonder weinig invloed op. U bent dus gewaarschuwd bij toekomstige luisterervaringen!
De twee concerten in de middag, van het uit IJsland afkomstige Nordic Affect en van het Belgische Het Collectief werpen beiden een totaal ander licht op de hedendaagse gecomponeerde muziek. Nordic Affect, bestaand uit vier vrouwen, zette vier vrouwelijke componisten op het programma. Helaas nog steeds een bijzonderheid. De Vlaamse Heleen van Haegenborgh, die eerder verraste met het prachtige ‘Signaux’ waarin ze de klank van de piano combineerde met echte scheepshoorns, creëert hier met ‘Index’, gebaseerd op een tekst van Georges Perec, ‘Sign particulier: néant’, een al even fragiele klankwereld vol subtiele tonen. Opvallend hierbij is het gebruik van de clavecimbel (Nordic Affect bestaat uit een strijktrio en een clavecimbel). Guðrún Óskarsdóttir bespeelt hier nylondraden die bevestigd zijn aan het binnenwerk van het instrument, hiermee een spookachtig geluid creërend, een geluid dat prima past bij de lange, ijle lijnen die het strijktrio trekt. Gaandeweg neemt de hectiek toe en krijgt het geheel iets dreigends. Het stuk eindigt met het voorlezen van de tekst, bestaand uit een lijst van mogelijke scenes voor een nooit gemaakte film, waarbij Perec zich de beperking oplegde dat er geen gezichten in beeld mochten komen. Die grote mate van subtiliteit, zich uitend in een soort van klanklandschappen zit ook in Liisa Hirsch‘ ‘Dynamics of Contact’, geschreven voor strijktrio. Zeer subtiel, ijl en eigenlijk op een onnadrukkelijke wijze aanwezig. Zo’n stuk waarin niets gebeurt en tegelijkertijd alles. Een stuk ook waarin de tijd stilvalt. Opvallend is verder dat de twee componisten die naar multimedia grijpen, Maria Huld Markan Sigfúsdóttir en Nicole Lizée het minste weten te overtuigen. ‘Leave Nothing but Footprints, Break Nothing but Silence’ van de laatste is er zelfs topzwaar van geworden en de overweldigende combinatie van beeld, akoestische muziek, elektronische muziek, veldgeluiden en licht benauwt eerder dan dat het verrijkt.
Het meest opvallende aan het optreden van Het Collectief is het onwaarschijnlijke niveau dat dit ensemble ook hier weer ten toon spreidt. Het nieuwe stuk van Robert Zuidam, ‘Serres Impies’, met een glansrol voor sopraan Katrien Baerts spelen de musici alsof ze het al jaren op het repertoire hebben staan, in plaats van dat het hier een première betreft. Zuidam zette teksten uit ‘A Rebours’ van de Franse romancier Joris-Karl Huysmans op muziek. In dit stuk beschrijft Huysmans in de woorden van Zuidam “nauwgezet de schoonheid, verwelking, ziekelijkheid en het uiteindelijke verval van…buitenissige flora.” Het levert bij Zuidam een zinderende, bij vlagen diep dramatisch stuk op. Waarin de emoties danig worden bespeeld om nog maar even bij de eerdere performance aan te sluiten, maar dan op een volstrekt integere en zeer overtuigende wijze. Het verval krijgt prachtig vorm middels de donkere kleuren van de cello en de basklarinet en natuurlijk door de overweldigende performance van Baerts die een ingetogen, maar zeer expressieve wijze van sprech-gesang afwisselt met dramatiek op orkaankracht. Hier werd geschiedenis geschreven. De twee andere stukken die Het Collectief uitvoert, Bram Camp’s ‘Music for 3 instruments’ en Beat Furrer’s ‘Aer’, respectievelijk uit 2010 en 1991 zijn op hun manier eveneens zeer de moeite waard. En zo hermetisch en abstract als ‘Aer’ klinkt zo toegankelijk en harmonisch klinkt Van Camp’s stuk, naar eigen zeggen refererend aan Bártok. En ook hier klinkt Het Collectief weer zoals altijd, groots!