Grant Cutler – Self Potrtait

De uit Brooklyn, New York afkomstige componist Grant Cutler treedt alle regels van het spel met voeten. Niet alleen speelt hij zelf een grote rol als uitvoerder op het recente bij Innova verschenen ‘Self Portrait’, een groot deel van de composities is strikt genomen niet eens van hem. En dan klinkt de muziek op dit album ook nog eens helemaal niet als hedendaags gecomponeerde muziek, meer als experimentele elektronica. Maar interessant is wat Cutler doet zeker en de vragen die hij opwerpt zijn het onderzoeken meer dan waard.

Zo is een belangrijk filosofisch uitgangspunt van dit album onze omgang met tijd. Wij zijn gewend te denken in verleden – dat wat voorbij is, het heden waarin deze recensie wordt uitgetikt en de toekomst die zo meteen een aanvang neemt. Maar het uittikken van deze recensie is al weer het verleden op het moment dat u hem leest, in het heden. Met dit gegeven speelt Cutler. In zijn composities laat Cutler namelijk de musici die hij heeft uitgenodigd, uiteenlopende als Michael Lewis – die we kennen van Bon Iver en zijn samenwerking met Andrew Bird, Aby Wolf, Sarah Pajunen, Michelle Kinney en Jacqueline Ultan, improviseren op vertraagd weergegeven eerder gemaakte opnames van hun eigen muziek. Combinaties die hij vervolgens opneemt en weer bewerkt. Zo spelend met het begrip tijd. Het is daarmee niet meer louter het werk van Cutler, maar van het collectief. Interessant daarbij is dat op geen enkele wijze is terug te vinden welke musicus het materiaal aanleverde voor een bepaald stuk. Dat is duidelijk niet van belang.

De muziek zelf verhoudt zich eveneens op een bepaalde manier tot het begrip tijd. Of beter gezegd: tijd speelt in de stukken geen rol. Er zit geen opbouw in, geen verhaallijn, geen melodie of ritme. Het zijn klankstromen, naar analogie van natuurverschijnselen als de branding of de wind waarin tijd eveneens geen rol speelt. Zelfs individuele instrumenten zijn niet te herkennen. Het geheel heeft een zeker mysterieus, hallucinerend effect. Het is boeiend, maar je weet eigenlijk niet goed waarom. Soms zoals in ‘Falling Asleep In The Streets’ creëert hij ambient-achtige werelden, op andere momenten, bijvoorbeeld in ‘Part Two’ en ‘Paroxysm’ vindt hij aansluiting bij de duistere vormen van synthesizermuziek van de jaren ’80, terwijl we in ‘Stairwell’ relaties met de minimal music terugvinden.

Het album is te beluisteren via Bandcamp en daar te koop als download (De Cd is te koop bij Innova):