De Canadees Aidan Baker staat bekend als een zeer actief musicus die het ene na het andere album uitbrengt. Daardoor kan het gebeuren dat twee albums die begin dit jaar uitkwamen nu al weer door meer recente uitgaves voorbij zijn gestreefd. Het maakt niet uit, want de muziek blijft de moeite waard. De muziek van Baker is niet nieuw, hij kwam op deze blog ook al diverse keren voorbij, maar deze twee nieuwe albums, uitgebracht door Gizeh Records rechtvaardigen een hernieuwde kennismaking. Hij bracht er een album uit met Claire Brentnall, die we kennen van het duo Shield Patterns dat ze samen met Richard Knox vormt en één met zijn project Nadja.
Het album met zangeres Brentnall, zeer toepasselijk ‘Delirious Things’ genaamd, is van de twee het meest bijzondere. Het laat zien dat zelfs een artiest als Baker nog in staat is om zich te vernieuwen. De eeuwige gitaar waar de man zijn muziek normaal gesproken mee maakt is hier vervangen door een uit 1980 stammende Casio synthesizer. U weet wel, dat apparaat waar al die typische jaren ’80 pop mee werkt gemaakt. Baker gebruikt het instrument om aan cold wave, shoegaze en andere synthetische stromingen verwante geluiden te produceren, die hij vervolgens weer bewerkt met zijn effectapparatuur. Onmisbaar hierbij is de aanwezigheid van Brentnall en haar ijle stemgeluid. Het leidt in een stuk als ‘Dead Languages’ tot krachtige momenten waarin de twee instrumenten: de Casio synthesizer en Brentnall’s stem, perfect met elkaar samenvallen tot één dwingende muzikale wereld. In de drie ‘Interludes’ draagt Baker zorg voor afwisseling in de spanning. Door het trekken van spookachtig ijle lange lijnen en het creëren van sfeervolle momenten. En dan komt die titel weer in beeld: ‘Delirious Things’, want dat is wat waar je de muziek op dit album gerust mee kunt associëren. Bedwelmend is het, uitermate geschikt om in trance en vol overgave naar te luisteren. Wat onverlet laat dat ook dit album een duister element kent. De langzame drone van ‘Interlude III (Wax)’ bezorgt je de koude rillingen en het afsluitende en overweldigende ‘Shivering’ – what’s in a name – vormt de perfecte opmaat voor het album van Nadja.
‘The Stone Is Not Hit By The Sun, Nor Carved With A Knife’ is de poëtische titel die dit album meekreeg. Na een zeer verstild begin barst het los, als een onweer op een zomeravond. Massief klinkt het eerste nummer ‘The Stone’. Massief als een blok hardsteen. We zijn van dit duo, dat naast Baker bestaat uit bassiste Leah Buckareff, wel wat gewend, maar hier weten ze toch de grens weer een stukje op te schuiven. Laag over laag, dendert het gitaargeweld, de noise over de luisteraar. Tijdens dit nummer, dat ruim 20 minuten in beslag neemt, weet je al dat de titel terecht is. Dit blok steen is niet stuk te krijgen. Al voelt ‘The Sun’ in het begin weldadig aan. Met een lichte klankkleur en een repeterende structuur had dit nummer op ‘Delirious Things’ niet misstaan. Bijzonder is ook de zang van Baker, intens en poëtisch. Maar de zon kan heet worden, alles verzengende hitte. En Nadja weet dit prima te verklanken. Het tweede deel is dan ook dat: alles en niets ontziend verzengend. En nergens is schaduw. Tot het muzikale geweld afneemt, de zon onder gaat. Die verstilde, microtonale structuur trekt het duo door in ‘The Knife’. Als een diffuse klanknevel klinkt de muziek hier. Een verstild laatste deel van een zeer overtuigend drieluik.
De beide albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: