Eerder dit jaar bracht het Engelse label Another Timbre een eerste serie van 5 Cd’s uit met werk van Canadese componisten. Later dit jaar zullen er nog 5 volgen. Een goede zet, want Canada is nu niet bepaald het eerste land waar we aan denken als we het over hedendaags gecomponeerde muziek hebben. En dat blijkt, luisterend naar de eerste worp, in het geheel niet terecht. Linda Catlin Smith, Martin Arnold, Isaiah Ceccarelli, Chiyiko Szlavnics en Marc Sabat, de componisten die hier worden gepresenteerd, voegen ieder op hun eigen wijze het nodige toe aan de canon.
Van een Canadese school is geen sprake, al lopen er wel degelijk lijnen tussen de componisten die op deze Cd’s aan bod komen. Zo studeerden Linda Catlin Smith en Martin Arnold aan hetzelfde conservatorium bij Rudolf Kumouros, net als Christopher Butterfield waar Cassandra Miller en Alex Jang, die beiden aan bod komen in de tweede groep van vijf cd’s, weer studenten van waren. Verder is de invloed van componisten als Morton Feldman, John Cage en James Tenney, die ook nog les gaf in Toronto, op veel componisten duidelijk aanwezig. En laten we zeker de verbindende kwaliteiten van musici niet vergeten. Zo hebben Quatuor Bozzini en violiste Mira Benjamin, die we ook veelvuldig op deze cd’s tegenkomen, warme banden met het Huddersfield festival en brachten zo de Canadese componisten naar Engeland.
Dat alles neemt niet weg dat Canada in de muziekwereld niet de plek inneemt die de Europese landen en de Verenigde Staten innemen en dat de uitgestrektheid van het land met slechts en paar, ver uit elkaar liggen steden, nu ook niet bepaald helpt. Die relatieve isolatie geeft een grote mate van artistieke vrijheid maar betekent tevens dat de weg naar de podia lang(er) kan zijn.
Linda Catlin Smith, geboren in 1957 in New York. toog op haar achttiende naar Canada om daar haar master te gaan doen bij de oorspronkelijk uit Tsjechië afkomstige componist Rudolf Komouros aan de University of Victoria in British Columbia. Aansluitend verhuisde ze naar Toronto en Canada werd haar nieuwe vaderland. In haar muziek is ze naar eigen zeggen onder andere beïnvloed door Morton Feldman en John Cage, door traditionele Japanse muziek en door de polyfone Renaissance muziek. In de opener van het dubbelalbum ‘Cantelina’ met de bijzondere bezetting van altviool en vibrafoon horen we dat reeds terug. Het is een verstild werk dat zowel de sporen van de traditie in zich draagt als die van de Avant-garde. Ook ‘Drifter’ kent een aparte bezetting, gitaar en piano, die echter zo goed uitpakt dat je je afvraagt waarom er niet vaker voor deze combinatie wordt gecomponeerd. De invloed van Feldman is in dit stuk goed merkbaar, het is al even verstild en contemplatief als dat we van deze meester gewend zijn. De muziek van Smith is alleen harmonieuzer, getuige bijvoorbeeld ook ‘Gondola’, dat hier gespeeld wordt door het Bozzini Quartet en waarin we de invloed van de Renaissance polyfonie terughoren en bezit vaak ook een sterk repetitief, bijna dwingend karakter. ‘Moi Qui Tremblais’ voor piano, viool en percussie is daar een mooi voorbeeld van. Bijzonder is ook ‘Ricercar’ voor cello solo, dat hier subliem wordt vertolkt door Anton Lukoszevieze en het ruim een half uur durende ‘Folkstone’, uitgevoerd door het Bozzini Quartet dat Smith baseerde op een set aquarelschilderijen van William Turner.
Martin Arnold, geboren in 1959 in Alberta, studeerde eveneens bij Komouros na in zijn jeugd vooral met jazz en prog-rock bezig te zijn geweest en een jaar aan het Koninklijk conservatorium in Den Haag te hebben doorgebracht waar hij les kreeg van Louis Andriessen en Gillius van Bergeijk. Het zijn allemaal invloeden die het werk van Arnold tekenen. Over zijn composities zegt hij zelf in een interview met Simon Reynell: “All the music I make is in some ways melodic. I also think of all of it as being slack, meandering, psychedelic and, even, as its most ponderously enervated, dance music”. Wat Arnold hier zegt is zeker terug te vinden in de drie de stukken op deze Cd. Om te beginnen zijn ‘Points & Walzes’ voor piano solo, ‘Slip Menuet’ voor viool solo en ‘The Split Veleta’ voor viool en piano, gebaseerd op oude dansvormen. Wat zeker niet betekent dat Arnold dansbare muziek maakt. Het gegeven van de dans komt veeleer tot uiting middels de structuur, middels het repeterende karakter. In combinatie met die andere kenmerken die hij noemt, het meanderende en het psychedelische, dwingen ze de luisteraar tot aandacht. In ‘Points & Waltzes’ dringt zich dan ook zeker ook de vergelijking met John Cage op. In ‘Slip Minuet’ horen we die structuur van de dans nog beter. De link met de traditie is hier overduidelijk. Bijzonder is hier ook het tweede deel, waarin de dans op een veel abstractere manier zijn weg vindt naar de luisteraar. Arnold’s muziek en het tweede deel van ‘The Split Veleta’ maakt dat wellicht nog wel het meest duidelijk, heeft ook zeker een meditatief karakter, het psychedelische element dat hij zelf aanstipt.
Van alle Cd’s vindt u via de website van Another Timbre geluidsfragmenten.