Weinig musici hebben een zo grote invloed gehad op de ontwikkeling van de experimentele elektronische muziek als de in 2015 overleden Dieter Moebius. Hij was samen met Conrad Schnitzler en Hans-Joachim Roedelius de oprichter van het befaamde Kluster / Cluster en werkte samen met zo goed als iedereen die er in de jaren ’70 toe deed in die krachtige, aan Krautrock verwante elektronische scene.
In 2012 werd Moebius gevraagd om een soundtrack te maken voor de legendarische film ‘Metropolis’, uit 1927, van de Duits-Amerikaanse regisseur Fritz Lang waarin de klassenstrijd centraal staat. Weliswaar tegen een science-fiction decor, maar dat doet daar niets aan af. De denkers leven boven, de arbeiders beneden in de mijnen. En heersen en blijven heersen betekent voor de denkers dat de arbeiders tegen elkaar uitgespeeld moeten worden.
Moebius ging met het gegeven aan de slag en creëerde arrangementen en samples die het mogelijk maakten om het basismateriaal te gebruiken voor een live uitvoering terwijl de film wordt afgespeeld. Stap 2 zou zijn om hier ook een album van uit te brengen. Echter, toen overleed Moebius op 20 juli 2015, zonder het project voltooid te hebben. Dat dit album er nu toch ligt is te danken aan zijn weduwe, Irene en twee muzikale partners die Moebius’ werk door en door kennen, Tim Story en Jon Leidecker. Zij assisteerden de uit Berlijn afkomstige musicus Jonas Förster bij het complementeren van deze productie die onlangs uitkwam bij Bureau B.
Bij het beluisteren van de vier delen valt op hoe goed Moebius de sfeer van ‘Metropolis’ weet te treffen. In ‘Schicht’ horen we het dwingende geluid van hamers, van machines in een kille sfeer, een sfeer die past bij het werk van de arbeiders in de mijnen. Dit is een sombere, deprimerende wereld waar geen straaltje zonlicht doordringt. In ‘Moloch’ staat de geheimzinnige machine die de film domineert centraal. Hier overheersen duistere klanken en angstaanjagend slagwerk om verderop te culmineren in een repeterend, bijna dansbaar ritme, maar dan wel een dance macabre. In ‘Tiefenbahnen’ gaat het er iets minder heftig aan toe. Het ritme is hier aanvankelijk slepend, maar neemt verderop in het stuk krachtigere vormen aan. Stampend als het geluid van een trein die over de rails dendert. In ‘Mittler’ staat de zoon van de burgemeester centraal die aan het eind van de film beneden en boven weer met elkaar weet te verzoenen, de twee hebben elkaar nodig. Moebius laat in dit deel de vonken eraf spatten, maar echt opgewekt klinkt hij ook hier niet. In dat bemiddelen lijkt hij niet echt te geloven en van een happy end is bij hem dan ook geen sprake.
Maar een zeer boeiend stuk muziek levert het geheel beslist op. En het is goed dat Förster dit stuk van Moebius heeft voltooid, waar hij zo te horen alle recht aan heeft gedaan. En het is natuurlijk helemaal mooi dat Bureau B ons dit kleinood heeft doen toekomen.
Beluister een paar fragmenten via Soundcloud: