Het is een bijzonder concert dat pianoconcert voor de linkerhand van Walter Marchetti, met name vanwege de instructies die hij de pianist, in dit geval Reinier van Houdt, geeft: de pianist moet een zwarte paraplu, opengeklapt, met zijn linkerhand boven zijn hoofd houden gedurende het gehele concert. En dus met zijn rechterhand spelen. Verder moet het concert langzaam gespeeld worden om zoals Marchetti het zelf uitdrukt “een gevoel van onbeweeglijkheid te verlenen”.
Pianist Reinier van Houdt, gespecialiseerd in experimentele pianomuziek met een voorliefde voor componisten die op het snijvlak werken van muziek en klankonderzoek, pakte de handschoen op en verzorgde nog net op tijd voor Marchetti’s dood op 12 mei 2015, de eerste uitvoering. Op 24 november 2013 klonk in het Nijmeegse Extrapool de wereldpremière. Marchetti bepaalde daarbij dat Van Houdt niet alleen de eerste maar ook de enige uitvoerder zou zijn van dit stuk. Het concert lag toen inmiddels al ruim twee decennia op de plank, het dateert uit 1994.
De Italiaanse componist Walter Marchetti heeft zich altijd aangetrokken gevoeld tot de kunststijl die bekend is geworden als het dadaïsme. Een stroming waarin performance een belangrijke plaats inneemt. In 1964 vormde hij dan ook samen met de uit Madrid afkomstige Juan Hidalgo de ZAJ groep, een soort van Europese tegenhanger van het Amerikaanse Fluxus. Verder is de verwantschap met John Cage duidelijk aanwezig, door wie Marchetti zich geïnspireerd voelde en met wie hij in 1959 ook samenwerkte. Het dadaïsme vond zijn weg in zijn werk. In Chamber Music No 211 waarvoor hij een piano maakte met behulp van 3.000 wc-rollen, in Chamber Music No. 18 waarvoor de piano in stenen werd gevangen, in het hier aan de orde zijnde stuk, maar ook door het gebruik van veldopnames van het doorspoelen van een toilet en het knorren van varkens.
Een nadeel van de CD is natuurlijk dat je louter de klank van de piano hoort en Van Houdt, met zijn paraplu omhoog erachter, niet ziet. We denken hem erbij. Wat we horen zijn zacht gespeelde akkoorden, verstilde klanken die iedere keer langzaam wegsterven. Het pedaal moet ingedrukt blijven, zo luidt één van de instructies. In een interview met René van Peer in Gonzo (Circus), nr. 139 zegt Van Houdt zelf over dit stuk:”Die paraplu beschermt iets tegen invloeden van buitenaf. Misschien zijn het de stille, breekbare klanken die je speelt…Bij de opname zijn de microfoons heel dichtbij opgesteld en ik heb uiterst zacht gespeeld. De hamers raken de snaren zachtjes aan. Elk detail is hoorbaar. Ik laat de galm van elk akkoord overlappen met het volgend akkoord. Het lijkt of er steeds een andere akoestiek doorheen schemert.”
Net als bij een aantal stukken van John Cage gebeurt er ook in dit stuk vrijwel niets. Niets anders dan die akkoorden, gespeeld met de rechterhand. Zacht, behoedzaam en uitgebalanceerd. Maar juist doordat er vrijwel niets gebeurt, is dit een heilzaam stuk. Het beweegt tot rust, tot contemplatie. En dat kan geen kwaad in deze hectische tijden.
Het album is hier te koop.