Opera Vlaanderen, Antwerpen –30 april 2017
Als men het in België over de oorlog heeft dan doelt men op de Eerste Wereldoorlog en niet op de de Tweede. Men doelt dan op de ‘Grote Oorlog’ die nog altijd in het collectieve geheugen gegrift staat. Die absurde oorlog die de soldaten vier jaar lang in zijn greep hield aan de IJzer bij Ieper, de zogenoemde Westhoek. De geallieerden: Belgen, Fransen en Engelsen aan de ene kant en de Duitsers aan de andere. ‘Infintite Now’, de nieuwe opera van de Amerikaanse- Israëlische componiste Chaya Czernowin gaat over die oorlog, maar dan eerder als metafoor dan als geschiedkundig feit.
Theaterregisseur Luk Perceval maakte enige jaren geleden FRONT. Een voorstelling gebaseerd op getuigenissen van soldaten en verpleegsters die midden in die gruwelijke oorlog zaten. Hij gebruikte hiervoor diverse teksten als ‘Im Westen nichts Neues’ van Erich Maria Remarquue en ‘Le Feu’ van Henri Barbusse en liet deze door acteurs uit diverse landen voordragen in het Duits, Frans, Engels en Vlaams. Aansluitend vroeg de Opera Vlaanderen Perceval om voor Opera21, het festival dat dezer dagen in Antwerpen plaatsvindt, een opera te regisseren. Czernowin en Perceval, ze kenden elkaar niet, werden bij elkaar gebracht en het idee ontstond om verder te bouwen aan FRONT. Waarbij Czernowin direct aangaf niet geïnteresseerd te zijn in een opera over die oorlog. Zij wilde meer, wilde de diepere lagen onder die oorlog blootleggen en verbinden met het heden. Want die oorlog is voorbij en toch ook weer niet. Czernowin kwam vervolgens op de proppen met de surrealistische novelle ‘Homecoming’ van de Chinese schrijfster Can Xue die wonderlijk goed aan bleek te sluiten bij de in wezen even surrealistische oorlogsbeschrijvingen.
En nu is er dus ‘Infinite Now’, Czernowin’s derde opera dat enige dagen geleden in Gent zijn wereldpremière beleefde. Het is niet minder dan een meesterwerk, laat dat maar direct gezegd zijn, dat je tweeënhalf uur vastnagelt aan je stoel en vervolgens gedesoriënteerd en murw gebeukt achterlaat. En dan niet zozeer door alle ellende die je voorgeschoteld krijgt in de verhalen van de soldaten, want ellendig was het natuurlijk, maar meer doordat Czernowin en Perceval erin slagen om de geschiedenis het heden in te slepen. Het materiaal uit ‘Homecoming’ helpt daarbij. Een vrouw komt bij een huis dat ze reeds lang kent, maar het was lang geleden. De eerste dialoog aan het begin van de opera brengt het absurdistische karakter van deze novelle direct aan het licht:
“Waarom ben je zo laat?” Hij klinkt een beetje ongelukkig.
“Ik kan het licht niet aandoen. Het is te gevaarlijk. Ik denk dat je nog steeds niet weet dat achter ons huis een diepe afgrond is.”
Wat hij zegt is gepatenteerde nonsens! Het huis ligt aan het einde van een grasvlakte. Ik kan het mij precies herinneren.”
Zo gevangen als die vrouw in dat huis, zo gevangen als die soldaten in de loopgraven, zo gevangen zijn we zelf in deze tijd vol politiek onrust. Als bange konijntjes die in de koplampen kijken van een naderende auto. Het komt nergens aan bod in deze opera maar het is overduidelijk. Deze opera gaat niet over het verleden maar over het heden, over ons. Hij heet niet voor niets ‘Infinite Now’. En dat voelt bepaald ongemakkelijk. We hebben dat gruwelijke verleden immers achter ons gelaten, verwerkt. Twee oorlogen en nu al ruim 70 jaar vrede! Ja fijn, maar hoe lang nog? En dan hebben we het over het macroniveau. Maar hoe zit het met ons als individu? Zijn we eigenlijk wel zo vrij als dat we denken dat we zijn. Die vrouw zegt in het tweede bedrijf:
“Nu moet ik tot ’s morgens wachten om te vertrekken. Als het dag wordt, kan ik iets zien en is de tijd rijp om te vertrekken.” Waarop de man antwoordt:
“Je hebt het volledig mis. Er komt geen nieuwe dag. Het huis is op een leeftijd om te sterven. Zie je niet wat er van overblijft? Het licht kan niet aangestoken worden. Luister, je kan horen hoe de golven van de zee tegen de klif slaan.”
Waarna Czernowin deze passage laat volgen door de dialoog tussen soldaat Seghers en Van Outrye die een soldaat zien creperen en er niet bij kunnen. Gruwelijk.
‘Infinite Now’ is overigens beslist geen doorsnee opera. Allereerst ontbreekt er een duidelijke narratieve verhaallijn. De opera bestaat uit losse scènes, verdeelt over zes bedrijven. De enige structuur is dat ieder bedrijf begint met harde metalige slagen, als om ons weer in stelling te brengen. Verder wisselen fragmenten uit Homecoming’ en ‘FRONT’ elkaar af, aanvankelijk strikt gescheiden en aan het eind volledig door elkaar. Ook muzikaal is dit een volledig eigenzinnig werkstuk. In die tweeënhalf uur is er geen melodie te horen, nog van de instrumenten nog van de zangers. De muziek bestaat uit klanken van het orkest, vier solisten (twee gitaren en twee cello’s) en veel elektronica en beweegt zich tussen slepend en fluisterzacht en kolkend explosief. Bijzonder daarbij is dat de elektronisch voortgebrachte klanken: stemmen, radio opnames, veldopnames en onverwachte geluiden klinken middels in de gehele zaal opgehangen luidsprekers. Verder staan er op het podium zes vocalisten en zes acteurs. Een deel van de teksten wordt gezongen, een deel voorgedragen. Opvallend is de dubbelrol die de zangers hebben. Ze vertolken de tekst maar hebben tegelijkertijd met hun stem een rol als instrumentalist. En dat vaak binnen één zin. Door een grote diversiteit aan technieken hoor je dingen die je niet voor mogelijk houdt.
Het is dan ook werkelijk fenomenaal wat hier gebeurt. De prestatie die deze zangers leveren, die het Symfonisch Orkest van Opera Vlaanderen onder leiding van Titus Engel levert en die de vier solisten leveren is ongekend. Tweeënhalf uur wordt hier op het scherpst van de snede gewerkt. Dit is een voorstelling die nog lang zal na denderen.
Bekijk hier de trailer van ‘Infinite Now’:
Infinite Now – spot from Opera & Ballet Vlaanderen on Vimeo.