De Singel, Antwerpen – 19 april 2017
Niets is zoals het lijkt in de opera ‘Menuet’ op een verhaal van de Vlaamse schrijver Louis Paul Boon. Een ogenschijnlijk rustig en uitgeblust huwelijk blijkt in werkelijkheid het toneel vol stormachtige ontwikkelingen. Componist Daan Janssens, regisseur Fabrice Murgia, het Spectra Ensemble en productiehuis Muziektheater LOD hebben er hun handen vol aan maar het resultaat mag er zijn. Anderhalf uur zitten we aan onze stoel gekluisterd in deze dramatische achtbaan.
‘Menuet’ is Boon ten voeten uit. Deze sociaal maatschappelijk bewogen schrijver was een meester in het aan de kaak stellen van de hypocrisie in de toen nog door en door katholieke Vlaamse maatschappij waarin de schone schijn zowat het hoogste goed betrof. Maar onder die kwetsbare laklaag zit de roest die ieder moment aan de oppervlakte kan komen. Daar kolkt de begeerte, het verbodene. De uitdrukking ‘de geest is gewillig maar het vlees is zwak’ had dan ook van Boon kunnen zijn. Het is hét thema in zijn werk. Waarbij het in zijn boeken meestal oudere mannen zijn die het jonge, vrouwelijke vlees niet kunnen weerstaan. Ook hier. De man, een naam heeft hij niet, werkt in een koelcellen complex. Niet geheel toevallig. Die koelcel staat voor de eenzaamheid, het gebrek aan contact. Want hij mag dan een relatie hebben, gepraat wordt er niet. het verhaal en de opera beginnen met zijn relaas. Want dat is bijzonder aan ‘Menuet. Boon vertelt één verhaal maar dan drie keer, door de ogen van drie mensen: de man, zijn vrouw en het dienstmeisje. De man is geobsedeerd door krantenknipsels in de categorie roddel en opklopte verhalen en door het dienstmeisje. Hij zou haar wel willen verleiden maar weet duidelijk niet goed hoe.
Het dienstmeisje weet dat wel. Ze doet dat niet uit liefde maar uit verveling en nieuwsgierigheid. Zij is louter geobsedeerd door haar eigen lichaam en haar hormonen. De vrouw, we zien haar in de laatste scène is het slachtoffer. Allereerst doordat ze zwanger wordt van haar zwager. Het is één van de scènes die in alle drie de verhalen aan bod komt en daarmee een sleutelscène. Ze moet overgeven, haar man vraagt wat er is en zij verzint een smoes. Het dienstmeisje heeft echter gezien wat er is gebeurd in de tuin en verraad met haar blikken en de opmerking “kinderen komen uit de bloemkolen” wat er echt aan de hand is. Die zwangerschap is echter, zo blijkt als we in de laatste scène de vrouw zelf aan het woord horen het resultaat van een verkrachting. En in plaats van troost van haar man, die dit niet kan bieden omdat hij de ware aard van het verhaal niet kent en meer bezig is met zijn nieuwe vlam dan met zijn vrouw, krijgt ze de zak. Want die man, die zeker weet dat het kind niet van hem is, daarvoor was het iets te lang geleden dat ze seks hadden, pakt hij de kans die het dienstmeisje hem biedt. De tweede sleutelscène. Ze denken dat niemand ze ziet en wij denken dat tijdens de eerste twee scènes eveneens, tot we in de derde scène merken dat de vrouw in de deuropening het geheel gade slaat en beseft dat haar relatie voorbij is. Ze besluit met “Was soll ich tun?”
En dat is slechts één van de verassingen van deze opera: hij wordt gezongen in het Duits. Een aparte keuze gezien de oorspronkelijk Nederlandse tekst van Boon. Voordeel is wel dat Duits zich goed leent voor de kilheid, de eenzaamheid en de bedekt voortwoekerende lust in dit stuk. De tweede verassing is de muziek. Janssens slaagt er bijzonder goed in om de sfeer van het boek in muziek te vertalen. Door te werken met instrumenten die floreren in het laag, de fagot, trombone, cello en contrabas, aangevuld met elektronica weet hij een beklemmende sfeer neer te zetten. Die muziek is grotendeels gelijk in de drie delen, met andere accenten daar waar de verhalen elkaar niet overlappen. In de twee hierboven genoemde sleutelscènes weet Janssens bovendien het drama en de zinderende spanning op grootse wijze binnen te brengen. De muziek is overweldigend, knetterend in al zijn duisternis en peilloze diepte. En het Spectra Ensemble kwijt zich op fabuleuze wijze van zijn taak. Hetzelfde geldt voor de drie vocalisten Cécile Granger, als het dienstmeisje; Tineke van Igelgegem, als de vrouw en Raimond Nolte als de man.
Bijzonder is ook Murgia’s regie. Het podium is in twee delen verdeeld. De mise-en-scène vindt plaats op het voorste deel, terwijl het Spectra Ensemble op het achterste deel zit. De twee helften zijn van elkaar gescheiden door witte jaloezie deuren, die wisselend open en dicht zijn en die als ze dicht zijn dienen als projectiescherm waardoor Murgia kan spelen met het drama. Bijvoorbeeld in het slot als de vrouw op het podium staat te midden van de gigantisch groot geprojecteerde man en zijn nieuwe liefde. Zo klein voelt zij zich ten opzichte van dit drama dat zich ontvouwt. Of de scène waarin haar zwager haar verkracht, gesymboliseerd door de cameraman die met zijn camera wel heel erg dichtbij komt. Mooi is ook wat Murgia doet met die scène waarin de zwangerschap aan het licht komt. Tot drie keer toe gaan de zes jaloezie deuren volledig open en hebben we onbeperkt zicht op het ensemble dat baadt in blauw licht. De handeling staat even stil.
De opera ‘Menuet’ kan niet anders dan beschouwd worden als meer dan geslaagd. Gelukkig brengt Muziektheater LOD het stuk het komend jaar nog op meerdere plaatsen in België en Nederland. Ga zeker kijken, u zult er geen spijt van krijgen.