De Amerikaanse componist en fluitist Ned McGowan heeft een bijzondere voorliefde ontwikkeld voor de machtige basfluit en zijn diep grommende geluid. Het leidde enige tijd geleden tot een album vol eigen composities met de toepasselijke titel ‘The Art of the Contrabass Flute’ waarin dit wonderlijke instrument alle ruimte krijgt die het verdient.
In het eerste deel van ‘Earthly Chants’, ‘The Singing Wall’ geheten doet hij dat maar meteen in een stuk voor zes van die fluiten! Hier allen bespeeld door McGowan zelf. Het levert een rijk geschakeerd palet op van donkere klanken, die in minimal music-achtig patroon aan ons voorbij schuiven. Die titel ‘Earthly Chants’ is overigens bijzonder goed gekozen. De contrabasfluit is namelijk met name geschikt om zeer diepe, drone-achtige geluiden te produceren. Geluiden die uit het diepst van de aarde lijken te komen. In het tweede deel, ‘On the Killer B’s’, wordt dit nog veel duidelijker. Heeft McGowan zich voor dit stuk laten inspireren door de muziek van de Aboriginals en hun didgeridoo? Het lijkt er wel op, het heeft hetzelfde bezwerende karakter dat veel van die muziek kenmerkt. In het derde deel, ‘Don’t forget Everyday, Your Funky Prayers to Say’ werkt hij weer op heel bijzondere wijze de meerstemmigheid uit, tot een aangename serie ritmische en melodische patronen.
In ‘Benson Town’ brengt McGowan een geheel andere wereld binnen. In dit stuk voor contrabasfluit en mridangan is de invloed van de Indiase muziek groot. De mridangan, een trommel waarvan de klank wel wat weg heeft van de tabla en die hier wordt bespeeld door B.C. Manjunath, geeft het stuk een zeer ritmisch karakter. Een ritme dat McGowan met zeer veel overtuiging versterkt met zijn fluit.
Voor ‘Worgelguik’, een stuk dat uit twee delen bestaat, ‘Rurubabatoto’ en ‘Step on it Step by Step’ gebruikt McGowan naast zijn fluit ook live elektronica. Het is een flamboyant stuk waarin de veelzijdigheid van het instrument naar voren komt. Zeer ritmische passages worden hier afgewisseld met meeslepende, meer langzame delen en de live elektronica zorgt voor bijzonder effecten, zowel in het bewerken van de klank van de fluit als van de menselijke stem.
Het enige stuk dat niet door McGowan zelf is gecomponeerd is ‘Winter’s Breath’, voor contrabasfluit en piano. In dit stuk van Adrienne Albert gaan McGowan en pianiste Keiko Shichijo, van wie we hier laatst nog een CD met opnames van Komitas Vardapet bespraken, een intieme samenwerking aan. Het klinkt als een langzame, tedere dans, waarin de twee instrumenten op sierlijke wijze om elkaar heen cirkelen.
Al met al een zeer bijzonder album waarin een niet bepaald alledaags instrument in al zijn facetten aan bod komt. Met dank aan Ned McGowan die deze bijzondere fluit duidelijk tot in de finesses beheerst.
Bekijk hier live opnames van ‘Wurgelguik’:
Het album is te koop via Karnatic LAB Records.