De Link, Tilburg – 21 februari 2017
Het Keulse Ensemble Garage trad slechts één keer eerder in Nederland op, in 2014 in Den Bosch. Dat zij nu hun opwachting maken in Tilburg mag dan ook een bijzondere gebeurtenis worden genoemd. Te meer daar zij werk brengen van voor ons relatief onbekende componisten. Componisten overigens, zo blijkt al snel tijdens het concert, die het de luisteraar allesbehalve gemakkelijk maken. Wat daarbij helpt is dat Ensemble Garage niet zo maar een programma samenstelt. Integendeel, de gekozen stukken vertonen een onderlinge thematische samenhang.
Annegret Mayer-Lindberg, die overigens altviool studeerde aan het conservatorium in Tilburg en in die tijd ook regelmatig de concerten van De Link bezocht zegt desgevraagd over deze aanpak: “Voor ons is het belangrijk om onze concerten in een context te plaatsen. Dat betekent enerzijds dat wij proberen om ieder concert door een omvattend concept vorm te geven, bijvoorbeeld door de keuze van stukken en dramaturgie binnen het programma, maar ook door de ruimte erbij te betrekken, et cetera. En het betekent ook dat wij andere vormen van kunst zoals theater en media zoeken en in onze concerten integreren, dat wij proberen om te grenzen binnen de verschillende kunsten te overschrijden en op te lossen om nieuwe mogelijkheden van uitdrukken te vinden.” Voor dit concert in De Link koos het ensemble voor het thema communicatie in brede zin. Communicatie als uitdrukking van het mens zijn. En als we dan de communicerende mens aan de ene kant plaatsen van een continuüm en de zielloze, niet-communicerende machine aan de andere kant dan kunnen de vijf stukken die het ensemble brengt als het ware op dit continuüm worden geplaatst.
‘DW4.02’ van Bernard Lang zit dan helemaal aan het machinale, levenloze uiteinde. Het stuk bestaat uit korte miniaturen die iedere keer met een bijna mathematische precisie worden herhaald. Gevoel speelt daarbij geen rol en het ensemble, in dit geval het trio trombonist Till Künkler, pianistte Malgorzata Walentynowicz en de eerder genoemde altvioliste Mayer-Lindernberg, weet de kilheid en leegheid prima te vertolken. Het stuk is alleen wat aan de lange kant waardoor het lastig wordt om de aandacht tot het einde toe vast te houden. Met ‘Marionette’ van Elena Rykova schuiven we een stukje op op het continuüm. Ook een marionet is een levenloos wezen, maar in tegenstelling tot een machine wekt een marionet door de bewegingen die de poppenspeler maakt de indruk dat het leeft. In ‘Marionette’ heeft Rykova juist dat weten te vangen. Door de onorthodoxe speeltechnieken als op de snaren slaan met de strijkstok, de snaren bewerken met de achterkant van de strijkstok en trommelen op de kast geeft Rykova muzikaal uitdrukking aan de houterige bewegingen van de pop. Dat Mayer-Lindernberg dit nog onderstreept door zelf de mimiek van een marionet aan te nemen is daarbij een welkome aanvulling. Maar het meest bijzondere is nog dat ze het stuk volledig uit het hoofd heeft geleerd. Het klinkt alsof ze het reeds vele malen heeft uitgevoerd, terwijl het een première betreft!
‘Almost Close’ van Marco Momi en ‘Om de hemel te vervoeren’ van Jesse Broekman gaan beiden duidelijk over de mens die communiceert, verbinding legt, in contact is met zijn omgeving en op zichzelf kan reflecteren. In ‘Almost Close’ horen we Walentynowicz op piano. Maar niet alleen dat, ze gebruikt ook een zogenoemde transducer, dat is een soort van luidspreker die in de kast van de piano is geplaatst. Het geluid van de piano wordt door dit apparaatje opgepikt waarbij de kast werkt als een klankkast die het geluid weerkaatst. Er ontstaat zo een soort van dialoog tussen de klanken van de piano en de klanken die dit apparaatje als een echo de wereld in stuurt. Ook ‘Om de hemel te vervoeren’ van Broekman is te beschouwen als een dialoog. In dit geval één tussen de piano en de altviool. Ze proberen nader tot elkaar te komen. Dat lukt natuurlijk nooit helemaal, want een piano is geen altviool en omgekeerd, maar ze komen een heel eind. Net als in een echte dialoog tussen twee individuen. De titel ontleende Broekman overigens aan een kunstwerk van Roger Raveel. Die maakte een bont beschilderde kar met als deksel een spiegel zodat de hemel altijd reflecteerde.
Tot slot horen we ‘Trombone Cover’ van componiste en artistiek leider van het ensemble, Brigitta Muntendorf. Dit stuk voor trombone, video en tape is eigenlijk meer een performance dan een muziekstuk en past dus uitstekend bij de filosofie van dit ensemble. In de you-tube filmpjes zien we allerlei muzikanten zich voorbereiden middels meditatie, ademhalingsoefeningen, aftellen en uiteindelijk beginnen. Tegelijkertijd horen we Künkler min of meer hetzelfde doen. Hij begint met zeer overdreven adem te halen en eindigt met een ritmische passage op zijn trombone. Een speels stuk met een serieuze ondertoon. Het past helemaal bij de visie van dit ensemble. En nu maar hopen dat ze snel weer deze kant opkomen.