Concertgebouw, Amsterdam (Zaterdagmatinee) – 17 december 2016
Onder de titel ‘Duizelingwekkend ritme’ brengt het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van James Gaffigan een drietal stukken die in relatie staan met de dans, of wellicht beter gezegd, een belangrijk deel van hun inspiratie halen uit de populaire cultuur. Bij Igor Stravinsky handelt het daarbij om de Russische volksmuziek en bij Wynton Marsalis en Guus Janssen om de jazz. Maar ondanks de gemeenschappelijke titel zijn de verschillen tussen de drie stukken groter dan de overeenkomsten.
Voor het in 2007 voor het Concertgebouworkest geschreven ‘Dutch Mambo’ haalde Guus Janssen een belangrijk deel van zijn inspiratie bij de Amerikaanse jazzpianist, componist en vernieuwer Lennie Tristano. Janssen zegt zelf over dit stuk: “Het is gebaseerd op ‘Turkish Mambo’, een nummer op een vroege plaat van Tristano. Door zijn speciale opnametechniek liet hij daarin drie maatsoorten over elkaar heen schuiven, een 7/8, een 5/8 en een 3/8. Aan het begin van ‘Dutch Mambo’ is de muziek heel sterk uitgesmeerd. Daarna laat ik die ritmepatronen indikken en uitrekken als elastieken…Doordat die patronen in lengte variëren, krijgt je het idee dat je in een muzikaal spiegelpaleis rondloopt, waarin de ritmes steeds anders weerkaatst worden.” Het is een altijd weer kenmerkend element in de muziek van Janssen, die koppeling van het jazz idioom met het modern gecomponeerde idioom tot een geheel eigen taal. Hier op basis van de muziek van Tristano. Die mambo is de gehele tijd aanwezig, ingenieus op de achtergrond. Pas geheel aan het eind mag hij volwaardig klinken, maar dan is het stuk al bijna ten einde.
Ook de Amerikaanse trompettist Wynton Marsalis verenigt beide muzieksoorten in zijn nieuwe vioolconcert in D, geschreven voor violiste Nicola Benedetti, dat deze zomer zijn wereldpremière beleefde in Chicago. En ook hier met het Radio Filharmonisch Orkest verzorgt Benedetti de Nederlandse première. Marsalis begeeft zich reeds enige jaren op het klassieke pad, Zowel als uitvoerder van solopartijen in diverse trompetconcerten als in de rol van componist. Het is debet aan zijn visie dat jazz de klassieke muziek is van Amerika. Zoals zijn jazz zwaar leunt op de traditie, zo geldt dat voor dit vioolconcert. De link met de muziek van Leonard Bernstein en George Gershwin is overduidelijk en het stuk refereert eerder aan filmmuziek en de musical dan aan de hedendaagse Europese traditie. In die zin is Marsalis een op en top Amerikaanse componist. In zijn compositie brengt hij dan ook een soort van ode aan de Amerikaanse muziek en brengt hij de blues, de gospel, de Ierse volksmuziek en de Latijns-Amerikaanse traditie op eclectische wijze samen. En het moet gezegd worden, hij weet het tot een zeer lyrisch, bij tijd en wijlen opzwepend en enerverend stuk samen te voegen. Probleem bij dit vioolconcert is dat het niet echt tot leven komt. Het blijft een redelijk academische exercitie, een bedacht stuk. Prachtig en met overgave gespeeld, vooral door Benedetti, maar het blijft een bedacht stuk. Het raakt nergens, het ontroert niet, het choqueert niet.
Bekijk hier een korte documentaire over het ontstaan van het vioolconcert:
En dat realiseer je je vooral na de pauze als het orkest ‘Le Sacre du Printemps’ speelt van Igor Stravinsky, één van de iconen uit de hedendaags gecomponeerde muziek. Het stuk mag dan inmiddels meer dan een eeuw oud zijn, het ging in 1913 in Parijs in première, het klinkt frisser en actueler dan Marsalis’ vioolconcert. Wat dit stuk zo goed maakt, tot een meesterwerk maakt, is de tomeloze energie die Stravinsky hier ten tonele voert. Het stuk werd geschreven op verzoek van de legendarische choreograaf Sergej Djagilev en zijn Ballets Russes in een tijd dat Stravinsky aan het experimenteren was met het verwerken van Russische volksmuziek binnen zijn composities. ‘Le Sacre du Printemps’ mag gezien worden als één van de stukken waarin dat het beste is gelukt. Centraal staat het voor Christelijk ritueel dat de lente aankondigde en waarbij een maagd zichzelf dood danste als offer voor de goden om de winter te laten eindigen. Een luguber gegeven dat bij Stravinsky een al even heftige, dierlijke, aardse uitwerking krijgt. Dat de premiere met zoveel tumult gepaard ging, mag dan ook niet verbazen. Dit was nog nooit vertoond. Wat het vioolconcert van Marsalis mist, horen we hier overduidelijk terug. ‘Le Sacre du Printemps’ raakt, snijdt als een vlijmscherp mes door de ziel, je hoort de angst, je hoort de dreiging, de zinderende spanning die tot ontlading komt. Overigens mede dankzij de overgave waarmee Gaffigan en het Radio Filharmonisch Orkest het stuk brengen.
Het concert is hier te beluisteren.