Het getuigt beslist van moed. Je album beginnen met het voorlezen van een zeven minuten lang gedicht. En dan ook nog eens in het Fries, waar de gemiddelde Nederlander toch niet echt veel van snapt. Nynke Laverman waagt zich eraan op haar nieuwe album ‘Wachter’ met het door haar geschreven gedicht ‘Boskûle’, waarin het thema van het album, zo mooi verwoord in de titel volop tot uiting komt. Het wachten, met als symbool de bosuil die de rust zelve is.
“Yn beamme-earms beskûle
Yn beamme-earms beskûle
Boskûle
Wachtet”
Verborgen tussen de armen van de bomen, dat betekent de eerste zin. Wachten, bij Laverman heeft het de betekenis van durven laten gebeuren, niet willen handelen, of zoals zij het zelf uitdrukt: “In onze westerse wereld zijn we gewend om het leven continu te sturen. We duwen en trekken aan de natuur; gewassen moeten sneller groeien, meer vrucht dragen. Nog even en we bestellen in plaats van voorspellen een regenbui. Terwijl: gewassen groeien, hemelwater valt. Heb geduld, durf te laten ontstaan, durf te laten rijpen. Wacht”.
Maar denk nu niet dat ‘Wachter’ een rustig album is geworden, dat is het niet, op ‘Boskûle’ na dan. Reeds in ‘Jefte’ (gift), dat gaat over het leven dat komt zoals het komt en dat het eerste echte lied vormt, zit een pittig, repeterend ritme. “Oerjefte as iennichst antwurd” zingt Laverman, oftewel overgave is het enige antwoord. Datzelfde dwingende ritme, alleen dan op een iets lager tempo, zit in het titelnummer ‘De Wachter’ met naast de muzikale bijdrage van levenspartner en multi-instrumentalist Sytze Pruiksma, een bijdrage op cello van Geneviève Verhage. Dit cellospel, hier maar ook elders op het album, vormt een mooie constante en geeft het geheel een melancholieke ondertoon.
Passend ook bij een deel van de nummers dat ingaat op zwaardere thema’s. Zo gaat ‘De Langste Sliep’ over de dood. De langste vorm van wachten, als hier nog van wachten gesproken kan worden. Het is pure poëzie die Laverman ons hier voorschotelt, met grote intensiteit:
“Lis my del hjir yn dit leechlân
As de tiid komt om te lizzen
Lis my del en lit my sliepe
De langste sliep
Laitsje my ta lit my noch ien kear
Dyn leafdeseagen lêze
Mar lit my dan allinne
Wy twa meie inkeld
Fan it libben wêze.”
Oftewel:
“Leg me neer in dit laagland
Als de tijd gekomen is om te gaan liggen
leg me neer en laat me slapen
De langste slaap
Geef me je lach en laat me je
liefhebbende ogen voor een laatste keer lezen
Maar laat me dan alleen
Wij twee behoren
alleen bij het leven.”
Bekijk hier een live opname van ‘De Langste Sliep’:
‘Ald Mei Dy’, Oud met jou, is getoonzet in een laag tempo, dat past wel bij dit nummer, op het repeterende ritme van de marimba. Halverwege komt de cello erbij en ontstaat er een liefelijke, van folk doortrokken ballade. Geëindigd wordt er, zeer toepasselijk, met Swannesang. Waarvan de acht coupletten ieder beginnen met ‘Wachtsjend’ waarna een existentiële gedachte volgt, zoals in het zesde couplet:
“Wachtsjend
Oant ik net mear wit
Wêr’t de reis begjint
Dit lichem einiget
Ik fertrou
Op alles foar my
Op alles nei my
Op wat ik net wit”
Of in het Nederlands:
“Wachtend
tot ik niet meer weet
waar de reis begint
Dit lichaam eindigt
Ik vertrouw
op alles dat voor mij ligt
op alles achter me
op wat ik niet weet”
Met ‘Wachter’ componeerde Laverman een bijzonder album. Dat tegen de stroom van deze jachtige tijd ingaat. Je dwingt stil te staan en te overdenken. Even contemplatief als gedurfd en zeer de moeite waard. Allereerst vanwege de muziek en de teksten en tenslotte vanwege de prachtige uitvoering. De Cd verpakking is namelijk allereerst een mooi uitgevoerd boekje met daarin prominent de teksten in het Fries en het Engels, volledig recht doend aan deze prachtige gedichten.
Bekijk hier een live opname van ‘Ald Mei Dy’: