Als er iets is dat pianist en componist Guus Janssen kenmerkt dan is het wel de voorliefde voor het kleine gebaar. Hij vindt niet voor niets de benaming ‘minor poet’ wel bij zich passen en in de documentatie ‘De Buitenbocht, van Jellie Dekker en Dirk Lucas – die deel uitmaakt van dit portret van Guus Janssen, uitgebracht door Attacca, zit mening fragment waarin Janssen zich uitspreekt over dit fenomeen. Zo is staand pianospelen, wat we een pianist in het populaire genre uit passie nog wel eens zien doen, voor Janssen allesbehalve een noodzaak en het streven naar groots en meeslepend componeren is hem volkomen vreemd.
Refererend aan die ‘minor poet’ zegt hij zelf: “Zo wil ik wel herinnerd worden. Als een soort Nescio. Een waarnemer van kleine waarheden, waar iets dieps in schuil kan gaan.” Janssen blijft in zijn composities dan ook dicht bij huis. Die waarheden liggen voor je neus op de stoep, je kan er over struikelen. Gewoon, in het hier en nu. En de schoonheid zit daarbij in het detail. Janssen vergelijkt het zelf in de documentaire met het fenomeen ijsvorming. Wat is het moment dat water verandert in een dun laagje ijs? Die subtiele overgang fascineert Janssen. Zijn muziek gaat in essentie dan ook over beweging: “Ik herinner me mensen vooral aan de manier waarop ze bewegen. Dat houdt me ook bezig wanneer ik componeer, In feite ben ik dan aan het bewegen. Op mijn manier. Ik ben aan het dansen, maar dan in geluiden.”
De bij Attacca verschenen box bestat uit een DVD, met naast de eerdergenoemde documentaire, ‘De Buitenbocht’ een uitvoering van ‘Enkel Volzinnen’. Een stuk voor sopraan en piano op tekst van Ernst Rinsema, uitgevoerd door sopraan Lenneke Ruiten en Thom Janssen op piano. Goed dat dit stuk op DVD is gezet want het is een genot om Ruiten niet alleen te horen zingen maar ook te zien, vol expressie in dit alleszins lastige stuk. Het beeld vormt eveneens een meerwaarde in ‘Blue Yellow and Red Notes’ dat in de uitvoering van het Mondriaan Kwartet en Janssen zelf een hommage is aan de schilder waar het strijkkwartet zijn naam aan ontleend. Een verklanking van de ‘Victorie Boogie Woogie’, zo kunnen we het stuk ook duiden en de beelden van het schilderij zijn dan ook onlosmakelijk verbonden met de klanken van dit stuk.
Het stuk ‘Ballroom Rithmix’ speelt een grote rol in de eerder genoemde documentaire, we horen Janssen erover praten en zien fragmenten van de repetitie voor de première in 2012. Een belangrijke inspiratiebron voor dit stuk was het elektronisch Eminent orgel dat Janssen thuis heeft staan en dat een zogenaamde ‘Rithmix’ knop bevat waarmee voorgeprogrammeerde dansritmes ingeschakeld kunnen worden als begeleiding bij het eigen spel. In ‘Ballroom Rithmix’ trekt Janssen deze lijn door en speelt met dit gegeven door als het ware van het orkest een Eminent orgel te maken. Dat de Cd de opnames door de Radio Kamer Filharmonie, met Janssen zelf op synthesizer bevat is dan ook meer dan aangenaam. Schijnbaar moeiteloos beweegt het orkest zich door de verschillende muzikale werelden, ondersteund door Janssen’s weeïge spel. Het stuk kan overigens prima een typisch Janssen’ stuk genoemd worden. De grens slechtend tussen belangwekkend en triviaal en tussen ernst en humor. Een toegankelijk stuk ook, verraderlijk toegankelijk.
Hetzelfde geldt min of meer voor ‘Four Songs’ dat Janssen schreef voor de Chinese sheng speler Wu Wei. De sheng, een Chinees mondorgel’ zet Janssen hier in als een mondharmonica en Wei speelt hier als een solist in een bigband. De traditie van het instrument ver achter zich latend. Zo hoorden we de sheng nimmer.
Bekijk hier de uitvoeringen van ‘Ballroom Rithmix’ en het tweede deel van ‘Four Songs’: