De meest volle dag tijdens de Gaudeamus Muziekweek is zonder twijfel de zaterdag. Met een seminar over de geschiedenis van de Nederlandse elektronische muziek en in het bijzonder van de twintig jaar geleden overleden Tera de Marez Oyens trapt het festival vandaag af. In de middag staan zes jonge componisten in de schijnwerpers, alle nog studerend, die meedingen naar de Tera de Marez Oyensprijs. En s’avonds pakt de Muziekweek uit met een minifestival. Onder de naam ‘Saturday NIght Live’ slecht het festival de grenzen tussen hedendaags gecomponeerde muziek, jazz en pop.
TivoliVredenburg, Utrecht – 10 september 2015 – 10:30 uur
Een belangrijk thema tijdens het seminar is de enorme ontwikkeling die de elektronica in de afgelopen decennia heeft doorgemaakt. Van grootse studioruimtes verbonden aan conservatoria, als het SEIM en Sonologisch Instituut naar een laptop met een paar softwareprogramma’s. Een ontwikkeling overigens die nog lang niet ten einde is. Terecht vestigen de spreker de aandacht op de gevolgen van deze sprong voorwaarts. De techniek om elektronische muziek te maken is voor iedereen beschikbaar. Die democratisering is een groot goed maar een grotere beschikbaarheid van goed materiaal betekent helaas niet een enorme toename van goede composities. Want net zoals een goed tekstverwerkingsprogramma niet automatisch tot een goede roman leidt, leidt de beschikking over elektronische apparatuur niet automatisch tot goede composities. Een belangrijk statement waar dit festival ons helaas ook weer een paar goede voorbeelden van laat zien. Wat bijvoorbeeld te denken van het stuk waarmee Flora Koene zich presenteert tijdens de showcase van jonge componisten.
In ‘Soundscape nr. 1’ laat zij ons horen wat haar sample apparaat allemaal kan. Je produceert een geluid, bijvoorbeeld in je handen klappen. Het apparaat neemt dit op waarna je het, al dan niet vervormd, weer ten gehore kunt brengen. Koene doet niet meer dan dat, naar verluidt was dit deels te wijten aan dat het apparaat niet geheel functioneerde – ook dat kan met elektronica, maar dat is lang niet het gehele verhaal. Helaas vormt zij een voorbeeld van bovengenoemde stelling: goede apparatuur levert nog geen goede compositie. Ook Dianne Verdonk heeft daar last van. Het zijn prachtige uitvindingen, haar Bellyhorn en Pulseyarn. Maar wat zij er muzikaal mee laat horen tijdens ‘Saturday Night Live’ is een lege huls. Ja, de geluiden klinken, maar daar hebben we het dan ook mee gehad. En de zangeres die met haar quasi esoterische stemkunst het geheel bij elkaar wil brengen maakt het alleen nog maar erger. Tenenkrommend.
TivoliVredenburg, Utrecht – 10 september 2015 – 14:00 uur
Maar echt onvergefelijk is hoe de jury omgaat met de zes genomineerden voor de Tera de Marez Oyensprijs. Dit is niet professioneel en onwaardig. Natuurlijk mag je als jury vinden dat het algehele niveau van de prijs beneden de maat is. Maar om dat niveau af te meten aan de rest van wat aan bod komt tijdens het festival is niet geheel fair. Het gaat hier om studenten compositie, niet om laureaten voor de Gaudeamus award. En om dan vervolgens maar twee tweede prijzen uit te reiken in plaats van één eerste prijs is ronduit gênant en lijkt louter te duiden op onderlinge en blijkbaar onoverbrugbare verschillen van mening bij de jury. Maar voor de winnaars is het zuur. Eerst krijg je te horen dat wat je hebt gedaan sowieso beneden de maat is en vervolgens krijg je een halve prijs. En dan moet je nog blij zijn ook! Van een leuke borrel na afloop is dan ook geen sprake.
En dan is dat algemene niveau nog niet eens zo laag als dat de jury beweert. Meesterwerken zitten er niet tussen, maar dat mag nogmaals ook niet echt worden verwacht. Maar de diverse componisten weten wel met uitgesproken stukken te komen, met een eigen verhaal. Opvallend overigens is dat vier van de zes componisten hun composities zelf (deels) ten gehore brengen. De winnaars zijn overigens nu precies die componisten die hier niet voor hebben gekozen. Is het toeval? Of vond de jury dat de andere stukken te weinig als gecomponeerde muziek te bestempelen zijn? Het is waar, ‘Control’ van Darragh Kearns-Hayes, voor fluit, elektronica en dans en ‘Trills, Spills & Bellyaches’ van Ivan Vukosavljevic, voor gitaar en elektronica vertonen raakvlakken met geïmproviseerde stukken. Maar dat neemt niet weg dat het hier wel degelijk om gecomponeerde muziek gaat. En vooral Vukosavljevic weet met zijn repetitieve, van distorsie vergeven, muzikale lijnen de luisteraar van begin tot eind te boeien. Niettemin, en hier gaan we mee met de jury, mee zijn de stukken van de Cypriotische Georgia Nicolaou en de Engels / Nederlandse Jan Kuhr als compositie sterker. Beiden hebben een duidelijk verhaal achter hun compositie en beiden slagen er ook in om dat verhaal te verklanken.
Het verhaal van Nicolaou gaat over de invloed van social media op ons leven en haar compositie ‘SocialICE’ is geschreven voor sopraan en altsaxofoon. De tekst bestaat uit de voor ons zo overbekende termen als : “Click, chat! Click. Post, Stop!” en wordt door Sara Carolina Marques met overgave gezongen én geacteerd. Bijzonder is de combinatie met Sarah Wünsche op altsax. Een boeiende dialoog over een gevoelig onderwerp. Ook Kuhr weet te raken met ‘Desperation’, een stuk voor slagwerk en dans, handelend over de omgang met negatieve gevoelens, momenten van rust worden afgewisseld met pure agressie. Percussionist Yves Popow heeft er zijn handen aan vol, maar vooral Alexandre May vertolkt de gevoelens van onrust optimaal.
Twee goede stukken dus waarvan er één met de prijs naar huis had moeten gaan, Nicolaou. Als compositie is ‘SocialICE’ het beste stuk. Het snijdt een belangrijk thema aan dat Nicolaou op goede en krachtige wijze vorm geeft in de muziek en dat ook nog eens uitstekend wordt uitgevoerd. Waarna nog bij moet worden aangevoerd dat May de choreografie schreef bij ‘Desperation’. Haal je die choreografie echter weg en kijk je puur naar het deel dat Kuhr heeft gecomponeerd dan blijft er op zijn best een gemankeerd ‘Desperation’ over.
TivoliVredenburg, Utrecht – 10 september 2015 – 19:00 uur
De avond brengt ons de twee resterende composities van Giulio Colangelo, waaronder ‘Thauma’ en de laatste compositie van David Bird, ‘Series Impostures’. Allen uitgevoerd door de tweede Artist in Residence, Oerknal! Van Colangelo valt ‘Thauma’ alleszins op. Het is een weergaloos klankcollage waarvoor de basis wordt geleverd door elektronisch voortgebrachte noise dat op perfecte wijze wordt samengevoegd met de klanken van de akoestische instrumenten. Het is een verontrustend, vervreemdend stuk met een weerbarstige schoonheid. En aan alles is te merken dat Colangelo dit stuk niet op een achternamiddag in elkaar heeft gezet. Daarvoor klinkt alles té ingenieus. Helaas was uw recensent door het uitlopend concert van The Egyptian Contemporary Music Ensemble niet in staat om het stuk van Bird te horen.
De samenwerking met The Egyptian Contemporary Music Ensemble gaat terug op april van dit jaar toen een aantal Nederlandse componisten deelnam aan het Heritage and Modernity project. Daarin stond het componeren voor de ud, zeg maar de Arabische luit, centraal. Composities van Wilbert Bulsink, ‘Off-Road’ en Bart de Vrees, ‘Meenemenmeneem, elegie voor de nachtbrakers’ gaan deze avond in première en vooral het stuk van De Vrees valt op. Door de dynamische, ritmische structuur maar zeker ook door het gebruik van bij de vuilnisbak gevonden privé opnames die De Vrees aan het eind van zijn stuk verwerkt. Een soort van verjaardag muziekje dat hier wonderlijk goed op zijn plaats is. Fremdkörper integreren. De Vrees bewijst dat het kan. Als je het goed doet, kan alles.