Het is een bewonderenswaardige onderneming van het Nederlandse label Attacca dat het regelmatig Cd’s uitbrengt waarop een componist centraal staat. Het biedt de luisteraar de kans om een componist (beter) te leren kennen en zo zijn / haar kenmerkende stijl te ontdekken.
Het in 2015 uitgebrachte Moonshadow Sunshadow met de muziek van componiste Vanessa Lann is hier een voorbeeld van.
Lann werd geboren in 1968 in New York, maar verhuisde in 1990 naar Nederland om te gaan studeren bij Louis Andriessen, Theo Loevendie en Gilius van Bergeijk. Zij voelde zich hier blijkbaar thuis want sindsdien woont ze in Nederland. Op de Cd vinden we een zevental stukken in diverse bezettingen, waaronder drie voor piano solo. Direct in het eerste van die drie, het ultrakorte ‘DD (Double D)’ geschreven voor en hier ook uitgevoerd door de Amerikaanse pianist Gary Livingston, valt het stuwende, repeterende karakter op en de onverwachte manier waarop het stuk eindigt, met één enkele noot.
In ‘Inner Piece’, dat Lann schreef voor pianiste Tomoko Mukaiyama, die we hier eveneens horen, krijgt het stuwende een heel ander karakter. De lange noten vormen in dit stuk een soort van onderstroom waar Lann steeds meer noten aan toevoegt, waardoor ze het stuk als het ware laat groeien. Mukaiyama was op het moment dat Lann dit stuk schreef zwanger en de groei van het kind inspireerde Lann tot dit boeiende stuk.
Voor ‘Recalling Chimes’, dat Lann schreef voor Ivo Janssen heeft zij zich laten inspireren door Bach’s toccata’s. Lann vermengt hier de klank van de piano op boeiende wijze met onorthodoxe klanken als het bewerken van de kast met een hamer en het stemgeluid van Janssen die zacht de letter “m” neuriet. En ook in dit stuk staat de cadans centraal, die gaandeweg het stuk steeds nadrukkelijker wordt en uiteindelijk vergezeld gaat van een triomfantelijke “ah”, waarna het stuk met een aantal hamerslagen en een paar laatste noten op de piano eindigt.
Het langste stuk op de Cd is “Ressurecting Persephone”, geschreven voor fluitiste Eleonore Pameijer en het Radio Kamerorkest. Hier staat de Griekse mythe van Persephone centraal, die tracht aan de onderwereld te ontsnappen. Lann vangt de sfeer van de onderwereld perfect in donkere kleuren, ijle lijnen en attractief slagwerk. De fluit, Persephone vertolkend, speelt een relatief kleine rol, recht doend aan het personage dat weliswaar tracht te ontsnappen, maar hier telkenmale niet in slaagt. Pas in het derde deel, ‘Play of the Spirit’ horen we haar nadrukkelijker in een wilde dans, aangevuurd door het ritmische slagwerk. Een welluidend krachtig moment. In het slotdeel, ‘Memory’ horen we de fluit in een messcherpe solo vol heldere, trillende noten. Maar aan alles is te horen dat dit Persephone’s zwanenzang is en inderdaad, langzaam trekt zij zich terug, de duisternis in.
Een ander hoogtepunt is ‘Dancing to an Orange Drummer’. De titel verwijst naar een citaat van de Amerikaanse schrijver en filosoof David Henry Thoreau: “Als iemand niet gelijk oploopt met de anderen, hoort hij misschien een andere drummer. Laat hem de muziek volgen die hij hoort, willekeurig hoe ver weg zij is, of in welke maatsoort zij staat.” In dit stuk verwerkte Lann haar ervaringen in Nederland en vergelijkt ze die met haar Amerikaanse achtergrond. Waarbij het ‘Orange’ in de titel natuurlijk een knipoog naar onze nationale kleur inhoudt. Het is een krachtig swingend stuk dat hier wervelend wordt gespeeld door Ensemble Present onder leiding van Jurhen Hempel.