Harrison Birtwistle – The Corridor & The Cure (Concert Recensie

Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam  (Holland Festival) – 9 juni 2016

p02x7bt8
Foto: Clive Barda

De Engelse componist Harrison Birtwistle, 81 jaar inmiddels en uitgegroeid tot wellicht wel de belangrijkste Engelse componist van dit moment, schreef in 2009 de opera ‘The Corridor’ over de Griekse mythe van Orpheus en Eurydice op een libretto van de Engelse dichter David Harsent. In 2015 volgde een tweede deel van hetzelfde team: ‘The Cure’, over Medea, Jason en diens vader Aeson, van wat een tweeluik zou worden.

Birtwistle en Harsent laten met dit tweeluik zien dat de klassieken nog niets van hun waarde hebben verloren. Sterker nog, met hun interpretatie weten ze aan deze stokoude verhalen nog het één en ander toe te voegen.

p02x7c06
Foto: Clive Barda

De bepalende scene in het verhaal van Orpheus en Eurydice, het moment dat hij haar uit Hades tracht te krijgen, duurt bij Birtwistle maar kort. De opera start er direct mee, zonder ouverture. Orpheus loopt ongeduldig voorop, hij voelt zich duidelijk niet op zijn gemak in de duistere onderwereld, het licht lonkt. Dat dit voor Eurydice niet geldt, dat zij reeds gewend is geraakt aan het duister en het licht schuwt, merkt hij niet op. Hij is te veel met zichzelf bezig. En als hij dan buiten staat en er vanuit gaat dat zij ook reeds buiten is, zonder te luisteren naar haar opmerkingen waaruit overduidelijk blijkt dat zij er nog lang niet is, maakt hij die fatale fout. Hij draait zich om en alles is voor niets geweest. De rest van de opera, we zitten nu pas op 10 minuten is gewijd aan monologen van de twee protagonisten.
Orpheus beklaagt zich, zich heerlijk wentelend in de slachtofferrol. Zijn zang, heftig en dramatisch en fantastisch neergezet door tenor Mark Padmore, wordt ondersteund door Helen Turnstall op harp, één van de zes leden van het London Sinfonietta die hier de muziek vertolken. Turnstall verklankt Orpheus’ emoties met heftige akkoorden. De overige vijf instrumenten: viool, altviool, cello, fluit en klarinet, ondersteunen Eurydice, waar sopraan Elizabeth Atherton voor tekent. Maar Eurydice voelt zich geen slachtoffer, althans niet ten gevolge van de het feit dat de poging haar te redden is mislukt. Veleer van de poging an sich. En dat is een vondst van Harsent. Hij geeft Eurydice een stem en dat is niet de stem van de volgzame vrouw die zich schikt naar wat haar man belangrijk vindt maar van de vrouw die hem verwijt dat hij niet aan haar vraagt wat zij wil. Die onderwereld bevalt haar inmiddels namelijk prima. Ze zingt niet voor niets op enig moment:
“Suppose he’d brought me out: imagine that –
the blaze of noon, unbearable, the wind
sour in my nostrills, grass like flint underfoot,
his spittle stinging my lip
a tangle of voices, urgent, meaningless
my true language the soft
hints and gentle laughter of the dead.”
En elders verzucht ze: “Doesn’t he realise that he is asking me to die twice?”
De muziek die Eurydice’s monologen, die deels gezongen, deels gesproken worden, is dan ook veel meer berustend en harmonieus en we horen hier invloeden van folk.

‘The Cure’ baseerde Harsent op een tekst uit ‘Confessio Amantis’ van John Gower. Birtwistle was een fragment van dit werk, dat stamt uit de veertiende eeuw tegengekomen wat hem intrigeerde maar wat hij door het Middelengels niet helemaal begreep:
“A specheles and on the gras
She glad forth as an Addre doth”
Of in het Nederlands: “sprakeloos gleed ze over het gras als een adder”.

p02x7d9v
Foto: Clive Barda

Gower heeft het hier over Medea die kruiden aan het zoeken is om een toverdrank te brouwen. Jason, haar man is teruggekomen mét het gulden vlies, gestolen van Aietes – de vader van Medea en vindt hierin de aanleiding tot een feest. Echter, hij wil graag dat zijn vader Aeson ook van dit feest kan genieten. Aangezien de man stokoud is en op zijn laatste benen loopt, vraagt Jason Medea of zij ervoor kan zorgen dat zijn vader weer jong wordt. De opera begint op dat moment. Medea stemt toe en verjongt Aeson in drie fases. Eerst met een kruidendrank, dan door stenen in een kring te leggen en tot slot door hem haar bloed te laten drinken. Toveren kan ze, maar dat toveren gaat wel ten koste van haarzelf en kost haar veel inspanning. Vooral bij de derde keer, als zij haar eigen bloed afstaat, kost haar dat een stuk van haarzelf. Birtwistle verklankt de psychische druk die het Medea oplevert met huiveringwekkende dissonanten en vooral de scherpe tonen van de fluit gaan door merg en been. En meer nog dan in The Corridor’ is Atherton in dit deel van de opera de ster. Ze zingt vol overgave en dramatiek. Je voelt de spanning. En het betreft hier niet alleen de spanning die bij het toveren hoort, want Medea is ook een triest figuur. Zij laat zich leiden door de mensen in haar omgeving en doet het dientengevolge nooit goed. Voor Jason gaat het allemaal te langzaam en continu jaagt hij haar op. En dan is er Aeson. Allereerst is hij ronduit grof tegen haar mede vanwege het feit dat zij geen Griekse is en dan ook nog een tovenares, het moet niet gekker worden. Maar daarnaast speelt mee dat Aeson helemaal niet zo enthousiast is over de verjongingskuur:
“More chance of sadness; more chance of loss
another trudge into old age, waiting
for my sight to fail, my hearing to fail, my body to weaken…
I had lived my life. Now I have time back I am lost in time;
I must live my past again as another man.”

Harsent en Birtwislte hebben met deze interessante wending aan overbekende verhalen beslist een frisse wind laten waaien door de oude mythen. En werpen tegelijkertijd een aantal interessante vragen op die ons allemaal aangaan, overigens een reeds eeuwenoude functie van mythen. U en ik gaan er immers ook maar al te vaak vanuit dat wij weten wat goed is voor de ander. Maar of de ander dat ook zo ervaart… Deze opera zet ons hierover aan het denken en maant eigenlijk tot een vorm van bescheidenheid. Wat wij belangrijk vinden, is één ding. Het ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid om te achterhalen of de ander dat ook vindt. Vanzelfsprekend, zo toont ons ‘The Corridor & The Cure’, is het allerminst.

Beluister hier Birtwistle en Harsent over deze opera: