Only the Sound remains – Kaija Saariaho (Concert Recensie)

Nationale Opera & Balet, Amsterdam – 27 maart 2016

Only-the-Sound-Remains-Petrovsky-RamoneAls ‘Only the Sound remains’, de nieuwe opera van de Finse componiste Kaija Saariaho één ding duidelijk maakt dan is het wel hoe lastig het is om een productie te maken waarin alles klopt. Dat Saariaho én Peter Sellars, hierin geslaagd zijn, is onmiskenbaar en zorgt voor een totaalervaring die de aanwezigen nog lang zal heugen.

De basis voor Saariaho’s vierde opera ligt bij het Japanse Nôh-theater. Een archaïsche vorm van theater die strerk verbonden is met het zenboeddhisme en waarin het meer gaat om het overbrengen van ideeën dan om het vertellen van een verhaal. Sellars koos twee Nôh stukken die samen ‘Only the Sound remains’ vormen: ‘Always Strong’ en ‘Feather Mantle’.

Kaija Saariaho, geboren in 1952, is zonder meer één van de meest belangwekkende componisten op dit moment. Sinds zij in de jaren ’80 van de vorige eeuw naar Parijs trok om te gaan studeren bij IRCAM en de invloed onderging van de spectralisten – onder wie Tristan Murail, Hugues Dufourt en Gérard Grisey, ontwikkelde zij haar eigen, onmiskenbare stijl. Een stijl die in de afgelopen decennia weliswaar veranderingen heeft ondergaan, zo kwam er in de jaren ’90 meer melodie in haar werk, maar toch altijd heel herkenbaar is gebleven. Saariaho is het type componist dat als het ware schildert met klanken. Klankkleur, klankintensiteit en geleidelijk veranderende sferen behoren dan ook onlosmakelijk bij haar idioom. Dat dit idioom zich bij uitstek leent om spirituele thema’s te behandelen is evident. Toch zit dat pas sinds eind jaren ’90 ook duidelijk in haar werk en dan vooral vanaf de eerste opera die zij in 2000 componeerde ‘L’Amour de Loin’.

Het libretto van de twee delen van ‘Only the Sound remains’ is gebaseerd op het onderzoek wat de Amerikaan Ernest Fenollosa begin 1900 deed in Japan. Hij beschreef en vertaalde een aantal van de Nôh stukken in het Engels. De dichter Ezra Pound verwierf Fenollosa’s nalatenschap en bewerkte een aantal stukken op zijn manier. En het zijn deze stukken die als basis dienen voor het libretto.

only-the-sound-remains-brengt-goede-zang-maar-mist-meesleepend-verhaal
Scene uit ‘Always Strong’ met Davone Tines en de vier zangers van het Nederlands Kamerkoor

‘Always Strong’ speelt in een tempel. De priester Sodzu Gyokei, gezongen door de bariton Davone Tines, offert de luit van de overleden keizerlijke luitspeler Tsunemasa aan de goden. Wat hij niet verwacht gebeurt: de geest van Tsuenemasa verschijnt, gezongen door de countertenor Philippe Jaroussky. De geest zoekt verlichting van de in de strijd waarin Tsunemasa omkwam opgelopen trauma’s. Met louter twee zangers op het podium, zeven instrumentalisten en vier koorzangers in de orkestbak slagen Saariaho en Sellars erin om een ongelofelijke intensiteit te bereiken. Allereerst door de muziek die uiterst fijnzinnig en intens is en daarnaast door de bijzondere prestaties die zowel Tines als Jaroussky leveren. Maar vooral ook door het decor en het gebruik van licht. Voor het decor vroeg Sellars de Ethiopisch Amerikaanse kunstenares Julie Mehretu, die in zwart en grijstinten een abstract doek schilderde dat gelijkenis vertoont met Japanse kalligrafie. Sellars laat Gyokei louter aan de voorkant van het doek optreden, maar de geest zowel aan de voor- als aan de achterkant, hiermee symboliserend dat de geest van de ene naar de andere wereld kan. Door te werken met licht, duisternis en schaduwen wordt de kern van het Nôh-theater letterlijk zichtbaar: Het licht gaat grotendeels schuil in de duisternis om gewone stervelingen niet te verblinden. Gyokei roept dan ook op enig moment vertwijfeld uit: “Do I, or do I not see you?”.

Only-2-Feather-Mantle-1250-x-895-1024x735
Het decor voor ‘Feather Mantle’ gebaseerd op een schilderij van Julie Mehretu

Staat in ‘Always Strong’ de duisternis centraal, het stuk eindigt niet voor niets met de zin: “The spirit is gone in the darkness”, in ‘Feather Mantle’ staat het licht centraal. Een visser vindt een verenmantel die toebehoort aan een engel: “That cloak belongs to someone on this side”. Aanvankelijk wil hij de mantel niet teruggeven. Als de engel aangeeft dat hij dan niet terug kan naar waar hij vandaan komt, overtuigt dit de visser: “Now that I see you in your sorrow, I bend and I will return you your mantle.” Toch wil hij nog wel wat in ruil. De engel moet eerst voor hem dansen. De engel maakt duidelijk dat dat onmogelijk is. Dansen wil hij wel, maar daar heeft hij nu net die mantel voor nodig. De visser vertrouwt het niet. Tot de engel zegt: “Doubt is for mortals. With us there is no deceit.” Dan geeft de visser zich gewonnen, de engel danst en verdwijnt langzaam in een laatste synthese van verdicht geluid dat langzaam wegsterft. Met dezelfde cast en alleen een twee keer zo groot doek als achtergrond geeft Sellars vorm aan dit deel. Het enige verschil is dat hier een Japanse danseres de rol van engel speelt naast Jarrousky. De muziek en zang van Jarrousky vallen in dit deel optimaal samen. Aan alles is te horen dat Saariaho dit deel in samenwerking met Jarrousky heeft geschreven en optimaal gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheden van zijn stem (‘Always Strong’ was reeds klaar toen Sellars met het idee kwam om Jarrousky de rol van de geest te laten zingen. Saariaho heeft vervolgens het stuk wel nog wat aangepast). Bijzonder is ook hoe Saariaho de stem van Jarrousky hier vermengt met elektronica. In een interview met Joke Dame in ‘Odeon’ zegt Jarrousky daarover: “Geweldig vind ik dat – Kaija heeft het net een beetje uitgeprobeerd en het resultaat van de test vond ik indrukwekkend. Er zullen momenten zijn in de opera dat ik gewoon zing en dat je iets totaal anders hoort dan wat je verwacht van een stem. Een soort hypnotiserende klankwereld.”

SaariahoDe muziek voor deze opera wordt uitgevoerd door een kamermuziek enseble, wel zo toepasselijk bij de ingetogen wereld van het Nôh-theater. Het Dudok kwartet levert de strijkers, aangevuld met fluitiste Camilla Hoitenga, percussionist Niek Kleinjan en, heel bijzonder, Elja Kankaanrnata die de kantele bespeelt, een Finse versie van de citer. Met deze combinatie van instrumenten creëert Saariaho haar wonderlijke, hallucinerende klankwereld. Verder spelen vier leden van het Nederlands Kamerkoor een belangrijke rol als zingende verteller (Heleen Koele, Marian Dijkhuizen, Albert van Ommen en Gilad Nezer), vooral in het begin van ‘Feather Mantle’. Opvallend hierbij is hoe prachtig de zang kleurt bij de muziek en hoe vaak er van een fantastische synthese sprake is.

Bekijk hier een lezing die Peter Sellars gaf over de opera tijdens deze editie van het ‘Opera Forward Festival’: