Gisteren maakte ik een aanvang met de serie ‘Trio Not Trio’, een serie van vijf Cd’s, verschenen bij Gizeh Records, met in de hoofdrol de Canadese, in Berlijn woonachtige, gitarist Aidan Baker. ‘Trzicia’ en ‘Siguente’ kwamen reeds aan bod. En dus resten hier nog ‘Yonbanme’, ‘Yn Gyntaf’ en ‘Letzte’. Op ‘Yonbanme’ vinden we Baker in gezelschap van drummer Tobias Humble en Ayami Suzuki op elektronica en vocalen; op ‘Yn Gyntaf’ zijn dat drummer John Colpitts en vocaliste Stacy Taylor en op ‘Letzte’ vinden we Baker in gezelschap van Jana Sotzko op drums en Melissa Guion op vocalen, bas en keyboards.
De titel van ‘Yonbanme’ ontstond naar aanleiding van de samenwerking met de vocaliste Suzuki, tevens te horen op elektronica. Aangezien dit album werd opgenomen in Berlijn en Tokyo kunnen we de gevolgtrekking maken dat Baker live speelde met Humble. En inderdaad zijn gitaar en drums nauw met elkaar verweven, samen trekken ze hier muren van geluid op, waar Suzuki duidelijk op bijzonder subtiele wijze een laag aan toe voegt. Na het vrij onstuimige ‘Ichibanme’ valt het bijzonder ingetogen ‘Nibanme’ op. Een vrij trage ritmiek wordt aangevuld met duistere klanknevels, waarbij Suzuki de door Baker gelegde basis prachtig aanvult. Zeker zo bijzonder zijn de zware, langzaam voorbij vliedende klanknevels in ‘Yanbanme’, met Humble’s zware slagwerk als ankerpunten. In ‘Sonbanme’ horen we Suzuki voor het eerst in een uitgesproken vocale rol, haar repetitieve Sprechgesang overtuigend invoegend in Bakers en Humble’s klanken. En mooi zoals ook hier verderop de dynamiek weer oploopt. Het vijfde en laatste stuk, ‘Gobanme’ valt op door de meeslepende, bijna dansbare ritmiek, vooral prachtig vormgegeven door gitaar en drums.
Het was even zoeken voor ik doorhad uit welke taal ‘Yn Gyntaf’ stamt. De namen van vocaliste Stacy Taylor en drummer John Colpitts leverden niet direct aanknopingspunten. Zeker was wel dat Baker live speelde met Taylor, aangezien Colpitts in New York woont. En wat blijkt: Taylor komt uit Wales en ja, ‘Yn Gyntaf’ is ‘eerste’ in het Welsh. Weer een mysterie opgelost. Gewoon de Cd beluisteren, biedt hier zeker ook aanknopingspunten voor, want wat we horen is beslist geen Engels. De bijdrages van Colpitts mogen dan naderhand toegevoegd zijn, hij is wel heel duidelijk aanwezig. Zo horen we hem in het tweede stuk ‘Ail’ in een vrij lange solo voor Taylor en Baker zich erbij voegen. Ook in het derde stuk, ‘Trydydd’ overheerst het slagwerk, terwijl Baker een donkere drone creëert met zijn gitaar en de stem van Taylor overal doorheen snijdt. Subtiele klanken in ‘Pedwerydd’ en weer wat meer ritmisch deinende in ‘Cheweched’. En ook hier is het weer Taylor die met haar prachtige stem het meeste opvalt en het meest imponeert. ‘Chweched’ komt aansluitend volstrekt onverwachts. Baker heeft zijn versterker volledig opengedraaid en creëert een geluid als van een op hol geslagen cirkelzaag, Collpitts reageert met al even heftig slagwerk, maar Taylor blijft ook nu volledig overeind. Tot slot van dit album klinkt ‘Seithfed’, al even intens als ‘Chweched’, alleen is het nu met name het slagwerk dat overheerst.
De ‘Letzte’ is ook de laatste van de vijf. Sotzko woont in Duitsland, diegene waarmee Baker de live opnames maakte, Guion in New Orleans. Gitaar en drums zijn ook dit keer weer volledig geïntegreerd, terwijl Guion aan de muziek een extra en vaak ook afwijkende laag toevoegt. Meeslepende ritmiek direct in ‘Erste’, mooi aangevuld met Guions zang. Het gaat naadloos over in ‘Zweite’, hier iets meer dynamiek en afwisseling. En opvallend is dat Guion hier een extra laag toevoegt, scherp contrasterend met de ritmiek van Baker en Sotzko. Op ‘Dritte’ doet ze iets soortgelijks, de broeierig stomende ritmiek wordt hier aangevuld met een fragiel melodisch patroon op keyboards. En dan volgt ‘Vierte’ met een zeer dynamisch patroon, gespeeld door Guion en iets verderop aangevuld door Sotzko en Baker. Meeslepend en enerverend klinkt de muziek hier. Verderop wordt de muziek meer een eenheid en komt de ritmiek in niet aflatende golven. ‘Funfte’ is vrij donker van klankkleur en heeft iets industrieels in de ritmiek, of er met hamers op ijzer wordt geslagen. In het bijna twintig minuten durende ‘Sechste Teile I bis III’ zet Baker aan het begin de zaak direct op scherp met stevig gitaarspel, gevolgd door indringend slagwerk van Sotkzo. Verder vallen op dit wederom vrij duistere stuk de langgerekte klanknevels op van Guion, steeds verder toenemend qua intensiteit. En tot slot klinkt ‘Letzte’, waarin wederom een stomende, repetitieve ritmiek overheerst, een waardige afsluiter.
Alle drie de albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: