Banabila & Machinefabriek – A Looming Presence / Michel Banabila – The Unreal Realm (Download Recensie)

In 2012 maakten Michel Banabila en Rutger Zuydervelt, werkend onder zijn alias Machinefabriek, samen hun eerste titelloze album. Vorig jaar verscheen als download de zesde: ‘A Looming Presence’. Ook ik besteedde eerder aandacht aan die samenwerking, het laatst naar aanleiding van het verschijnen van ‘Macrocosmos’ in 2016. Op dit nieuwe album zijn beiden weer samen te horen, met één uitzondering: op ‘Cracked Dispatch’ horen we ook vocaliste Maryana Golovchenko en violist Oene van Geel. Verder vandaag aandacht voor ‘The Unreal Realm’, waarop we Zuydervelt eveneens aantreffen, op één stuk. Maar hier vinden we ook samenwerkingen met Pierre Bastien, eveneens werkend met elektronica, met de saxofonisten Mete Erker en  David Liebman en met Salar Asid op kemenche, wellicht wat minder voor de hand liggende keuzes. Verder bestaat dit album uit solostukken van Banabila.

‘Fabricated Fables’, de opener van ‘A Looming Presence’ begint met een vreemdsoortig krakend geluid, gevolgd door verstilde veldopnames. Dan sluipt het ritme erin, een bijzondere combinatie vormend met die dromerige veldgeluiden. Die ritmiek speelt in meer stukken een belangrijke rol, waarin ook dit keer de invloed van dance regelmatig onmiskenbaar is. Maar ook nu, laat dat maar aan deze heren over, geschiedt dat nooit op voorspelbare wijze. In een club zul je stukken als ‘A Giant Misstep’ – een stuk dat eigenlijk een andere titel verdient, want dit is zeker geen enorme mislukking, maar een uiterst geslaagde combinatie van dance en experiment – en ‘Ambigiuous Signals’ dus niet zo snel horen, terwijl dat overigens prima zou kunnen. In andere stukken is die ritmiek minder aanwezig of ontbreekt hij nagenoeg volledig. Zo klinkt de ritmiek ook in het titelstuk, ‘A Looming Presence’, maar dan veel minder overheersend, wat hier een grote rol speelt is die aanzwellende klank, bestaande uit een grote diversiteit aan afzonderlijke geluiden. Ook in ‘Fractured Dreams’ en ‘Radiant Mass’ gaat het duo op speelse wijze om met die ritmiek, hier ligt het tempo ook wat lager, terwijl deze in ‘Oumuamua’ geheel ontbreekt, dit is meer ambient dan dance. In die sfeer past ook dat ‘Cracked Dispatch’, met gastbijdrages van Golochenko en Van Geel. Met name de zang van die eerste verleent een bijzondere dimensie aan dit stuk. In het afsluitende ‘Lyrebird’ komen beide werelden, die van de dance en van het meer subtielere experiment op prachtige wijze samen.

‘The Unreal Realm’ vangt aan met het titelstuk, een iets kortere versie van een onderdeel van ‘YYDC – Somewhere’, dat Banabila schreef voor een ballet van de choreografe Yin Yue en dat hier later nog aan bod komt. Een prachtig ingetogen stuk, gespeeld op piano, met subtiele elektronica als ondersteuning. De linkerhand geeft het langzame ritme vorm, de rechterhand vormt er een soort schaduw van. Ook ‘Lineage’ en ‘Mind Shifts’ behoren hiertoe. In ‘Lineage’ horen we eveneens in het eerste deel de piano, alleen nu in een veel hoger tempo, in combinatie met het bijzondere, wat hoge geluid van de kemenche, een instrument dat veel voorkomt in Turkijk, Iran en de Kaukasus, familie van de lier. In de tweede helft overheerst de elektronica in een deinend ritmische passage, culminerend in een soort van ritmische noise storm. Bijzonder is ‘Mind Shifts’, dat door die massieve en inktzwarte klanknevel, die verderop aanzwelt tot een donderbui, opvallend spannend en onheilspellend. Zo tegen de helft voegt Banabila een meeslepend, tribaal ritmisch patroon toe en komt hij ook nog met vrij stevige klankuitbarstingen, waarna het geheel zich onmiskenbaar richting dance beweegt. Zonder meer één van de hoogtepunten op dit album.

De twee volgende stukken schreef Banabila eveneens voor een ballet van Yin Yue: ‘Timeless Tide’. We horen achtereenvolgens ‘The Process From Birth’ en het titelstuk. Het eerste klinkt lange tijd als een opvallend melodieus stuk, zo te horen gespeeld op een keyboard, prima geschikt voor een langzame dans, waarna het halverwege de abstractie het overneemt, de opmaat vormend voor een al even ritmische frase op elektronica. Het titelstuk klinkt aanvankelijk veel rustiger, ambientachtig, met opvallende stemopnames als voornaamste kenmerk, tot ook hier na enige tijd een stabiele ritmiek zijn intrede doet. Het verontrustende ‘Bogus Diminion’ maakte Banabila met Erker. Of er een zware machine staat te stampen, zo begint het met krachtige, slome ritmiek. Wat verderop worden we de klanken van de saxofoon gewaar, door Banabila uitgebreid bewerkt. ‘Night Eyes’, dat Banabila met Liebman maakte, is geheel anders van klank, het klinkt als een geluidssculptuur, met een grote rol voor opvallend innemende solo’s op diverse saxen en een fluit. Tussen deze twee stukken in, zitten de stukken die Banabila maakte met Zuydervelt, respectievelijk Bastien. Het eerste, ‘Inward Spiral’, is eveneens te definiëren als een soort van geluidssculptuur, maar dan één die door een sterke onderstroom opvallend spannend klikt, de tweede, ‘Ambiance Subaquatique’ klinkt al even verrassend, fascinerend zoals de klanken hier voortkabbelen, als een stromend beekje.

Beide albums zijn (deels) te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: