Robert Sholl – Olivier Messiaen, A Critical Biography / Robert Sholl e.a. – Messiaen in Context (Boek recensie)

Met kerst in aantocht is Olivier Messiaen een uitstekend componist om deze dagen bij stil te staan. Het orgelpark organiseert een tweetal concerten, vanavond en morgenavond en ook het NTR Zaterdagmatinee heeft een stuk van hem op het programma staan. Verder verscheen enige maanden geleden bij Pentatone de gezaghebbende interpretatie die Pierre-Laurent Aimard maakte van ‘Catalogue d’Oiseaux  in een nieuwe, wat goedkopere uitgave. Maar eerst vandaag twee boeken: het bij Reaction Books verschenen ‘Oliver Messiaen, A Critical Biography’ van Robert Sholl en het bij Cambridge University Press uitgekomen ‘Messiaen in Context’, een bundel onder redactie van diezelfde Sholl.

Sholl, onder andere professor musicologie aan de University of West London is een groot kenner van religie en spiritualiteit binnen de hedendaagse gecomponeerde muziek. Dat blijkt onder andere uit recente boeken als ‘James MacMillan Studies’, in 2020 verschenen bij Cambridge University Press, dat hij schreef met George Parsons en uit ‘Contemporary Music and Spirituality’ dat hij samen met Sander van Maas in 2017 bij Routledge uitbracht. Dat Sholl, in zijn, met 200 bladzijden relatief korte biografie, dan ook vooral inzoomt op de invloed van het katholicisme op het werk van Messiaen, is dan ook niet zo verwonderlijk. Overigens een volgens mij bijzonder terechte insteek, want uit alles blijkt dat die invloed allesbepalend was voor de ontwikkeling van deze belangrijke componist. En dat was beslist niet vanzelfsprekend, want Messiaen kwam zeker niet uit een streng religieuze familie. Zijn moeder, de dichteres Cécile Sauvage droeg weliswaar het gevoel voor spiritualiteit aan haar zoon over, maar niet het Katholieke geloof. Pas in zijn tienerjaren ontwikkelde hij dat geloof, overigens in combinatie met dat gevoel voor spiritualiteit en mystiek. Sholl zegt daarover: “Messiaen’s advocacy for mysticism can be understood as part of a modernist emancipatory project and as a form of religious re-enchantment that both extends and perverts the ideals of his contemporaries and that underpins the jouissance (pleasure and pain) of this music”. Het gevoel dat er reeds was, werd zeker nog versterkt door de liefde voor het orgel en de ontmoeting met Charles Tournemire, de componist die in 1931 een belangrijk rol speelde in het verkrijgen van de positie van eerste organist aan de Église de la Sainte-Trinité, een positie die Messiaen tot aan zijn dood zou bekleden. Iets waar Jennifer Donelson-Nowicka in ‘Messiaen in Context’ nog dieper op ingaat.

Messiaen zelf, vertaald uit ‘Recontres avec Olivier Messiaen’ van Antoine Goléa uit 1960, zei naar aanleiding van zijn compositie voor orgel ‘Les Corps Glorieux’: “I have always had a taste for the marvelous… my love of the marvellous is found in the choice of the qualities of the Coprs Glorieux: agility, force, brilliance and subtlety to which I dedicated one of my most important organ works…The truths of faith contain a certain Surrealist poetry.” Met name die laatste zin is veelzeggend, Sholl laat in ‘Messiaen in context’ mooi zien hoe zeer de componist door deze stroming is beïnvloed: “Messiaen instantiates an eschatological desire (human and devine) that must remain unfulfilled – its fulfilment can only occur after death. The role of music therefore is both contingent and intermedial, and it aspires to be transformative.” Die overtuiging vroeg om een nieuwe manier van componeren, iets dat ongetwijfeld nog versterkt werd door Messians synesthesie, bij hem in de vorm van het zien van kleuren bij het horen van muziek, waar Duncan Carmichael uitgebreid aandacht aan besteed in ‘Messiaen in context’ en dat zeker een rol speelde in zijn passie voor klankleur en de tint van de diverse instrumenten. Vanaf het begin was Messiaen bijzonder geïnteresseerd in ritmische complexiteit, hij ontwikkelde een aantal eigen ritmische systemen, waarvoor hij ook gretig gebruik maakte van niet-westerse toonsoorten en in harmonie. Zo maakte hij vaak gebruik van akkoorden die gebaseerd zijn op vaste, herhalende reeksen van intervallen, zonder dat ze naar een tonaal centrum leiden. Verder is er het gebruik van polytonaliteit, waarbij meerdere toonladders of akkoorden tegelijkertijd klinken en vertonen zijn composities vaak complexe, gelaagde structuren en onconventionele vormen.

Die wijze van werken nam niet iedereen Messiaen in dank af. Hoe meer hij zich begon uit te spreken in die voor hem zo typische muzikale stijl, des te feller werd de kritiek, culminerend in wat ‘Le Cas Messiaen’ is gaan heten. Na de première van het pianowerk ‘Vingt Regards sur L’Enfant Jésus’, maar vooral na die van het orkestwerk ‘Trois petites Liturgies de la Présence Devine’ een maand later, veegde een groot deel van de muzikale pers de vloer met hem aan. Het was allemaal veel te pompeus en bombastisch, kitsch en nietszeggend gepruts wat Messiaen produceerde. Wat niet geholpen zal hebben is dat Messiaen zichzelf enerzijds presenteerde als iemand die een onwaardig werktuig was in de handen van god, bijvoorbeeld in een artikel uit 1946 en tegelijkertijd een torenhoge ambitie had, zo rustte hij niet voor hij uiteindelijk leraar compositie werd aan het conservatorium in Parijs. En beluister zijn muziek en je begrijpt wel hoe dit kon gebeuren. Het is muziek die je nu niet bepaald kunt afdoen als weinig zeggende achtergrondmuziek. Als je het mooi vindt, is het muziek die je meesleept, ongeacht of je nu net als Messiaen gelovig bent of niet, maar spreekt het je niet aan, dan kan ik mij ook voorstellen dat je er niets van moet hebben. Beide boeken laten dat ook goed zien: de man liet niemand onbewogen, of je liep met hem weg, of je moest niets van hem hebben. Tot die eerste groep kunnen we zijn tweede vrouw Yvonne Loriod rekenen, die als pianiste zo ongeveer zijn gehele werk in première heeft gebracht, maar ook componisten als Jacques Charpentier en Jean-Louis Florentz, die beiden aan bod komen in ‘Messiaen in context’. Tot die tweede groep kunnen we Pierre Boulez rekenen, zijn eerste leerling. Boulez zag zeker de belangrijke bijdrage die Messiaen aan de ontwikkeling van de hedendaags gecomponeerde muziek heeft geleverd, met name op het gebied van ritme en harmonie, maar was wars van die muzikale bouwwerken die Messiaen optrok, het kon wat hem betreft veel simpeler. Maar hoe we het ook wenden of keren, de invloed van deze componist op de hedendaags gecomponeerde muziek kan moeilijk worden overschat, iets dat beide boeken prachtig duidelijk maken. En menig componist, denk daarbij ook zeker aan Karlheinz Stockhausen, György Ligety, Iannis Xenakis en de spectralisten, zijn diepgaand door zijn werk beïnvloed.