Erik Friedlander ‘The Throw’ (Concert Recensie)

De Singer, Rijkevorsel – 30 oktober 2024

Mark Helias en Erik Friedlander. Foto’s Jef Vandebroek

Cellist Erik Friedlander ken ik hoofdzakelijk van zijn deelname aan de nodige projecten van John Zorn, zoals het Masada String Trio en het Bar Kohkba Sextet. Gisterenavond zag ik hem echter bij De Singer als leider van zijn eigen kwartet The Throw, verder bestaand uit pianist Uri Caine, bassist Mark Helias en drummer Ches Smith. Ja, voor minder doet Friedlander het niet. Op zijn website haalt hij een citaat aan van Virginia Woolf: “What is the meaning of life? That was all – a simple question… The great revelation perhaps never did come. Instead, there were little daily miracles, illuminations, matches struck unexpectedly in the dark”. Een citaat dat onverkort van toepassing is op de muziek die tijdens dit concert klinkt en waarin Friedlander een ode brengt aan het gewone. Een citaat dat op diverse momenten ook terug komt in de titels van de stukken. Het kwartet speelt zowel ‘The Great Revelation’ als ‘Little Daily Miracles’.

Opvallend is dat zowel Friedlander, Caine als Smith ook samenspeelden met Zorn, volgens mij alleen Helias niet. Daar kennen ze elkaar van, maar vooral ook van het feit dat ze allemaal in New York wonen en regelmatig in diverse verbanden samenspelen. Dat hoor je ook hier goed terug in deze relatief compacte, maar altijd opvallend ritmische stukken. En ja, ook de invloed van de Klezmer klinkt er op gezette tijden in door. Direct al in ‘Match Strikes’ schieten we vol in de ritmiek, overigens een heel verschil met de studioversie die je op Bandcamp kunt terugvinden en waarvoor dat veel minder geldt. Mooi ook die solo van Caine hier en later die van Friedlander zelf en het gevoel voor de blues dat hierdoor heen piept. ‘Foot Stomp’ valt eveneens op door de ritmiek, in dit geval in speels staccato en tevens door die duidelijke klezmer invloeden in het spel van Friedlander. Verder valt hier het puntige slagwerk van Smith op.

Ches Smith

Hierboven refereerde ik reeds aan de woorden van Woolf en dit concert maakt mooi duidelijk hoe die inspiratie bij Friedlander uitwerkt. Voor dit kwartet componeert hij louter opvallend harmonische en vaak ook sterk melodische stukken met een kop en een staart en verder geen kapsones. Er wordt zeker gesoleerd, maar dat blijft allemaal wel steeds in dienst staan van het geraamte dat Friedlander neerzette. Maar er is meer, het zijn ook nog eens stuk voor stuk korte muzikale verhalen die deze componist en cellist ons vertelt, in ieder stuk voel je dat hij een boodschap wil overbrengen die past bij dat citaat van Woolf. Waarin zij en hij eigenlijk zeggen: “kijk, het geluk ligt voor je voeten, raap het maar op”. Dat grandioze speelplezier van deze vier draagt daar alleen nog maar meer aan bij. Neem ‘Seven Heartbreaks’, dat toch qua titel geenszins vrolijk klinkt, maar Friedlander geeft er een heerlijk swingende draai aan, teruggrijpend op de traditie van de jazz, met een prachtige solo van Caine. Maar ook met een zowel door Friedlander als door Helias met de strijkstok gespeelde melodie, iets meer vorm gevend aan het weemoedige dat toch ook bij dit nummer hoort.

Frisse dynamiek en krachtige ritmiek vinden we ook in ‘Sprawl’, waar iedere keer weer die melodie gespeeld door Friedlander subtiel doorheen breekt. Overigens ook het perfecte stuk voor een solo van Smith, blijf hier maar eens bij stil zitten! Soms gaat het er ook wat rustiger aan toe, bijvoorbeeld als Friedlander de ietwat slepende melodie speelt van ‘As They Are’, mooi gecombineerd met die staccato ritmiek. Een stuk waarin eveneens een zekere weemoed doorklinkt. Bijzonder in dit stuk is ook het einde, met een repetitief minimalistische frase die langzaam uitdooft. Ook het eerder genoemde ‘Little Daily Miracles’ is een ballade, het kwartet speelt het als één van de twee toegiften, prachtig hoe Caine hier de melodie neerzet.