De Georgische componist Giya Kancheli, geboren in 1935, heeft inmiddels een behoorlijke carrière achter de rug waarin hij een dito oeuvre heeft opgebouwd, waaronder werken voor orkest, zeven symfonieën en een opera. In 1992 vertrok hij naar Berlijn en sinds 2007 verblijft hij in Antwerpen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat juist vanaf 1992 de invloed van de Georgische cultuur toeneemt en zijn muziek spiritueler wordt.
Een nieuw album bij ECM New Series dat onder de titelt ‘Chiaroscuro’ twee stukken voor viool en kamerorkest bevat, gaat vergezeld van een statement waarin Kancheli zijn visie op de wereld en de plek die muziek daarbij inneemt, ontvouwt: “I take what is happening around me to heart, and in my work I try to express my own spiritual state; in essence I write for myself, without having any illusions that ‘beauty will save the world’. So my music is sad, rather than joyful…What’s recorded here is, rather, bitter sorrow over the imperfection of society that cannot draw lessons from the most terrible historical examples.”
Beide stukken op deze Cd, ‘Chiaroscuro’ voor viool en kamerorkest en ‘Twilight’ voor twee violen en kamerorkest, worden uitgevoerd door Kremerata Baltica onder leiding van violist Gidon Kremer, die in ‘Twilight’ Patricia Kopatchinskaja naast zich vindt.
‘Chiaroscuro’ is oorspronkelijk in 2010 geschreven voor strijkkwartet. In hetzelfde jaar maakte Kancheli voor de violist Julian Rachlin een versie voor viool en altviool, beiden bespeeld door Rachlin. In 2011 volgde een versie voor altviool en concert, voor Yuri Bashmet en tenslotte volgde een versie voor viool en orkest, geschreven voor Kremer. Dit stuk beleefde zijn wereldpremière op 25 januari 2012 in Brussel in dezelfde bezetting als de uitvoering die we hier op Cd terugvinden. Het is een verstild en poëtisch stuk, met op sommige momenten dramatische accenten, met name door het slagwerk. Gezien het bovenstaande statement van Kancheli is dit allerminst verbazingwekkend. De viool is leidend in het stuk en vertelt een duidelijk en krachtig verhaal, vaak aangevuld met de klanken van het klokkenspel.
Bijzonder is het dramatische en intens overweldigende moment op twee derde van het stuk, waarin het orkest een krachtig ritmisch patroon vertolkt. Ook de passage verderop, waarin het samenspel tussen viool en piano centraal staat is zeer de moeite waard. Het stuk eindigt ten slotte met de viool die langzaam steeds zachter klinkt.
Voor ‘Twilight’ liet Kancheli zich inspireren door de populieren die hij vanuit zijn huis in Antwerpen ziet, die gaandeweg de seizoenen er steeds anders uit gaan zien en die voor Kancheli symbool staan voor het leven. En geplaagd door een periode van ernstige gezondheidsproblemen is die symboliek alleen nog maar sterker geworden: “And then, suddenly, comes a moment of serious trial, when life – to speak metaphorically – hangs by a hair. It’s only a combination of circumstances that allows us to return and continue it – temporarily, alas, in comparison to my poplars.”
Dat we hier, in de solopartij, twee violen horen, geeft het stuk een rijke klank. Op creatieve wijze dansen de twee violisten om elkaar heen. Ook dit stuk kent zijn dramatische momenten, waarbij ook hier de scherpe overgangen opvallen. Een bijzonder moment op dit vlak zit op ongeveer de helft van het stuk waarbij de strijkers in het orkest zorgen voor een krachtige spanningsboog. Het stuk eindigt in een wondermooie passage waarin de harmonische lijnen van het orkest, met name op het conto van de strijkers, doorsneden worden door een, door de twee violisten gespeelde, pizzicato melodie. Liefelijk en elegant.
Beluister hier een fragment van de Cd.