Transit Festival – Deel 3 (Concert Recensie)

Stuk, Leuven – 20 oktober 2024

Juliet Fraser in ‘Plans for Future Operas’. Foto’s Evy Ottermans

Als deze derde dag van het Transit Festival één ding duidelijk maakt dan is het wel hoe groot de zeggingskracht van hedendaags gecomponeerde muziek kan zijn. Op zo’n dag als deze begrijp ik eigenlijk niet goed waarom niet gewoon iederen dol enthousiast is over dit genre. De zes componisten waarvan vandaag werk klinkt, Øyvind Torvund, Joanna Bailie, Saska Venegas, Annelies Van Parys, Ellen Jacobs en Kaija Saariaho slagen er stuk voor stuk in, ieder natuurlijk op zijn eigen wijze om de luisteraar aan zich te binden. Het overkoepelende thema daarbij is voor mij het begrip ’tijd’. Waarbij dingen horen als terugkijken en herinnering, maar ook zaken als afscheid nemen, met als meest ultieme in het geval van de dood. En valt u nog iets anders op in dit rijtje namen? Juist, vijf van de zes componisten zijn vrouwen. Dat was in de tijd toen de onlangs overleden Saariaho begon wel anders.

Slechts één man, maar die Torvund schreef wel een knotsgek stuk, ‘Plans for Future Operas’ geheten. Via een geleide fantasie brengt sopraan Juliet Fraser ons in de stemming voor het eerste idee: we zitten op het strand. Veel ideeen volgen, de ene nog gekker dan de ander. We krijgen een ‘Car Horn Opera’, waarin Mark Knoop ons achter de synthesizer vergast op allerlei alarmsignalen van auto’s, terwijl Fraser al even originele bijdrages levert. Prachtig is ook dat ‘Good Friends with the Birds’ met Fraser in een collectie vogelgeluiden terwijl we via Knoops synthesizer deze middels veldgeluiden krijgen opgediend. Op de achtergrond zien we schetsen die Torvund maakte als waren dit serieuze plannen. “Many ways to communicate” geeft hij ons ook nog mij. Een ander kenmerk van dit werk: tussen alle hurmor zitten ook wel degelijk meer serieuze boodschappen verborgen. Neem bijvoorbeeld die eerste van de ‘Four Paranormal Operas’, waarin je voorafgaand als bezoeker kunt laten registeren met welke dode je zou willen praten tijdens de voorstelling. Intussen wordt er door Knoop op bijzonder hoog niveau gemusiceerd in een opvallend veelzijdige, maar ook veeleisende partituur. We hadden het al over vogelgeluiden, maar er klinkt ook een prachtige pianosolo in de vierde van die Paranormale Opera’s, terwijl we Knoop in de humoristische feedbackopera – waarin een gitaarversterker schommelt over het podium en telkens noise produceert zodra hij over de gitaar komt – noise horen combineren met gewoon pianospel.

Leden van het Ictus Ensemble

Joanna Bailie was jurylid tijdens de laatste editie van het Gaudeamus Festival. Een uitvoering van het vorig jaar ontstane ‘1979’ had daar prima gepast. De acht musici van Ictus staan in twee groepen van vier opgesteld aan weerszijden van het publiek, terwijl de elektronica zich achter het publiek bevindt. Door de gehele ruimte staan bovendien luidsprekers opgesteld, waardoor we ons als luisteraars letterlijk tussen het geluid bevinden. Het stuk gaat over tijd, vanuit het besef, zoals Bailie zelf zegt, dat naarmate je ouder wordt de kloof tussen heden en verleden steeds sterker voelbaar wordt. Steeds meer van wat je hebt meegemaakt, herinner je je niet meer. Ik kan erover meepraten, met bijna zestig jaar op de teller. Daarnaast stelt Bailie dat geluidsgolven nooit echt verloren gaan, dat wij ze dan al lang niet meer kunnen horen, doet daar niets aan af. Dit concert had dan ook eigenlijk in een kerk moeten klinken, waardoor ook wij als luisteraars langer van de geluiden hadden kunnen genieten, want meer dan dat klinkt hier niet. Golven van geluid, of voorbij trekkende wolken zo u wilt en een enkele pianomelodie die dat effect alleen nog maar verder versterkt.

Leden van I Musici en Spectra

Van Parys, Venegas en Jacobs staan in hun stukken alle drie stil bij componisten die voor hen belangrijk waren en die allebei onlangs overleden. Voor Van Parys en Jacobs was dat Saariaho, voor Venegas Henderickx. Bij Van Parys kwam daar ook nog eens de dood van haar vader bij, iemand die natuurlijk nog veel dichter bij haar stond. Met ‘Threnody’ schreef ze een opvallend weerbarstig, schrijnend stuk. Direct al in dat begin met die hoge, ijle noten die door merg en been gaan, met als enige onderbreking het slagwerk dat klinkt als een zacht tikkende klok. Er komen andere klanken bij, met name de bijdrages van de blazers vallen op en de dynamiek neemt eveneens toe. Pas in het laatste deel ontstaat er iets van harmonie, een serene, gewijde sfeer, al blijft ook hier de onderhuidse spanning voelbaar. Jacobs liet zich eveneens door Saariaho inspireren en dan met name door de wijze waarop zij met klank omging. ‘And in between, there is…’ is dan ook het meest abstracte stuk van deze avond, waarin vooral de percussionisten opvallen met prachtige vondsten. Een bijzonder minimalistisch stuk ook, vol uiterst fragiele, soms nauwelijks hoorbare klanken. Tegen het einde ontstaat er wat meer dynamiek en loopt de spanning op. Spanning die net voor het einde op grootse wijze ontlading vindt in een uitbarsting van duistere pianoklanken. Venegas geeft aan zowel persoonlijk als professioneel sterk beïnvloed te zijn door Henderickx. Hij vergeleek haar met een lotusbloem, vandaar de titel ‘The White Lotus’: “je wortels komen uit de modder, maar je kleuren stralen aan de oppervlakte”. Die invloed van Henderickx is zeker te horen, zowel in het gebruik van niet westerse klanken als in de sterke harmonische structuur van dit bijzondere stuk. Prachtig ook hoe ze de diverse instrumenten, in een vrij kleine bezetting, met elkaar laat samenvallen. Alle stukken worden met veel professionaliteit en inlevingsvermogen uitgevoerd door de leden van I Solisti en van Spectra, samen onder leiding van Filip Rathé, iets dat zeker ook geldt voor het enige wat oudere stuk: Saariaho’s ‘Solar’ uit 1993. Het is een opvallend harmonieus, maar ook ritmisch stuk, met aan het begin en aan het einde een vrij stevige dynamiek. Daartussenin zit een prachtig langzaam deel en wat vooral bijzonder is, is de wijze waarop Saariaho de overgang hiernaar inzet: uiterst geleidelijk zakt die dynamiek in. Dan horen we de blazers kwetteren, komen viool en altviool erbij en loopt de spanning weer heel geleidelijk op, om uiteindelijk weer bijna op het oude niveau terug te keren.