Het Oostenrijkse Kairos wijdt zijn Cd’s vrijwel altijd aan één componist, iedere keer weer een mooie gelegenheid om hedendaagse, vaak bij ons volstrekt onbekende componisten, te leren kennen. Er ligt hier nog een behoorlijke stapel waar ik nu weer eens één vanaf haal: ‘Passage’ van Jason Eckardt. Op dit album slechts twee stukken, het strijkkwartet ‘Passage’ en het pianokwintet ‘pulse-echo’. In beide gevallen horen we het Amerikaanse JACK Quatet, in ‘pulse-echo’ aangevuld met pianist Jason Hardink.
In de jaren ’50 van de vorige eeuw begon de CIA onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor het inzetten van licht en geluid bij het verhoren van verdachten, iets dat later zou resulteren in de KUBARK handleiding. Een effectief middel waarmee flinke schade kan worden aangericht, in 1978 werd het dan ook bestempeld als inhumaan door het Europees hof voor de rechten van de mens. Voor Eckardt vormde dit gegeven de basis voor het uit drie delen bestaande ‘Passage’, dat ontstond tussen 2011 en 2018. Het eerste deel heet niet voor niets ‘Subject’. Heftige strijkbewegingen, daar beginnen we mee, omgeven door stiltes. Als een soort van muzikale stroomstoten. Bijna vier minuten duurt dit, tot er ineens een harmonieus patroon klinkt, gevolgd door grillige abstracties. Echt fijn klinkt het hier niet, iets waarmee Eckardt recht doet aan de boodschap van dit kwartet. Wat we hier ook duidelijk terug horen is de achtergrond van deze componist. Hij begon zijn carrière in de muziek ooit als gitarist binnen de jazz en de metal en maakte de overstap naar hedendaags gecomponeerd na het horen van de muziek van Anton Webern. Beide invloeden hoor je hier terug. Zo horen we in die vrij hoge, schrille frase verderop in dit eerste deel duidelijk de invloed van (post)rock en in de snelle bewegingen die daarop volgen die van Webern.
In het tweede deel, ‘Ascension’ staat Eckardt stil bij de gevolgen van deze verhoormethode, die grote overeenkomst vertonen met die van PTSS. Eckardt kiest hier voor redelijk ingetogen klanken, wederom met een grote rol voor de stilte, waardoor dit deel een wat terloops karakter krijgt. Een aantal van de slachtoffers heeft in de afgelopen jaren de publiciteit gezocht om te getuigen over wat hen is aangedaan, een gegeven dat centraal staat in het derde en langste deel: ‘Testify’. Het einde van het tweede deel, bestaand uit een bijzonder indringende schelle klankwolk, loopt naadloos over in dit derde deel. Bijzonder zijn ook de grillige bewegingen verderop in dit deel, prachtig gespeeld door dit kwartet. En ook hier werkt de componist weer veel met stiltes en onverwachte klankuitingen. Verder vallen, naast wederom ijle klankwolken, die bijzonder dynamische kwartetfrases, helemaal tegen het einde met een opvallend gruizige klank en die solo van de altviool nog op.
De titel ‘pulse-echo’ ontleende Eckardt aan dit citaat van Arnold Schönberg: “Art is the cry of distress of those who personally experience the fate of mankind. Within themselves they carry the pulse of the world and only an echo reaches the outside. And that echo is the work of art”. Daarnaast was hij geïnteresseerd in de piano als object met “a set of vibrating strings inside a resonant body”, om daar aan toe te voegen: “Rather than contextualizing my work in the pianistic tradition, I approached the piano as a physical object, pregnant with possibilities to explore in the service of sound production”. En dus horen we hier een subtiel en abstract klankkunstwerk, waarin de klank van de piano, mede ook door spel onder de klep, prachtig samenvalt met die van de strijkers. Progressie kent dit stuk dan ook niet, wel veel bijzonder interessante klankvondsten.