AFAS Theater, Leusden – 7 oktober 2024
Afgelopen maandagavond werden, na de opening door Cappella Amsterdam, in het AFAS Theater in Leusden de jaarlijkse Edisons voor jazz en klassiek weer uitgereikt, samen met de publieksprijzen en de oeuvreprijzen. De prijzen voor de albums zijn op dat moment al bekend, terwijl we op de avond zelf te horen krijgen wie de publieksprijzen hebben gewonnen, waarvoor per categorie drie albums zijn genomineerd en wie een leven lang musiceren beloond ziet met een oeuvreprijs. Voor de jazz ging de publieksprijs dit jaar naar zanger Dennis van Aarssen die met de Amerikaanse pianist Jeff Franzel ‘Just Call It Love’ opnam en in de categorie klassiek viel Herman Finkers‘ ‘Missa Sancti Georgii’ in de prijzen, uitgevoerd door Cappella Amsterdam en Holland Baroque, onder leiding van Daniel Reuss. De oeuvreprijzen gingen naar pianist Ronald Brautigam, vanzelfsprekend in de categorie klassiek en naar altsaxofonist Benjamin Herman. Verder namen de Nederlandse winnaars in de diverse categorieën hun beeldjes natuurlijk in ontvangst. Aansluitend kwamen ze in het tweede deel van de avond nogmaals voorbij, maar nu met de bekroonde muziek.
Die oeuvreprijs vormt natuurlijk het hoogtepunt van de avond, culminerend in een gesprek met, dit jaar, Winfried Baijens die in de weinige minuten die hij had met de twee laureaten prima tot de kern wist door te dringen. Brautigam wordt dit jaar zeventig, maar voelt zich nog steeds twaalf zo laat hij Baijens weten. Wat daarbij helpt is doen wat hij het liefste doet: “Die liefde voor de muziek overbrengen”. En dan met name live, “de rijkdom van het onvoltooide”. Dat vastleggen op een Cd vindt hij eigenlijk maar niets, “je legt iets vast wat niet vast te leggen is.” Mooi is hoe hij zijn grote held Ludwig von Beethoven vergelijkt met Gustav Mahler: “Bij Mahler voel je je een psychiater, zoals hij zijn ziel blootlegt. Hij staat midden in je kamer”. Bij Beethoven gaat dat volgens Brautigam allemaal veel subtieler. Studeren, optreden, voor hem is het allemaal geen werken. Iets dat volgens mij voor Herman evenmin geldt. Hij zou wel meer willen studeren, dat komt er niet iedere dag van, maar verder voelt hij zich als een vis in het water: “Ik vind het heel fijn om extremen op te zoeken en te zien hoe ik daar in functioneer”, zo stelt hij, onder andere naar aanleiding van een recent bezoek aan Japan, waar hij vaker verblijft en een land dat hem iedere keer weer inspireert om “plekken op te zoeken war je nog niet geweest bent muzikaal”. Op tafel ligt het dikke ‘Saxophone Colossus – The Life and Music of Sonny Rollins’, ook zo’n saxofonist die niet vast te pinnen was op één stijl. Hij citeert er wat uit over Charlie Parker die er naar streefde om mensen met een vraagteken naar huis te sturen, iets wat Herman uit het hart gegrepen is.
Wat hebben we verder binnen de jazz? De categorieën nationaal en internationaal met ‘Aria’ van Tineke Postma die deze tweede Edison ziet als een “enorme motivatie om door te gaan”, iets wat ze volgens mij anders ook wel zou doen en ‘The Sky Will Still Be There Tomorrow’ van Charles Lloyd die zijn beeldje natuurlijk niet zelf kwam afhalen. Verder vocaal nationaal en internationaal, met onderscheidingen voor Cantorias met het gelijknamige album en Gretchen Parlato en Lionel Loueke met ‘Lean In’. Cantorias was aanwezig en werd – zo werd wel duidelijk tijdens hun optreden later die avond – terecht geprezen om de sterke samenzang van de vier dames: Lilian Vieira, Nina Rompa, Femke Smit en Anna Serierse. Viera viel twee keer in de prijzen, want de Edison voor global ging dit jaar naar ‘Telenova’ van Zuco 103, waarin zij eveneens de vocalen verzorgt. Dan hebben we nog de categorie nieuwkomer waarin zoals ik gisteren reeds zei trompettist Alistair Payne werd beloond voor zijn album ‘Reflex: Live at Bimhuis’. Klassiek kent wat meer categorieën en dus prijswinnaars, waarvan overigens vrijwel niemand aanwezig was. Ensemble Pygmalion, onder leiding van Raphaël Pichon won met Claudio Monteverdi’s ‘Vespro della Beate vergine’; De pianisten Piotr Anderszewski en Giorgi Gigashvili wonnen ieder met een soloalbum;
The Philadelphia Orchestra, onder leiding van Yannick Nézet-Séguin brak een lans voor de vierde symfonie van Florence Price en vulde dat aan met de ‘Negro Folk Symphony’ van William Dawson, daden van gerechtigheid; Het Danish String Quartet won met ‘Prism IV’ en tot slot wonnen de vocalisten Sabine Devieilhe en Reginald Mobley met een recital album, begeleid door de pianisten Mathieu Pordoy, respectievelijk Baptiste Trotignon. De enige die zelf zijn prijs in ontvangst kwam nemen was de componist Edmund Finnis, van wie afgelopen zaterdag tijdens het NTR ZaterdagMatinee nog ‘The Air, Turning’ klonk. Hij won met zijn album ‘Youth’, met daarop twee stukken gespeeld door pianiste Clare Hammond. Een album dat hier nog op korte termijn voorbij gaat komen.
Ik moet eerlijk bekennen dat Herman Finkers niet op mijn netvlies stond als componist. En dat terwijl die eerste versie van ‘Missa Sancri Georgii’ stamt uit 1990, gecomponeerd ter gelegenheid van zijn huwelijk. Die eerste versie was voor orgel en koor. Een stap verder was een versie voor koor en ensemble, die ook op cd is verschenen. En nu ligt er dus deze, voorlopig, definitieve versie die bekroond werd met de Edison publieksprijs, één voor strijkkwintet, hobo, harp, klavecimbel en koor. Finkers vond het duidelijk een boeiend proces en betoont zich bij de uitreiking een dankbaar mens. Over de musici stelt hij onomwonden: “ze zijn zo muzikaal dat het bij voorbaat al klinkt of het uit de hemel is gevallen!” Om daar nog aan toe te voegen: “ze zijn ook zo aardig”. Of ze aardig zijn heb ik niet direct kunnen ontdekken, maar met dat muzikale zat het ook vanavond in ieder geval wel weer goed. Ze openden de serie optredens in de tweede helft van de avond en deden dat op ouderwets hoogstaand niveau. Dat gold natuurlijk ook voor de uitvoering van het derde deel van het ‘Grand Duo in A’ van Franz Schubert door violiste Esther Hoppe en Brautigam; voor ‘The Story is Everywhere’ van Postma’s album ‘Aria’, voor ‘Anchor’ door Payne en zijn levens- en muzikale partner Sun-Mi Hong – die hij en passant ook nog even zijn liefde verklaarde; voor de uitvoering van Mischa Mengelbergs ‘Driekusman Total Loss’ door Herman en zijn kompanen en door die handvol andere stukken die hier nog klonken.
Op naar meer van Herman, wordt vervolgd.