Vanavond worden in het AFAS Theater in Leusden de jaarlijkse Edisons uitgereikt in de categorieën jazz en klassiek. Ik ben erbij, dus dinsdag hoort u meer van mij. Eén van de winnaars in de categorie ‘jazz’ is de Schotse, maar in Nederland woonachtige trompettist Alistair Payne. Hij wint in de categorie ‘Nieuwkomer’ met zijn bij Bimhuis Records verschenen album in de serie ‘Reflex: Live at Bimhuis’. We horsen Payne hier samen met de spoken word artiest Tongo Eisen-Martin, vocaliste Marta Arpini, altsaxofonist José Soares, pianist Floris Kappeyne, bassist Tijs Klaassen en drummer Sun-Mi Hong. Inmiddels ligt er van hetzelfde gezelschap ook al weer een nieuw album: het bij DOX Records verschenen ‘This Thread Walks’.
Op de Bandcamp pagina van dit laatste album vertelt Payne hoe de samenwerking met Eisen-Martin tot stand kwam: “Just around the time I started composing, A small poetry book by Tongo Eisen-Martin turned up on my bedside table. My partner has purchased the book on a recommendation and had left it there. I decided, with very little thought, to pick it up and read over the first few passages. Not only did I finish the book that very evening, I was absolutely swept away by it”. Hij benaderde de dichter die direct openstond voor samenwerking, voorlopig resulterend in deze twee albums.
Een gelijkmatig patroon, passend bij het fietsen, op synthesizer, Kappeyne en zang van Arpini kenmerken ‘Cycle Song’ de opener van ‘Reflex: Live at Bimhuis’. Gaandeweg sluiten Soares en Payne aan en dan Eisen-Martin met zijn donkere stem. Payne verrast solo, met opvallend experimenteel geluid, in ‘Interlude’, Naadloos loopt het over in ‘Box too Small’, waarin Payne versterking krijgt van Soares. Ritmisch spel van Hong brengt aansluitend een stroom aan woorden van Eisen-Martin op gang. Een geheel anderes sfeer brengt Kappeyne aansluitend binnen: een prachtige pianosolo, pure jazz. De spanning loopt op, de opmaat voor onder andere een al even indringende solo van Soares. Eisen-Martin kruist wederom, de degens met Hong in ‘Those Voids’, iedere zin doet ertoe. Bijzonder is ook het langgerekte patroon dat de twee blazers met een zekere regelmaat toevoegen. ‘Rusty Nails Have No Wings’ bevat aansluitend weer prachtig spel van Payne, mooi ondersteund door Kappeyne en Klaassen. Heerlijk experimenteel spel van Payne bij het verhaal van Eisen-Martin in ‘Impro’ en mooi ingetogen klanken in ‘Exit Influenced’. De twee blazers gedijen uitstekend op Hong’s spel met de vilten stokken. Met een ‘Encore’ sluiten we dit boeiende concert af.
‘This Thread Walk’ nam het ensemble op in de studio. Ik kan het niet hard maken, aangezien er geen opnamedata te vinden zijn, maar ik ga ervan uit dat die gemaakt weren na het hierboven genoemde concert dat plaatsvond in september 2022. Kappeyne opent met een intieme pianosolo in ‘Chorale’, waarna we Arpini’s vocale klanken horen, zich verderop vermengend met de beide blazers tot één boeiend geheel. Eisen-Martin voegt zich erbij, evenals de ritmesectie. Speels en experimenteel klinkt het slot, met een boeiende bijdrage van Payne zelf. Arpini horen we voor het eerst met een tekst in ‘Ashitaka’, op een staccato gespeeld patroon, onder handen van Kappeyne. Meer pop dan jazz, dit stuk, maar zonder meer een leuk tussendoortje. Twee stukken vinden we zowel op het live album als op dit studio album: ‘Cycle Song’ en ‘Encore’. In ‘Discord’ vallen aanvankelijk de ritmiek op, strak en meeslepend en de solo van Soares, terwijl het verderop de veel meer ingetogen klanken, van met name Kappeyne op synthesizer zijn die de aandacht vragen. In ‘Perfectly’ horen we Eisen-Martin in een ontwapenend mooi duet met Arpini, waarna de blazers zich erbij voegen. Arpini, wederom met kraakheldere zang, is het ook die ‘I Chose My Gods (Those Voids)’ opent, samen met Kappeyne op synthesizer en Hong bescheiden op de achtergrond. En dan horen we nog eens Eisen-Martin samen met Hong, elkaar aanvurend.
Beide albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: