Kunstencentrum Nona, Mechelen – 28 september 2024
Het is achttien jaar geleden dat pianiste Satoko Fujii met haar kwartet, verder bestaand uit trompettist Natsuki Tamura, bassist Takeharu Hayakawa en drummer Tatsuya Yoshida optrad in Europa. Vreemd is dat niet want Fujii lastte in 2007 een pauze in voor dit kwartet. Tot begin dit jaar de groep weer optrad in Tokyo en de opnames maakte voor het nieuwe album ‘Dog Days of Summer’. Tevens een aanleiding om ons continent weer eens met een bezoek te vereren. De Benelux kwam er bekaaid vanaf, het concert in Kunstencentrum Nona gisterenavond was het enige concert. Dus op naar Mechelen om weer eens één van de meest belangrijke pianistes binnen de free-jazz live te kunnen zien. Het is weer eens wat anders dan Cd’s, die op deze blog de afgelopen jaren ruimschoots aan bod kwamen. Verder hier aandacht voor ‘ALOFT’, waarop we Fujii in duet horen met haar partner Tamura. Beide albums verschenen bij haar eigen label Libra Records.
Van de zeven stukken op dit album, allemaal gecomponeerd door Fujii, speelde het kwartet er gisteren vijf, aangevuld met het al wat oudere stuk ‘Junction’ ter afsluiting. De toegevoegde waarde van het concert zit hem dan ook met name in het kunnen genieten van de energie die deze muziek, op de grens van free-jazz en rock, kenmerkt. Voeg daarbij het plezier dat deze oude vrienden beleven aan het feit dat ze weer samen kunnen spelen en het feest is compleet. De eerste vier stukken van het concert zijn de eerste vier stukken van het album en dus vangen we aan met het staccato kwartetspel van ‘Not Together’, live natuurlijk nog veel overtuigender klinkend dan op de Cd. Abstracte bewegingen van Yoshida en Fujii volgen, waarna Tamura de melodie erin brengt, te midden van een draaikolk aan klanken. Hayakawas opent ‘Haru wo Matsu’, opvallend melodieus spelend op zijn basgitaar, Fujii’s komst maakt er een duet van, leidend tot een bloedmooie en bijzonder ingetogen pianosolo. Met de komst van Yoshida en Tamura is het echter gedaan met de rust, met name Tamura stuwt de muziek aansluitend tot grote hoogte. En dan is er nog die geweldige solo van Yoshida, spelend met vilten stokken, met name live een genot. ‘Metropolitan Expressway’ vangt eveneens aan met stevig staccato spel uitlopend in eerst een wederom bijzonder melodieuze bassolo en aansluitend een al even overtuigende solo van Fujii, terwijl we Hayakawas’ bas op de achtergrond horen. Dan gooien Yohsida en Tamura het roer om en belanden we weer in een maalstroom aan klanken. ‘A Parcel for You’ kenmerkt zich allereerst door het ritmische duo spel van Hayakawas en Yoshida, dat doorbroken wordt door bijzonder abstract spel van Fujii en Tamura, een bijzondere combi.
Twee stukken van het album speelt het kwartet niet: ‘Circle Dance’ en ‘Low’. ‘Circle Dance’, zeker in het begin een relatief ingetogen ballade, leent zich inderdaad beter voor een Cd dan voor een opreden. Tamura, Hayakawas en Yoshida spelen een hoofdrol, alle drie horen we met mooie melodieuze solo’s. ‘Low’ had wel gepast, het stuk valt vooral op door de dynamiek en die overtuigende solo van Tamura. Het titelstuk ‘Dog Days of Summer’ klinkt weer wel live. Opvallend is die meeslepende ritmiek, met name dankzij Hayakawas, die na ruim een minuut door Tamura wordt aangewend voor eerst een opvallend melodieuze solo en dan een abstract springerige. Tijdens het concert klinkt ook nog ‘Junction’, een ouder stuk, dat met name opvalt door de ingetogen solo van Fujii, een uitzondering vormend tijdens dit dynamische concert.
‘ALOFT’ bestaat volledig uit improvisaties, zonder enige voorop gezet plan, de beide partners vertrouwen hier volledig op elkaar, iets dat je in iedere noot terughoort. Want dit hadden evengoed gecomponeerde stukken kunnen zijn, zo overtuigend klinkt de samenwerking. De wijze waarop Fujii ‘Migration’ aanvangt en de manier waarop Tamura hier aansluiting bij vindt, zegt wat dat betreft al genoeg. Dat de twee niet alleen muzikale partners zijn, betaalt zich hier zonder meer uit. En laat Tamura op ‘Dog Days of Summer’ horen prima met dynamiek overweg te kunnen, hier horen we hem regelmatig ook met meer ingetogen, fragiel spel. Tamura begint in ‘Wintering’ met bijzonder experimenteel spel, waarin we meer valse lucht horen dan noten, doorsneden door enkele aanslagen van Fujii. Verderop is de piano wat meer aanwezig, te midden van Tamura’s stormachtige klanken. Terloopse aanslagen, gescheiden door stiltes in ‘Traveling Bird’, gevolgd door een enkele klaroenstoot van Tamura, alsof die vogel iedere keer achter een wolk verdwijnt. En dan ineens een lange sliert pianonoten bij wijze van uitzondering. ‘Lifting volgt met prachtig pianospel, terwijl Tamura wat percussie te voorschijn heeft gehaald, of doet hij dit ook al met zijn trompet? Die ontstemde klank verderop komt daar in ieder geval wel vandaan, het laat weer eens horen dat hij tot de meest creatieve trompettisten van dit moment behoort. Nog meer experiment, nu pratend door zijn trompet – het lijkt Donald Duck wel – in ‘On the Flyway’, terwijl Fujii de weg van de ritmiek kiest. Een bijzonder stuk. Afsluiten doen we met ‘Wating for Dawn’, dat begint met een duistere klanknevel, Fujii actief onder de klep en windvlagen van Tamura. En ook verderop vangen de twee de betekenis van de titel prachtig in klank, dankzij opvallend onorthodox spel.
Beide albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: