De saxofonisten John Surman en Neta Raanan geven een iets andere invulling aan hun kwartet. Beiden kozen voor hun albums, het bij ECM Records verschenen ‘Words Unspoken’ en het bij Giant Step Arts verschenen ‘Unforseen Blossom’ allereerst voor de vibrafoon. Surman vroeg Rob Waring, Raanan Joel Ross. Surman vulde zijn kwartet aan met gitarist Rob Luft en drummer Thomas Strønen en stelt het dus zonder bassist. Raanan koos daar wel voor in de persoon van Simón Wilson en vroeg daarnaast drummer Kayvon Gordon.
Waring zet direct de toon in de opener ‘Pebble Dance’, met een inderdaad dansbaar ritmisch patroon waar Surman, als een slangenbezweerder, op sopraansax boeiend op varieert. ‘Words Unspoken’ is een stuk rustiger. We horen Surman hier op baritonsax, een wat duistere klank producerend, in boeiend contrast met de vibrafoon. Boeiend ook dat ‘Graviola’, een ritmisch patroon dat wel wat weg heeft van Renaissance muziek en daarop variërend Surmans duistere baritonsax klanken. Mooi ook hoe verderop die klank van de vibrafoon prachtig samenvalt met die van Lufts gitaar, terwijl Strønen boeiende accenten plaatst. Helemaal in de stijl van ECM klinkt ‘Flower in Aspic’. Surman blaast hier een bijzonder lyrische melodie op sopraansax, smaakvol begeleid door de rest van zijn kwartet. ‘Precipice’ wordt geopend door een ritmisch patroon van Strønen, we horen hem duidelijk bezig met vilten stokken. En ook dit stuk heeft, zodra we Surman horen op sopraansax, wel wat weg van een langzame klassieke dans. Dat terwijl ‘Onich Ceilidh’ duidelijke folk invloeden kent, iets dat ook al blijkt uit de titel. En ook hier horen we Surman in eerste instantie op sopraansax, het instrument dat hij als geen ander tot in de details beheerst, al is ook het tweede deel, waarop we hem horen op basklarinet, zeker de moeite waard. En ook hier weer een mooi duet tussen Luft en Waring. Waring schittert ook aan het begin van ‘Belay That’, met opvallend fragiel spel, gevolgd door een bijzondere frase van Luft. Het is ook Luft die ‘Bitter Aloe’ opent met een ritmisch patroon, dat aansluitend wordt opgepakt door Waring en door Surman, nu op baritonsax.
Raanan is een nieuwe ster aan het jazz firmanent en ‘Unforeseen Blossom’ is haar debuutalbum. Overigens geheel bestaand uit eigen composities, een proces waarover ze zelf opmerkt: “I feel like I’ve only recently matured to a space where my composing can be more at the forefront. The composition process really expands your mind as a musician. It comes from a different part of your consciousness. You get to observe space and time, colors and shapes of the music with a different part of your imagination.” Tevens koos Raanan voor live opnames, wat dit album inderdaad een extra spannende maakt. We beginnen rustig met ‘Violet’, een boeiende ballade waarin vooral die solo van Raanan opvalt, melodieus, zonder voorspelbaar te worden. Dat terwijl we op de achtergrond Wilson en Gordon het vuur horen opstoken. Het blijft een ballade, maar dan wel een pittige. Verderop neemt Ross het stokje over met een al even gloedvolle solo, stevig begeleid door Gordon. ‘Blue Jay’ vangt aan met een zeer ritmisch duet van Ross en Gordon, Raanan brengt de melodie erin en Ross soleert aansluitend, razend over de toetsen. Blijf hier maar eens bij stilzitten. Bijzonder fraai klinken ook Raanan’s verstilde solo in het titelstuk ‘Unforeseen Blossom’ en die van Ross, daar mooi mee contrasterend. ‘Mountain Voice’ klinkt, zeker in vergelijking met de eerste drie stukken van dit album wat abstracter, hier valt het wat zoekende karakter op. In ‘Late Fire Colors’ wisselen abstractie en lyriek elkaar weer op boeiende wijze af, het is vooral Raanan die hier opvalt, met een broeierige, gruizige klank. Ross is een echte virtuoos op zijn instrument, iets wat we ook wee mooi terug horen op ‘Melt’, stevig begeleid door de ritmesectie.
‘Unforseen Blossom’ is te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: