In vrij korte tijd kwamen er bij ECM Records maar liefst vier albums uit waarin de saxofonist te horen is in de aloude kwartetvorm. Een goede reden om hier weer eens bij stil te staan, te beginnen met de meest geëigende, die van saxofoon, piano, bas en drums. Daarom vandaag tenorsaxofonist Oded Tzur die op ‘My Prophet’ te horen is met pianist Nitai Hershkovits, bassist Petros Klampanis en drummer Cyrano Almeida en saxofonist Matthieu Bordenave, te horen op zowel tenor- als sopraansax. Samen met pianist Florian Weber, bassist Patrice Moret en drummer James Maddren nam hij ‘The Blue Land’ op.
Na een ‘Epilogue’ van nog geen minuut, waarin we Tzur solo horen, volgen vijf wat langere stukken, te beginnen met het mooi melodieuze ‘Child You’, waarin we de Joodse wortels van deze in New York woonachtige saxofonist mooi terughoren. Bijzonder ook hoe zijn toon verderop wat rauwer wordt. Tevens valt hier de bijzonder muzikale solo van Hershkovits op, royaal met zijn noten strooiend. Klampanis horen we goed in de ballade ‘Through a Land Unknown’, een stuk waarin Tzur zich opvallend rustig houdt, de hoofdrol is hier voor Herskhovits. In het zoetgevooisde ‘Renata’ is hij meer aanwezig, met mooi, speelse lijnen, maar verderop ook weer met dat wat rauwe, gruizige touché. En ook hier is een belangrijke rol weggelegd voor een innemend spelende Hershkovits. Opvallend op dit album is ook de rol van Almeida. Echt aanwezig is hij nergens, een zeer bescheiden drummer die zich mooi dienstbaar opstelt. Iets dat bijvoorbeeld goed te horen is in het titelstuk ‘My Prophet’, prachtig hoe hij hier Tzur net op de goede wijze ondersteunt. En bijzonder ook dat duet verderop tussen Tzur en Hershkovits. Zeker in vergelijking met de rest van het album eindigen we opvallend up tempo. Tzur’s ‘Last Bike Ride in Paris’ was een vrij snelle, met heerlijk ritmische bijdrages van Hershkovits en het ritme tandem en een mooi staccato blazende Tzur.
Op ‘La Porte Introverte’, de opener van ‘The Blue Land’ is het Weber die begint met een lange solo, muziek die zich bevindt op het snijvlak van jazz en klassiek. Aangename akkoorden, bedachtzaam spel. Pas na ongeveer tweeënhalve minuut sluit Bordenave aan op sopraansax met al even ingehouden, gepolijste lijnen, een mooi ingetogen duet ontvouwt zich. In het titelstuk ‘The Blue Land’ horen we allereerst Maddren met brushes op zijn bekkens en aansluitend Bordenave op tenorsax. Een spannende compositie, mede ook door het overtuigende spel van Moret. Moret en Maddren horen we ook bijzonder overtuigend in ‘Compassion’ en dan met name in combinatie met de krachtige akkoorden van Weber. Bijzonder is ook de ballade ‘Cyrus’, met name vanwege de ritmiek van Weber en de wijze waarop Bordenave, nu op sopraansax, zijn melodie hier op ent. Mooi ingetogen spel ook van Bordenave in ‘Refraction’ en let hier ook zeker op de fraaie accenten die Maddren hier met zijn brushes plaatst. Maddren horen we uitgebreid in een zeer creatieve solo aan het begin van ‘Distance’, waarna Weber en Bordenave het tempo verder opvoeren, samen met ‘Timbre’ twee van de wat steviger stukken op dit over het algemeen eveneens vrij ingetogen album. Dat meer ingetogen werk is overigens waarin dit kwartet het best tot zijn recht komt, de solo’s van Bordenave en Moret in ‘Three Four’ spreken wat dat betreft voor zich.