Diverse locaties, Utrecht – 6 september 2024
Ook dit jaar besteed ik in mijn verslagen over het Gaudeamus Festival met name aandacht aan het werk van de vijf genomineerde componisten en de drie juryleden. Die laatsten benoemde ik overigens nog niet: het betreft dit jaar Joanna Bailie, Maya Verlaak en Zaid Jabri. Ook gisteren klonken er natuurlijk weer stukken van die genomineerde componisten. Het uit Hamburg afkomstige Trio Catch speelde een stuk van Yixie Shen en het in Den Haag gevestigde New European Ensemble speelde in de strijkkwartet-bezetting stukken van Cem Güven en Beniamino Fiorini – de enige van wie nog niet eerder een stuk klonk en tot slot was er de Amerikaanse harpist Parker Ramsay die het tweede stuk op dit festival van Lucy McKnight speelde. Tevens klonk een stuk van Jabri, eveneens voor strijkkwartet.
‘Moug’ heet het stuk van Shen dat klonk tijdens het lunchpauzeconcert. Het is een verbastering van het Chinese ‘mong’ dat droom betekent. Een stuk dat diverse sferen in zich verenigt, zo is er het zeer korte dynamische begin, gevolgd door een veel subtielere klankwolk, waar met name de basklarinet en de cello invulling aan geven. Het verdere verloop is weer opvallend dynamisch, terwijl we wederom eindigen met een serene klankwolk. Een bijzonder afwisselend stuk, waaruit groot compositorisch vernuft blijkt. De vier strijkers van het New European Ensemble begonnen met ‘Prelude and Adagio’ van Jabri. Een mooi, klassiek stuk waarbij met name die krachtige strijkbewegingen in het eerste deel opvallen, zeer gelijkmatig, tot de cello er doorheen breekt. Jabri weet met deze muzikale wervelstorm een bijzondere spanning op te brouwen. Bijzonder is ook dat moment in het tweede deel, waarin we de twee violen en de altviool horen in een luisterrijke passage, omlijst door het pizzicato spel van de cello. Fiorini’s ‘Kontaktlos’ – een titel waarmee hij naar diverse zaken verwijst, waaronder naar Karlheinz Stockhausens ‘Kontakte, waar hij bij stilstond in zijn masterthese ‘History of granulation: from Beethoven to Stockhausen’ – begint fluisterzacht. Amper worden de snaren hier geraakt, met dat zoemende geluid als gevolg, slechts zo nu en dan onderbroken door een heldere klank van de cello. Verderop neemt de grilligheid toe, krijgt het geluid iets van rollende kiezelstenen, mooi col legno gespeeld. Uiteindelijk gaat het er zeer hectisch aan toe waarna Fiorini het contrast zoekt in een spookachtige frase vol gekraak, gegrom en gesis, uitmondend in een aangenaam klinkende klanknevel.
Het tweede stuk van Güven op dit festival, ‘Atmospheric Manipulations’ is een vrij lange compositie, bestaande uit drie delen. Ook hij begint zijn stuk vrijwel onhoorbaar, alleen loopt het tempo nu sneller op. Ook het verdere verloop van dit stuk kenmerkt zich door het contrast tussen meer dynamische frases en meer ingetogen spel – mooi als de strijkers hier het ultieme hoog aftasten, het zijn soms net jonge vogeltjes, bedelend om voedsel – uitlopend in stiltes. Bijzonder is die passage aan het begin van het derde deel, waarin alle vier de musici hun instrument rechtop houden en de snaren bespelen met stokjes, soms strijkend, maar ook regelmatig tussen de snaren stekend. Eenzelfde klankwereld vinden we even later terug, maar nu col legno gespeeld. McKnight componeerde ‘when I am along the trees’, gebaseerd op het gelijknamige gedicht van Mary Oliver, speciaal voor Ramsay’s harp en vier door haar zelf gebouwde instrumenten, twee zijn een soort van snaarinstrumenten die qua vorm wel wat weghebben van een telraam en twee zijn stellages voor metalen slagwerk. Daarnaast zijn die instrumenten te horen via twee sets luidsprekers die aan weerskanten van het podium staan waardoor we een mooi surround effect krijgen. Opvallend is verder dat McKnight het vooral in de hogere klanken en het diepe laag zoekt voor haar stuk, in een bijzonder mooie afwisseling. Maar het is natuurlijk vooral die combinatie van onverwachte klanken, op enig moment uitmondend in een woest kolkende zee van geluid, die de aandacht vangt.
Er was natuurlijk de afgelopen dagen nog veel meer te beleven. De diverse gezelschappen speelden ook stukken van andere hedendaagse componisten, vaak die waar ze nauw mee bevriend zijn, stukken die speciaal voor hen geschreven zijn. Het is een mooie manier om werk te horen dat anders voor ons volstrekt verborgen blijft. Eén van de mooie aspecten van dit altijd weer boeiende festival.