Frank Paul Schubert – Live at FreeJazzSaar 2019 / Glod, Ramond & Kugel – No Toxic / Pavel Hrubý & Klaus Kugel – Going Where the Wind Takes It (CD Recensie)

Het is eigenlijk best vreemd dat de jazz uit de landen om ons heen, België, Duitsland en Frankrijk, bij ons relatief weinig weerklank vindt. Zeker als het om meer experimentele jazz gaat, is die bij ons zelden te horen. De Plus Etage in Baarle Nassau vormt een uitzondering, al is ook daar de vraag hoe lang nog. Dus zag ik de befaamde Duitse drummer Klaus Kugel nog nooit aan het werk. Gelukkig heb ik zijn Cd’s, waarvan ik hier de laatste drie aan bod laat komen. De meest recente kwam vorige maand uit en betreft opnames gemaakt op het FreeJazzSaar Festival, editie 2019. We horen Kugel met de saxofonist Frank Paul Schubert, de basklarinettist Michel Pilz en bassist Stefan Scheib. Met saxofonist Roby Glod en bassist Christian Ramond nam Kugel ‘No ToXiC op en begin dit jaar kwam ‘Going Where the Wind Takes It’ uit, waarop we Kugel horen met rietblazer Pavel Hrubý. De eerste twee albums verschenen bij zijn eigen Nemu Records, de laatste kwam uit bij Hevhetia.

De opnames van het optreden tijdens FreeJazzSaar werden in drie stukken gehakt, de drie delen ‘Where is Charles?’ Met die Charles bedoelt het kwartet pianist en saxofonist Charles Gayle, Hij zou optreden op dit festival, maar moest verstek laten gaan wegens ziekte. In allerijl werd dit kwartet geformeerd. Free-Jazz dus, die direct gestalte krijgt in abstracte bewegingen van de beide blazers, stevig ingebed in het spel van Scheib en Kugel. Dan klinkt Schubert op sopraansax met opvallend melodieuze lijnen, krachtig ondersteund door Kugel. Natuurlijk laat Schubert die melodie al snel varen en belanden we ook nu in een voor deze muziek zo’n typische maalstroom aan klanken. Wat volgt is een bijzonder spannende en creatieve solo van Kugel. Dan horen we Pilz overduidelijk met melodieuze bewegingen, maar voorzien van een scherp randje op de basklarinet, waarna het geheel wederom finaal ontspoort. We zijn ongeveer een kwartier bezig in het eerste deel, dat overigens bijna drie kwartier duurt, als de ritmiek er op bijzondere manier inkruipt, iets waar Schubert dankbaar gebruik van maakt. Een fantastische saxofonist overigens die Schubert, op boeiende wijze abstracties vermengend met melodieuze fragmenten, zoals in die stevige solo rond de twintigste minuut. Overigens pookt Kugel hier het vuur goed op met zijn complexe patronen. En we zitten tegen het half uur aan als het voorgaande culmineert in een solo van Kugel. Dan keert de rust weer even terug en horen we Scheib met zijn strijkstok in de weer, bescheiden ondersteund door Kugels slagwerk. Verderop horen we Pilz in een prachtige solo, met name dat deel waarin hij helemaal alleen te horen is, is meer dan de moeite waard. Aansluitend komen we weer, mede dankzij Kugel, in de ritmiek terecht. Een magnifiek stuk impro dat aan het eind van dit eerste deel dan ook met een overdonderend applaus wordt beloont. In het tweede, opvallend spannende deel, van bijna tien minuten, valt met name het samenspel tussen Schubert en Pilz op, naast het slagwerk van Kugel. Een extreem korte toegift, ruim een minuut, dat is waar het derde deel uit bestaat. Nog één keer buitelen de klanken over elkaar heen.

Een beetje geluk, naast veel vakmanschap en ervaring, is dus wel nodig tijdens zo’n optreden. Het is wat memorabel, zoals in dit geval, onderscheidt van middelmaat. Het zit hem in de klik die de musici met elkaar hebben, het tijdstip, de plek en nog zo wat dingen. Maar als alles meezit, krijg je zo’n album. Dat lukt in de studio eigenlijk nooit. ‘No ToXiC’, dat is opgenomen in de studio, mist dan ook dat elektrificerende van ‘Live at FreeJazzSaar 2019’, maar verder is het een prima album. Ramond laat direct overtuigend van zich horen in ‘Unconscious Superglitzer’ en ook Glod valt hier op met gloedvol spel. En nog sterker op sopraansax in die prachtige ballade ‘Carol’s Dream’. En ook hier klinkt Ramond opvallend melodieus. Ramond en Kugel openen samen het bijzonder intieme ‘Se chubba de re’, waarna Glod zich, ook hier op sopraansax, met een breekbare melodie laat horen. ‘Hot Rot Hi-Beck’ brengt het tempo weer terug in de set, Kugel kan zich hier weer flink uitleven. En nog meer in ‘Bottlefish’ en ‘Unconscious Secornd Turn’, zeker in die duetten met Ramond. ‘Basalte’ valt aansluitend op door het experimenteel sputterende spel van Glod, zijn saxofoon bespelend met een veelvoud aan alternatieve technieken. Kugel is ook overtuigend aanwezig in ‘Subconscious Triptychon’, we horen hem hier uitgebreid en bijzonder ritmisch soleren. Mooi klinkt ook zijn spel in het rustige ‘Forgotten Dream’, bijzonder hoe hij hier de melodie van Glod omlijst. Fraai slagwerk ook in ‘Vortex Hunter’. Eerst ingetogen in duet met Ramond, verderop stuwend ritmisch als onderdeel van het trio.

Bij het zien van de hoes van ‘Going Where The Wind Takes It’ dacht ik van doen te hebben met een combinatie van drums en orgel, maar nee, de hoes toont de plek waar het treffen tussen Hrubý en Kugel plaatsvond: de Sint Jan Nepomucký kapel in het Tsjechische plaatsje Hradec Králové. De opnames werden gemaakt tijdens het Jazz Goes to Town festival in oktober 2019. Er is voor gekozen om deze geïmproviseerde sessie, die bijzonder ingetogen van start gaat, te verdelen in twaalf titelloze delen. We horen hier duidelijk een geheel ander facet van Kugels meesterschap, in eerste instantie is de klankwereld van de twee nauwelijks van elkaar te onderscheiden, tot we de duistere klanken van Hrubý’s basklarinet gewaar worden. In het tweede deel loopt het tempo wat op en horen we Kugel in spannend slagwerk, gevolgd door boeiend solospel op sopraansax in het derde deel. Inmiddels is duidelijk dat dit een geheel ander album is dan de vorige twee. Hier staat duidelijk de klank voorop, iets waar deze ambiance zich natuurlijk ook prima voor leent. We vinden dat bijvoorbeeld ook weer mooi terug in het vierde en tiende stuk, waar de klank zich als een nevel door de ruimte verplaatst, prachtig hoe de twee musici hier samen optrekken en elkaar versterken. Bijzonder is ook dat aanzwellende en weer wegebbende slagwerk in het achtste deel, als een onweersbui en dat meanderende spel van Hrubý op sopraansax in deel 9.

Alle albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: