Dan Weiss – Even Odds / Quinsin Nachoff – Stars and Constellations / Miguel Zenón – Golden City (CD Recensie)

Vandaag drummer Dan Weiss en zijn muzikale vrienden. Bij Cygnus Recordings verscheen van eigen hand ‘Even Odds’, waarin we Weiss horen met altsaxofonist Miguel Zenón en pianist Matt Mitchell. Bijzonder is dat Zenón op zijn nieuwe album ‘Golden City’, een ode aan San Francisco, met hetzelfde trio werkt als Weiss op ‘Even Odds’, alleen nu aangevuld met gitarist Miles Okazaki, bassist Chris Tordini, percussionist Daniel Díaz, trompettist Diego Urcola en de trombonisten Alan Ferber en Jacob Garchik. Weiss is ook te horen op het bij Adhyâropa Records verschenen ‘Stars and Constellations’ van tenorsaxofonist Quinsin Nachoff, waarop we tevens bassist Mark Helias aantreffen, naast twee strijkkwartetten: het Bergamot Quartet en The Rhythm Method.

“I love games,” legt Weiss uit, “I’ll make bets with people over the silliest things. On Even Odds, there was always a chance that these tunes could go a lot of different ways. I’d never recorded that way before, so it felt like a bit of a gamble.” Twintig, vrij korte spelletjes? Zo klinkt het wel, te beginnen met het bijzonder dynamische ‘It is what it is’, volgens mij overigens de beste attitude als je spelletjes speelt en verliest. De dynamiek, mooi vertolkt door Zenón, vindt een perfecte tegenhanger in één van de wat langere stukken op dit album: ‘The Children of Uvalde’, met vooral mooi spel van Mitchell. Op ‘Receiver the Mindset’ horen we Weiss solo in een opvallend ritmische frase, let hier met name op de bekkens. Maar ook in de andere miniaturen horen we Weiss en zijn twee kornuiten vooral in een ritmische constellatie, bijvoorbeeld in het heerlijk puntige ‘Vertical Lifestyle’ of in het vrolijke ‘Five to Nine’. Weiss geeft een ritmisch patroon en Zenón en Mitchell mogen erop improviseren, iets wat ze met volle overtuiging doen. Mooi is ook die drumsolo in ‘Too Many Outs’, met in ‘Runner-Runner’ het commentaar van Zenón en Mitchell. Het album bevat ook een paar wat langere composities van Weiss, het eerder genoemde ‘The Children of Uvalde’ hoort daarbij, maar ook een mooi langzaam stuk als ‘Ititrefen’, met een mooi verstilde bijdrage van Zenón. ‘Max Roach’ moet hier nog genoemd worden, Weiss’ hommage aan zijn beroemde voorganger, één van de grootste drummers uit de geschiedenis van de jazz.

‘Golden City’, een opdrachtwerk van SFJAZZ en de Hewlett Foundation, dat in 2022 zijn première kreeg, is een suite waarin Zenón inzoomt op de geschiedenis van San Francisco: ““all the way back to the beginning with Native communities, all the way back to when it was Mexico, and the Gold Rush, and the waves of Asian migration. I talked to about 50 individuals and came out the other side with a lot more information to feed the creative process.” We beginnen dus met ‘Sacred Land’, wat het was voor de oorspronkelijke bevolking. Eerst Zenón, dan de koperblazers in een krachtige dialoog en dan Mitchell met een wilde stroom noten. En dan zijn we in Sutter’s Mill, het jaar 1848. ‘Rush’ verwijst naar het moment dat er goud werd gevonden en de duizenden die naar Californië trokken om rijk te worden. Middels een dwingende ritmiek slaagt Zenón erin de koorts in noten te vangen. In de tweede helft van de negentiende eeuw kwam de migratie uit China op gang, iets dat in 1882 leidde tot de Chinese Exclusion Act, Chinezen mochten niet langer de VS binnen. Bij Zenón leidt het gegeven tot krachtige, schrijnende blazerspartijen en mooie bijdrages van Okazaki en Weiss. Iets soortgelijks overkwam de Japanse Amerikanen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. ‘9066’ verwijst naar de order voor internering. Met ‘Displacement and Erasure’ zijn we in het heden beland, Zenón laat hier zijn licht schijnen op de gentrificatie ten gevolge van de tech industrie. Een verschijnsel dat bij ons ook al lang niet meer onbekend is. Een meeslepende ritmiek, mede op het conto van Weiss, zet de blazers hier duidelijk in beweging. ‘Wave of Change’ bezit bigband allure, met name in de wijze waarop Zenón hier de blazerspartij vorm geeft en Okazaki / Tordini / Weiss richting de rock dirigeert. In ‘Cultural Corridor’ staat Zenón stil bij de culturele smeltkroes die San Francisco inmiddels is, zich uitend in wijken als Japantown, Calle 24 en SOMA Pilipinas. Een stuk dat begint met een uitgebreide solo van die andere slagwerker op dit album: percussionist Díaz, waarna trompettist Urcola de Latin vibe verder uitbouwt. Met ‘The Power of Community’, startend met een zeer mooie solo van Okazaki, staat Zenón stil bij het welzijnswerk, dat de stad overeind houdt.

Met ‘Stars and Constellations’ blijkt Nachoff in zekere zin terug op zijn debuutalbum, ‘Magic Numbers’ uit 2006, waarop we overigens ook Helias horen, naast Jim Black en dat Nachoff eveneens opnam met een strijkkwartet. “I’ve been wanting to revisit this instrumentation for some time,” zegt Nachoff zelf over dit intiatief, “I’m not typically nostalgic, but I thought it would be interesting to reflect on where I was 20 years ago and see how this format could function with larger structures and longer forms”. Het krijgt gestalte in de twee delen ‘Stars and Constellations’, ‘Scorpio’ en ‘Sagittarius’, waarin we het trio horen met het Bergamot Quartet en met het stuk dat het hart vormt van het album, ‘Pendulum’, waarin we naast het Bergamot Quartet ook nog The Rhythm Method aantreffen. De twee delen van ‘Stars and Constellations’ vallen eerder te beschouwen als hedendaags gecomponeerde muziek, Het eerste deel, ‘Scorpio’, was dan ook een opdrachtwerk van het vermaarde Penderecki String Quartet, dan als jazz. Hooguit is dit eerste deel iets melodieuzer dan de strijkers van dit kwartet gewend zijn. Bijzonder zijn ook de samenwerking tussen Helias en het strijkkwartet en de eclatante bijdrages van Nachoff zelf in de tweede helft. Bijzonder is ook dat we aan het eind van ‘Scorpio’ duidelijk Latin invloeden gewaar worden. Het tweede deel, ‘Sagitarius’ is minstens zo bijzonder, met name vanwege de soepel stromende strijkbewegingen en de intieme solo van Nachoff. En naar het einde toe horen we Weiss in een mooi strakke en bijzonder ritmische solo. ‘Pedulum’, het middenstuk is nog het meest een jazz compositie, tevens, mede door die dialoog tussen die twee strijkkwartetten, het meest abstracte en dynamische stuk van dit boeiende album.

De drie albums zijn (deels) te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: