Mario Gabola – ACCIAIo DOLCE FUSO / Ariello Perduto – Cade la neve sovrana, vicina è la stella lontana (Download / CD Recensie)

Vandaag twee saxofonisten die voor hun solo album niet genoeg hadden aan hun sax. Mario Gabola zet dan ook op het bij Veto Records verschenen ‘ACCIAIo DOLCE FUSO’ niet alleen zijn altsax in, maar ook nog een aantal voorwerpen en elektronica, terwijl Ariello Perduto, het alias van Roberto di Blasio, zich naast zijn sopraansax en altsax voor het bij Setola di maiale verschenen ‘Cade la neve sovrana, vicina è la stella lontana’ wendt tot een drumstel en bijpassende percussie. Het levert een totaal andere en veel gevarieerder klankwereld op, zoveel is wel zeker.

In opener ‘Hand tremolo’ van ‘ACCIAIo DOLCE FUSO’ is dan ook duidelijk elektronica in het spel, hetgeen de klank van Gabola’s altsax sterk vervormt. Je hoort dat het hier om een saxofoon gaat, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Deinende klankgolven worden ons deel, soms wel wat weghebbend van een zwerm insecten. De titel ‘Tin cans and strings’ geeft een beetje aan wat Gabola allemaal inzet ten behoeve van zijn klankwereld, met een wat schrille, lang aangehouden reeks tonen als resultaat. Getuige ‘Voice and feedback’ zijn er ook nog andere mogelijkheden: we horen hem hier meer over zijn mondstuk blazen dan erdoor. Die langgerekte klanken blijken een handelsmerk van Gabola, met behulp van allerlei extra hulpmiddelen creëert hij zo een meer dan uitdagende klankwereld. Naar aanleiding van een soloconcert noteerde Neil Leonard over Gabola’s werkwijze: “his saxophone produced a procession of muted notes and multiphonics, which added an exquisite palette of timbral color. While Mario played the saxophone’s mouthpiece in the traditional fashion, he covered the instrument’s bell with tin cans and then proceeded to bow strings connecting multiple cans. All the while, Mario introduced gentle amounts of feedback, which took on a vocal-like quality as he moved cans and other objects over the saxophone’s bell to modulate the feedback”. Kortom een musicus die je eigenlijk moet zien spelen, al is louter ernaar luisteren zeker ook de moeite waard. Dan zetten we onze fantasie maar in, van waaruit ik hem in ‘Tin Cans II’ in de weer zie met zijn sax en zijn blikjes, wederom zo’n spannend klankspel creërend. Bijzonder is ook ‘Un-sensor and feedback’ waarin Gabola overschakelt op pure noise. Twee keer krijgt Gabola ondersteuning. In ‘Feat. G. Nardi & L. Sole’ van Lucia Sole and Gianlorenzo Nardi, beiden op zingende zaag en in ‘Spring Reverb’ van Olivier Di Placido die een gemodificeerde gitaar bespeelt. Het maakt het geheel nog buitenissiger.

Het alias Aniello Perduto lijkt op het Italiaanse “agnello perduto” wat zoveel betekent als verloren lam, of zo U wilt het Lam Gods, vereeuwigd op de hoes van ‘Cade la neve sovrana, vicina è la stella lontana’, wat weer zo veel betekent als ‘De sneeuw valt oppermachtig, dichtbij is de verre ster’. Kortom een album vol verwijzingen en dubbele bodems. Wie hier meer wil weten over alle achtergronden verwijs ik graag naar de website van het label en de daarop geposte recensie van Georges Tonla Briquet, gepubliceerd bij Jazz’halo. ‘Cade la neve sovrana, vicina è la stella lontana’ is dus een solo album, maar beluister de muziek en je zou zweren dat je een complete band hoort. Een album als dit kan dan ook alleen in de studio tot stand komen, in dit geval met dank aan Giorgio Zeppilli die voor de opnames verantwoordelijk was. In de zestien uiterst korte stukken waar het album uit bestaat, buitelen de klanken in  bonte combinaties over elkaar heen. Soms horen we iets van een melodie, zoals in ‘Wanda’ en het mooi ingetogen ‘i topi ballano’ of in ‘rotola e ride’, ‘arto’ en ‘irto, stukken die wel iets weg hebben van circusmuziek – op andere momenten gaat het meer om ritmisch bewegende patronen – zoals in ‘cielitudini’, waarin de sopraansax centraal staat, naast het slagwerk en en ‘i bei tempi andati’ – of overheerst de abstractie, met ‘erto’ als boeiend voorbeeld. Eén stuk vormt een uitzondering en dat is het bijna elf minuten durende ‘crescete e moltiplicatevi’, wat zoveel betekent als ‘groeien en vermenigvuldigen’ en dat bestaat uit een langgerekte klanknevel. Een geheel ander geluid, dan de rest van dit boeiende album.

Beide albums zijn (deels) te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: