De Italiaanse percussionist Filippo Abrate is de centrale figuur op deze twee albums: ‘Astra: Live in Milano’ van het verder uit rietblazer Alessandro Luppi, pianist Giovanni Falascone en mede percussionist Thomas Canna bestaande Ü en ‘Pura Luce’ van het Mupe Ensemble, waarin we naast Abrate en Canna de trompettisten Francesco Assini en Samuele Lauro aantreffen, naast tenorsaxofonist Francesco Salmaso en bassist Marco Bellafiore. Beide albums verschenen bij Abare’s eigen Mupe Records.
Ik begin met ‘Astra: Live in Milano’, bestaande uit de delen ‘Saturno’, ‘Sole’, ‘Luna’ en ‘Terra’ en in totaal nog geen vijfentwintig minuten lang en gespeeld zonder pauzes. Maar niet getreurd die minuten worden volledig gevuld met een prachtig klankspel, dat zich zeer geleidelijk ontvouwt in het openingsdeel ‘Saturno’. We horen allereerst de beide percussionisten met spannend spel, aansluitend een enkele aanslag van Falascone en vervolgens Lupi op basklarinet. Allemaal uiterst delicaat en in een muzikale sfeer die het midden houdt tussen experimentele jazz en hedendaags gecomponeerd. Zo rond de zesde minuut gooit Falascone het roer om en doen de meer experimentele, free-jazz achtige klanken hun intrede, dat moet ‘Sole’ zijn. Zo rond de tiende minuut keert de rust weer terug. Nu in de vorm van stemmige, mooi gedoseerde pianoaanslagen, het klinkt als ‘Luna’. Iets verderop horen we een bijzonder ingetogen melodie op klarinet van Lupi die daar eveneens perfect bij past. Het laatste stuk is eveneens ingetogen, maar klinkt wel beduidend experimenteler. En een belangrijk element in dit ‘Terra’ is de elektronica van Falascone.
‘Pura Luca’ vangt aan met het uit zeven delen bestaande ‘Zadkiel’, een compositie van Abrate. We horen allereerst langzaam ritmisch spel van bassist Bellafiore en dan aansluitend lange, spannende lijnen van de blazers. Steeds dichter kruipen de klanken van de blazers tegen elkaar aan in die ritmische coalitie met de bassist. Dat is ineens over in het tweede deel, waarin de abstractie zijn intrede doet en de blazers de dialoog aangaan met de beide percussionisten. In het derde deel horen we louter bekkens, waarna in het vierde deel het ritme weer zijn intrede doet, nu uiterst meeslepend. En uiterst fijnzinnig klinkt de melodie die Salmaso blaast in het vijfde deel, louter begeleid door Bellafiore’s contrabas. ‘Sagoma, sii sostanza’ is een stuk van Canna. We horen een enkele uitroep van de trompet, te midden van een verder zeer subtiel, maar ook opvallend klankpalet. Verderop zwelt dat klankbeeld soms wat aan en horen we de beide trompettisten en de tenorsax elkaar aanvullen tot een boeiend palet aan klanken. ‘Trascendere l’ errare’ is een compositie van Salmaso en valt met name op door het samenspel tussen de blazers, een mooie dialoog. Het album sluit af met het opvallend harmonieuze ‘Corpi’ van Bellafiore.
Beide albums zijn te beluisteren op Bandcamp en daar ook te koop: