Paradox, Tilburg – 10 mei 2024
Voor de derde keer organiseert trompettist Teus Nobel, samen met de Tilburgse jazzclub Paradox een tweedaags, vrijdag en zaterdag, minifestival gewijd aan de trompet: ‘Trumpetstuff’. Aangezien Nobel op zaterdag optreedt met zijn ‘After Hours’ project, dat hier recent al voorbij kwam, koos ik voor de vrijdag. Met optredens van het Alberto Romanillos Trio, een nieuw project van Nobel met harpiste Sara van den Brink en als klapper de Finse trompettist Verneri Pohjola, met de stukken van zijn laatste album ‘Monkey Mind’. Een bijzonder gevarieerde avond, waarin we meerdere aspecten van die trompet te horen krijgen.
Want zo’n avond nodigt natuurlijk uit tot vergelijken. Wat natuurlijk ook weer niet helemaal eerlijk is, Pohjola maakte zijn eerste album in 2007, Nobel in 2012, terwijl Romanillos nog studeert en dus zijn eigen stijl voor een deel nog moet vinden, iets wat voor de andere twee niet meer geldt. Vergelijken we Pohjola en Nobel, dan zit daar een wereld van verschil tussen. Kort door de bocht: als bij Nobel een dissonant klinkt, is dat een doodzonde, bij Pohjola een spel.
Maar goed, terug naar Romanillos, want daar begint de avond mee. Hij vormt een trio met bassist Simon Osuna en drummer Rafa Motila en maakt, zeker voor een student, een meer dan sterke indruk. Zeker in die twee standards die klinken, ‘Lisa’ van Cannonball Adderley en ‘Easy Eat’ van Paul Chambers. Beiden zijn stevige nummers, iets waarin dit trio het best tot zijn recht komt en waarin alle drie de musici de kans krijgen te schitteren. Naast twee krachtige solo’s van Motila, valt het sterk melodische spel op van Osuna, zeker in zijn solo’s. Romanillos tenslotte heeft een mooi heldere, krachtige toon, die vooral goed tot zijn recht komt in dit soort nummers. Hij mag nog iets zekerder van zijn zaak zijn en zijn kompanen iets meer de ruimte geven, maar goed, dat is een kwestie van ervaring.
Echt bijzonder deze avond is het optreden van Nobel met Van den Brink. Nobel wilde eens iets met de combinatie trompet – harp doen en kwam via via Van den Brink, afgestudeerd aan het Artez Conservatorium in Zwolle, op het spoor. Er werd wat over en weer gemaild, wat samengespeeld en nu deelden ze voor het eerst als duo het podium. Het eerste wat ik dacht toen ik ze zo hoorde was: “waarom hoor ik die harp eigenlijk niet vaker in de jazz?”. Met name in de standard ‘Bernie’s Tune’, van Bernie Miller, klinkt de combinatie echt geweldig, die harp is hier net een gitaar met beduidend meer snaren, al zal Van den Brink dit wellicht een wat oneerbiedige opmerking vinden. Mooi ook dat het duo kiest voor een grote diversiteit aan stijlen in het halfuur dat ze spelen. Zo komt ‘Café 1930’ van Astor Piazzolla voorbij, met een prachtige solo van Van den Brink – mooi om te zien hoe Nobel haar hier alle ruimte geeft – en ‘Wedding’ van Kinan Azmeh, waarin de muziek van het Midden-Oosten klinkt.
En dan is het de beurt aan Pohjola en zijn ijzersterke band, bestaande uit de eveneens Finse pianist Tuomo Prättälä, de Deense bassist Jasper Høiby en de eveneens Finse drummer Olavi Louhivuori. De titel van zijn meest recente album, ‘Monkey Mind’, slaat op de negatieve gedachten die wij continu hebben, u weet precies waar ik het over heb. Direct al in de opener ‘Bebe’ horen we het kenmerkende geluid van deze trompettist en iets wat hem duidelijk onderscheidt van Nobel, zijn gruizige klank, “de rafelrandjes” zoals die het noemt. Het maakt een enigszins getroebleerde, doorleefde indruk, iets wat uitstekend past bij de titel van dit album. Als de rest van het kwartet erbij komt, vallen vooral de hechte samenwerking, de onderlinge afstemming, de perfecte timing en het grote speelplezier op. Met name dat laatste tekent in hoge mate dit geweldige concert, als ze na ruim een uur stoppen, krijg je het gevoel alsof ze nog maar net op de helft zijn. Extra aandacht nog even voor dat duet van Høiby en Louhivuori in ‘Avance!’ – verwijzend naar dat stemmetje waarmee je jezelf zo lekker kunt opjagen – waarin het bruist en stroomt in het hoogste tempo; de opening van ‘Out of Silence’, met dat introverte trompetspel, sierlijk ondersteund door Prättälä en tot slot voor het afsluitende ‘Party in the Attic’, waarin al die apen samenkomen en ons meesterlijk uitgeleidde doen.