Wie bij de titels ‘Standards’ en ‘Standards II’, beiden albums van de Amerikaanse pianist Noah Haidu, verschenen bij Sunnyside Records, direct aan zijn illustere voorganger Keith Jarrett denkt, zit op het goede spoor. Het zijn die iconische albums uit 1983 en 1985 die Haidu zonder meer hiertoe brachten. Het uit 2021 stammende ‘Slowly: Song for Keith Jarrett’ vormde hier al de opmaat toe. Maakte Jarrett beide albums met diezelfde bezetting waar hij al zijn trio albums mee maakte: bassist Gary Peacock en drummer Jack DeJohnette, Haidu kiest voor variatie. Op het eerste album horen we afwisselend bassist Buster Williams en Peter Washington, naast drummer Lewis Nash en op het tweede speelt Haidu samen met bassist Williams en drummer Billy Hart, de bezetting waar hij overigens ook dat ‘Slowly’ mee maakte. Opvallend is verder en daarin wijkt Haidu af van Jarrett, dat we op het eerste album ook nog altsaxofonist Steve Wilson in een aantal stukken horen.
Standards dus, maar niet dezelfde die Jarrett op die twee albums speelde, ook daarin kiest Haidu zijn eigen pad. Maar standards zijn het, de jazz liefhebber kent ze allemaal, te beginnen met het uit 1938 stammende ‘Old Folks’ van Willard Robison. Een prachtige ballade waarin Haidu met minimale middelen de melodie neerzet, op die perfecte groove van Williams en Nash. Jule Styne’s ‘Just in Time’ is een stuk dynamischer, een stuk dat met name opvalt door de krachtige bijdrages van Nash, naast puntig spel van Haidu. Opvallend aan beide albums, maar vooral aan die eerste, is dat Haidu zich bij het spelen van die standards duidelijk beperkt tot de kern. Gesoleerd wordt er beduidend minder dan we binnen de jazz gewend zijn. Dat heeft als grote voordeel dat de structuur voorop staat en al die klassiekers ook perfect herkenbaar zijn, zeker in het spel van Haidu. Verder zijn de rustige stukken oververtegenwoordigd, een stijl waarin het spel van deze pianist overigens ook het beste tot zijn recht komt. Zoals hij de noten zorgvuldig afweegt en doseert in Jimmy van Heusens ‘All the Way’ is gewoon groots en prachtig hoe Williams en Nash hem hier naadloos in volgen. In ‘Someday My Prince Will Come’ horen we voor het eerst Washington op contrabas in een opvallend zangerige bijdrage. Gevolgd door de eerste bijdrage van Wilson in Arthur Schwartz’ ‘You and the Night and the Music’. In een felle solo schieten de noten alle kanten op. Prachtige lyriek van Wilson ook in ‘Ana Maria’, een stuk van Wayne Shorter. Hoagy Carmichael’s ‘Skylark’ is het enige stuk waarin we Haidu volledig solo horen. Groots zoals hij deze compositie hier vorm geeft.
‘Standards II’ begint met Harold Arlens ‘Over the Rainbow’, meer specifiek met een solo van Hart, waarna we Haidu gewaar worden met ingehouden spel. Deze eersteling maakt al direct duidelijk dat Haidu hier voor een meer abstracte benadering van de klassiekers kiest, met meer ruimte voor solo’s, hier met name Hart. Bijzonder is ook de versie van George en Ira Gershwin’s ‘Someone to Watch over Me’, met mooie solo’s van zowel Haidu als Williams. Een meeslepende uitvoering van trompettist Freddie Hubbard’s ‘Up Jump Spring’ brengt ons verderop op het puntje van onze stoel, mooi triospel hier. Qua stijl wijkt Pedro Flores’ ‘Obsesión’ enigszins af, het trio weet hier echter het latin gevoel prima over te brengen. En prachtig die solo van Williams hier. Niet minder boeiend klinkt de romantiek van Henry Mancini’s klassieker ‘Days of Wine and Roses’, met wederom luisterrijk spel van Haidu. Onmiddelijk herkenbaar is ook Henry Creamer en Turner Layton’s ‘After You’ve Gone’, met veel schwung gespeeld door dit uitstekende trio en met een krachtige solo van Hart. Tot slot klinkt Duke Ellington’s ‘I Got It Bad (And That Ain’t Good)’ met onder andere een schitterende en opvallend melodieuze bijdrage van Williams.
Beide albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: