Eerder deze week kwam ik te spreken over drummer Peter Orins, deel uitmakend van Kaze, naast de trompettisten Tatsuki Namura en Christian Provost en pianiste Satoka Fujii en zijn label Circum Disc. Daar verschenen in het afgelopen jaar nog twee albums waar hij op te horen is en die hier nog niet aan bod kwamen. De oudste is het onder eigen naam uitgebrachte ‘Dead Dead Gang’, waarop we Orins horen in gezelschap van vocaliste Maryline Pruvost, ook te horen op het Indiaas harmonium, pianiste Barbara Dang en Gordon Pym op elektronica. Enige maanden geleden kwam daar ‘Level Crossing’ bij van Trapeze, dat Orins vormt met saxofoniste Sakina Abdou, trombonist Matthias Müller en Joke Lanz achter de platenspelers.
‘Dead Dead Gang’ begint met het eerste deel van wat nadrukkelijk een vierluik is: ‘Le Fond Du Bruit Normal De La Vie’. Qua volume wat opvallend zachte schermutselingen waarbij zowel Dang als Orins hun instrumenten op onorthodoxe wijze inzetten. Iets verderop horen we Pruvost, al even ingetogen, soms zingend, soms sprekend. Samen creëren ze hier een boeiende klankcollage. Het tweede deel, ‘Le Piccolo Des Grossièretés’ wijkt hier niet echt veel vanaf, hooguit heeft de muziek hier iets meer structuur. Maar ook hier is de wijze waarop dit kwartet met klank omgaat het meest veelzeggend. Opvallend daarbij is dat ik zelden kan horen waar een bepaalde klank nu precies vandaan komt, met Pruvost’ vocalen als uitzondering, het doet er duidelijk niet toe. Boeiend daarbij is dat het ook allemaal een vrij toevallige indruk maakt, ik hoor weinig structuur in deze muziek. Pas in het derde deel, ‘Prélude Infini’ is hier iets meer sprake van, middels het pianospel van Dang en de zang van Pruvost, geflankeerd met spannende elektronica. Verderop loopt de spanning in dit stuk verder op, één van de weinige momenten waarop de muziek niet ingetogen klinkt en we zelfs enige ritmiek ontwaren. In het laatste deel, ‘Up the Pub’ overheerst een langzaam ritme van Orins, naast spreekgezang van Pruvost, tot ook hier de ingetogen klanken het weer overnemen.
‘Level Crossing’ is een veel dynamischer album. Direct al in ‘A Nap in the Drawer’ horen we beide blazers, Abdou en Müller aardse kreten produceren, naast tribaal aandoend slagwerk van Orins en disruptieve elektronica van Lanz. Verontrustende muziek. In ‘Driving Lesson’ valt met name de dialoog tussen de beide blazers op, culminerend in een oorverdovend en alle kanten opschietend klankpalet. Gaandeweg krijgt dit stuk echter meer structuur, meer ritme. Het is Lanz die ons in het titelstuk ‘Level Crossing’ verrast met aangename ritmische patronen, terwijl we de beide blazers op de achtergrond horen zoemen. Abdou trapt af in ‘Trapeze’ met een enigszins getormenteerde solo op altsax, Müller volgt met ritmische klanken, waarna Orins en Lanz zorgen voor vergaande hectiek. ‘Disco Kid’ lijkt in niets op een disco, maar wat een verrassende klankkunstwerk weet dit kwartet hier te bouwen! ‘A New Bike by Parcel’ is bijna een kwartier veruit het langste stuk van het album. We horen de blazers pruttelen middels bijzondere technieken en Lanz en Orins met al even bijzondere geluiden. Een ingetogen klankpalet overheerst hier aanvankelijk, al komt er gaandeweg meer vaart en variatie in. Tot zo ongeveer net over de helft de ritmiek het overneemt en we alsnog in de disco belanden.
Beide albums zijn deels te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: