Zuiderpershuis, Antwerpen – 6 februari 2016
OORSTOF kennen we natuurlijk allereerst van de bruisende avonden free jazz, maar zo nu en dan staan er ook artiesten op het programma die op een andere manier experimentele muziek maken. Want dat is wel een gemeenschappelijk uitgangspunt: het is altijd experimenteel. Hier in het Zuiderpershuis dan ook twee elektronica acts die elkaar naar de kroon steken als het gaat om intensiteit en diepgang en die allebei de duisternis naar binnen weten te halen: Helm en Drew McDowall. Geflankeerd door DJ Daniel die het publiek tussen de bedrijven door muzikaal vermaakt
Helm, oftewel Luke Younger, mag het spits afbijten. Deze Londense producer vergast ons in een overrompelende set op een flinke dosis noise en industrial. Zo klinken de klankgolven waar hij zijn set mee start als een jankende cirkelzaag, klinkt de bas als een heftig stampende machine en nemen de klankgolven gaandeweg het kenmerk aan van een razende storm. Een storm die ons als gewone stervelingen zowat uit onze schoenen blaast. Helm neemt je dan ook als luisteraar mee op een intense reis waarin de destructie centraal staat en waarin de ervaring bijna fysiek wordt. We zijn hier beland in de smidse van Vulcanus, de Romeinse god van het vuur, de edelsmeden en de vulkanen. Hij is de smid die de bliksemschichten maakt voor Jupiter en ons nu laat meegenieten van zijn ambacht.
De Schot Drew McDowall laat ons horen hoe het heelal klinkt. Althans dat is de associatie die je bij zijn klankwereld krijgt. IJskoude golven overstromen het publiek en doen je het koude zweet uitslaan. Soms klinkt het angstaanjagend, maar soms ook leeg, héél erg leeg. Want zo overweldigend als de muziek van Helm klinkt, zo minimalistisch klinkt McDowall. En zeker in het begin van deze set. Later klinken er wat meer melodische elementen in zijn muziek en, daar moeten we eerlijk over zijn, dat komt aanvankelijk de muziek niet altijd ten goede, sterker nog: het doet soms afbreuk aan de ondragelijke spanning die McDowall als geen ander kan oproepen. Gelukkig slaagt hij er gaandeweg de set steeds beter in om de beat wel goed in zijn strategie in te passen. Op die momenten is hij op zijn best. Koud, ongenaakbaar en dwingend stuwt hij de muziek én het publiek naar grote hoogten, om vervolgens de beat in stukken uiteen te laten vallen, de scherven bijeen te rapen en vrolijk – nauw ja, vrolijk, weer een nieuw ritmisch patroon op te bouwen. Waarbij de patronen steeds dwingender en grimmiger worden tot de set eindigt in een overrompelende climax.
En dan nog een opmerking over DJ Daniel. Ik weet niet wie deze man heeft gecontracteerd, maar zelden iemand gehoord die de opgebouwde sfeer na een concert zo goed en zo snel om zeep kan helpen! Dit lijkt werkelijk helemaal nergens op. Om nog maar te zwijgen over het geluidsvolume wat napraten onmogelijk maakt. Driekwart van het publiek staat dan ook na enkele minuten reeds buiten.
De foto’s zijn van Hans van der Linden.
Beluister hier muziek van Helm (een fragment van zijn laatste album ‘Olympic Mess’) en Drew McDowall (een fragment van het eveneens recent verschenen ‘Collapse’).