Eén van de musici waar gitarist Dirk Serries al jaren intensief mee samenwerkt, is de Engelse altsaxofonist Colin Webster. Samen zijn ze, vergezeld van de nodige andere usual suspects, te horen op het bij Websters label Raw Tonk verschenen ‘First Meeting’, het eerste album van het uit acht musici bestaande Colin Webster Large Ensemble; op het eind deze maand eveneens bij Raw Tonk te verschijnen laatste album van het Kodian Trio: ‘Black Box’ en op het bij Klankgalerie verschenen ‘Density Dots’, het debuutalbum van het kwintet Impetus Group. Het Colin Webster Large Ensemble bestaat naast Webster en Serries uit tenorsaxofoniste Rachel Musson, baritonsaxofoniste Cath Roberts, trompettiste Charlotte Keeffe, Graham Dunning op elektronica, bassist John Edwards en drummer Andrew Lisle. Op ‘First Meeting’, de registratie van een concert in het Londense Café Oto, gaat het octet direct los. Op enthousiasmerende wijze buitelen de musici over elkaar heen, lijken de acht musici elkaar af te willen troeven: wie blaast, plukt of slaat hier het hardst? Een bont en bijzonder opwindend klankspektakel in deze eerste set. Na enige minuten treedt er iets meer rust in en kunnen we individuele bijdrages gaan onderscheiden, bijvoorbeeld die van Roberts en Keeffe. Tijdelijk bezit de muziek nu ook een aangenaam vloeiend karakter. Tijdelijk, want al snel breekt ook nu de chaos weer door. Maar het is die afwisseling die dit concert kenmerkt, want zo rond de twaalfde minuut vinden we wederom een beduidend rustiger frase, met een opvallend percussief klankbeeld, waarna ook hier de spanning weer gaandeweg oploopt, richting de mate van dynamiek die je met acht musici kunt creëren. De tweede set vangt aan met een duet van Roberts en Lisle. Op een stevig en dynamisch ritme horen we Roberts alle registers van haar instrument aftasten. De andere blazers voegen zich erbij, elkaar wederom de loef afstekend. Veel verschil tussen de twee sets is er niet, al heb ik wel het gevoel dat het er na de pauze wat ritmischer aan toe gaat en dat er iets meer ruimte is voor melodische patronen. Wat niet wegneemt dat het einde van deze set nog het beste als ‘onstuimig’ geclassificeerd kan worden.
Het Kodian Trio, Webster, Serries en Lisle, bracht zijn eerste twee albums uit in 2016 en het eind deze maand te verschijnen ‘Black Box’, vernoemd naar de locatie in het Duitse Münster waar het concert plaatsvond, is inmiddels hun achtste. De musici kwamen hier dan ook al eerder voorbij. Ik besprak het uit 2017 stammende ‘II’ en ‘Live at BRÅKFEST’ uit 2021. Ook het Kodian Trio kunnen tere zielen maar beter overslaan. Alsof je er middenin valt, zo gaat het eerste deel voor de pauze, simpelweg ‘Set 1′ geheten’, direct van start. Hoezo even rustig erin komen? Dat hebben deze heren helemaal niet nodig: Webster knalt direct op volle snelheid, Serries geselt zijn snaren en Lisle teistert zijn trommels. Pas verderop zit een wat rustiger intermezzo, waarin dat ploppende, sputterende, schelle spel van Webster optimaal tot zijn recht komt. Aansluitend een lang aangehouden toon, evenmin te versmaden, waarna het spektakel weer losbarst. En mooi die weerbarstige verrichtingen van Serries en Webster rond de twintigste minuut, wederom gevolgd door zo’n door Webster lang aangehouden, enigszins klagende toon. In tegenstelling tot de eerste set begint de tweede set uiterst rustig, sterker nog: nauwelijks hoorbaar, tot Webster zich sputterend laat gelden, scherp afstekend tegen een drone van Serries en Lisle. Andermaal de opmaat voor oeverloos spel, culminerend in een bijzonder dynamische frase, met als hoogtepunt een overdonderende solo van Lisle.
Impetus Group vormen Webster en Serries met klarinettist Tom Jackson, Martina Verhoeven op piano en Teun Verbruggen op drums. De zeven stukken op ‘Density Dots’ zijn, in tegenstelling tot de muziek op de twee andere albums, opgenomen in de studio. We beginnen met het opwindende ‘Unitary Mark’, waarin met name de bijdrages van Jackson en Verhoeven opvallen. En ja, met name de klanken van Verhoeven klinken hier als golven, die te pletter slaan op de pier van de foto. Het gaat naadloos over in het bijzonder hectische ‘Subfield’, met ook hier een sterk aanwezige Verhoeven, grossierend in aanvankelijk krachtig, maar verderop ingetogen spel. En prachtig dat duet tussen Webster en Jackson in de tweede helft van deze boeiende compositie. Het meest dynamische stuk is ‘Inflow’, waarin de vijf musici elkaars kwaliteiten optimaal verkennen. Webster solo doet aansluitend in ‘Linguistic Fortune’ weldadig aan. Verhoeven en Verbruggen slaan aansluitend piketpaaltjes, terwijl we op de achtergrond Serries ontwaren. Die golven op de foto vind ik ook prima passen bij ‘Swampy’, continu stuiteren de klanken hier alle kanten op. Een bijzonder stuk op dit album is ‘Region Mash’ en dan met name vanwege de speelse, onderzoekende klanken die het kwintet hier laat horen. Aansluitend gaat het kwintet nog één keer los: in het titelstuk ‘Density Dot’ bevestigt dit kwintet haar in de afgelopen drie kwartier opgebouwde reputatie.
Alle albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: