Binnen de elektronische muziek hebben vrouwelijke componisten lang niet de aandacht gekregen die ze verdienden. Dat was zo binnen de experimentele muziek, maar wellicht nog wel meer binnen de hedendaags gecomponeerde muziek. Gelukkig zijn er uitzonderingen waarvan ik er vandaag twee hier de revue laat passeren, aan de hand van nieuwe albums, verschenen bij Room40. Op ‘UFO Forrest +’ vinden we vier composities van Beatriz Ferreyra, terwijl ‘Glass World’ een heruitgave is van het in 1970 verschenen debuutalbum van Annea Lockwood, van wie overigens het nodige te horen zal zijn op het komende Rewire Festival.
De uit Argentinië afkomstige Ferreyra trok begin jaren ’60 van de vorige eeuw naar Parijs en sloot zich daar aan bij de fameuze Groupe de Recherches Musicales (GRM), opgericht door Pierre Schaeffer, één van de pioniers van de musique concrète. Sindsdien speelt ze een niet te onderschatten rol in dit genre. Het oudste stuk op dit album is ‘Cercles des Rondes’ uit 1982. Net als het titelstuk ‘The UFO Forest’, dat Ferreyra maakte in 1986, is dit stuk nog gemaakt op de ouderwetse wijze, middels het knippen en plakken van bandopnames. Dit eerste stuk is een vrij duistere compositie, bestaande uit vrij onregelmatige klankgolven pure noise, vaak op vrij onregelmatige wijze aan elkaar geknoopt, wat het geheel extra onder spanning zet. ‘The UFO Forest’ klinkt minder extreem. Hier vangen we aan met een spannende, vrij indringende klankwolk, voorzien van prachtig gedoseerde noise. Verderop wanen we ons in een bos, midden in de nacht stel ik mij zo voor, te horen aan al die geluiden. ‘Vivencias’ componeerde Ferreyra in 2001. En ook hier valt het werken met pure klank op, als verschuivende panelen. Waarbij die klank ook hier vaak een vrij sterk industrieel karakter heeft. Het meest recente stuk stamt uit 2010: ‘Vuelo de signos y remolinos’ en klinkt het meest futuristisch, vreemde spannende klankwolken, op het scherp van de snede.
Lockwood is geboren in Nieuw-Zeeland, maar vertrok al vroeg naar Europa om te studeren in Engeland, Duitsland en Nederland. In 1973 vertrok ze naar de VS. Lockwood heeft vanaf het begin van haar carrière altijd ook gebruik gemaakt van veldopnames, iets wat we al terughoren op dit ‘Glass Work’. In latere projecten, zoals op het beroemd geworden ‘A Sound Map of the Hudson River’ beperkt ze zich hiertoe, maar op dit eerste album horen we duidelijk hoe ze de opnames zodanig rangschikt dat het muziek wordt. En natuurlijk bestaat een deel van die opnames uit het geluid dat je met een glas kunt maken, het duidelijkst in ‘Wine Glass’, waarin het geluid centraal staat dat je krijgt als je met je vinger over een natte rand strijkt. Bijzonder is ook ‘Water Gong’, met het mooie geluid van een gong bespeeld in water. En zo zet Lockwood in ieder van de drieëntwintig delen waar deze compositie uit bestaat een ander geluid centraal, voortgebracht met water, glas en andere voorwerpen. Bijzonder zijn bijvoorbeeld nog ‘Dialogue: Bottles And Jars’, ‘Vibrating Pane’ waarin het geluid van een rollend balletje centraal staat en’ de subtiele geluiden die we horen in ‘Cullet: Two Glass Rocks’.
Beide albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: