Binnen het genre van de meer subtiele elektronica is de uit Australië afkomstige Lawrence English inmiddels niet meer weg te denken. Al bijna twintig jaar maakt hij de meest mooie albums, deels op zijn eigen label Room40, dat inmiddels geldt als één van de meest vooraanstaande labels in dit genre. Samen met bassist en componist Werner Dafeldecker maakte hij onlangs voor Hallow Ground het album ‘Tropic of Capricorn’, waar English de veldopnames voor leverde, terwijl Dafeldecker deze bewerkte. Het is hun tweede album samen. Een soortgelijk procedé kent ‘The Shell That Speaks The Sea’ dat English maakte met David Toop en dat werd uitgebracht op Room40. Alleen zijn de rollen hier wat meer gelijk verdeeld.
English gebruikte voor ‘Tropic of Capricorn’ opnames van een tweetal reizen in Australië. De eerste leidde langs de westkust naar de Pilbara regio in het noorden, de tweede leidde naar de centrale woestijn, het land van het inheemse volk de Arrernte. Hij zegt erover: “These are vast spaces, and in some respects they shun contemporary ideas of civilisation which seek not to listen to the country. The buildings and objects that remain from the failed cattle pastures and other endeavours create uneasy sound worlds of their own”. Dafeldecker maakte er één compositie van, in twee delen verdeeld vanwege het uitbrengen op LP. Het begint allemaal met harde slagen, als op een aanbeeld, waarna we subtiel geknisper horen en zacht getjilp. Tot Dafeldecker een drone naar binnen brengt van wat ik in ieder geval associeer met zoemende insecten, iets wat verderop overgaat in geknisper, het geluid van de branding en dat van de wind. Ritmisch klinkt de vogel die Dafeldecker daar doorheen mengt. Een overdonderend geheel van stuwende klanken. Ook van de regen, het onweer, weet deze musicus verderop weer muziek te maken. Het natuurgeweld trekt over, we horen louter nog de vogels, tegen een drone van stromend water. Naadloos loopt het over in de tweede kant van de LP. Verderop trekken de twee een andere geluidsvoorraad open, bestaand uit een eindeloze variatie aan noise. Het contrast is groot met de vogelgeluiden verderop en dat weer met die industriële geluiden die we tegen het einde horen.
Toop en English kennen elkaar inmiddels zo’n twintig jaar en dit ‘The Shell That Speaks The Sea’ is dan ook niet het eerste album dat ze samen maakten. English verwoordt hun verwantschap, in die jaren gegroeid als volgt: “Over the years, David and I have shared an interest in both the material and immaterial implications of sound (amongst other things). Moreover we’ve connected many times on matters which lies at the fringes of how we might choose to think about audition, our interests seeking in the affective realm that haunts, rather than describes, experience. ‘The Shell That Speaks The Sea’ very much resonates from this shared fascination”. Acht bijzondere klankcollages brachten de twee musici onder deze titel samen, te beginnen met ‘Abyssal Tracker’. Enigszins spookachtige, langgerekte vormen presenteren ze hier. Nog spannender klinkt ‘Reading Bones’, door de gesproken tekst en de onweerachtige klanken. Bijzonder geslaagd is ook ‘Whistling In The Dark’. Duistere nevels en industrieel aandoende geluiden wisselen elkaar hier op bijzondere wijze af. En prachtig die percussieve klanken in ‘Huangho’, een tikkeltje mysterie vervat in muziek.
Beide albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: