En meer improvisatie van eigen bodem vandaag. De Koreaanse vocaliste Bora Kim, ook in de weer met elektronica en percussie, is te horen op ‘The Bluebird Flew’. Daarop opnames van een concert dat in oktober 2021 plaatsvond in het Amsterdamse Splendor. Een concert dat deze vocaliste gaf met altviolist Oene van Geel en pianist Albert van Veenendaal. Verder hier aandacht voor Huib Emmer, te horen op elektronica, die samen met Guus Janssen, op keyboard, de EP ‘De Grove Korrel’ maakte. Beide albums zijn alleen te verkrijgen als download.
Het verhaal van ‘The Bluebird Flew’ begon met een concert van Van Geel en Van Veenendaal, dat als stream werd gezien door de organisators van het Korean Jarasum Jazz Festival. Die wilden de opnames graag uitzenden, wat weer leidden tot de ontmoeting van de beide musici met Kim en tot het concert in oktober 2021 in Splendor. Een schot in de roos, waarbij de Koreaanse muziek prachtig blijkt samen te vallen met de geïmproviseerde klanken van deze twee bijzonder veelzijdige Nederlandse musici, die in hun spel altijd balanceren op de grens tussen jazz en hedendaags gecomponeerd. Een prachtig voorbeeld is die ritmische passage in de opener ‘What if, What is’. En heel bijzonder die muzikale uitingen verderop in dit stuk, een terloops tot stand gekomen geluidsmozaïek. Als vocaliste komt Kim fantastisch tot haar recht in het bijzonder innemende titelstuk ‘The Bluebird Flew’, met name door de zeer spaarzame begeleiding van Van Geel en Van Veenendaal. Al laat die laatste zo nu en dan ook beduidend krachtigere aanslagen horen. Van Geel opent knarsend ‘Distractions and Distinction’, begeleid door Kims percussie en Van Veenendaals geprepareerde piano. In ‘Transmutation’ heeft het trio de blues, zich uitend in krachtig altvioolspel, ritmische aanslagen op de piano en melancholieke zang van Kim. Tot slot klinkt het vrij klassiek klinkende ‘Contemplation’, met ook hier de indrukwekkende zang van Kim.
‘De Grove Korrel’ is een in alle opzichten bijzonder album, vooral voor Guus Janssen. In de zin dat ik hem nooit eerder hoorde in deze muziekstijl, die meer van doen heeft met experimentele elektronica dan met experimentele jazz en hedendaags gecomponeerd, de muziekwerelden waar Janssen zich normaal gesproken in beweegt. De ritmische opener ‘Beitelkade’ is dus voor mij al direct een aangename verrassing: dat kan hij dus ook al! En dat niet alleen, hij schijnt zich er zo te horen ook nog prima bij thuis te voelen. De techno waar Emmer mee opgroeide, hoor ik hier terug, maar ook de dwarse improvisaties waar Janssen in thuis is. Een beetje musique concrète, een stukje ritme en wat space-achtige geluiden en dat allemaal aaneengesmeed tot vier bijzonder onderhoudende stukken.
Beide albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: